David van Rosmalen wint alle prijzen tijdens finale Leids Cabaret Festival

De 45ste editie van het Leids Cabaret Festival is gewonnen door David Van Rosmalen (1994). Hij won zowel de vakjury-, studentenjury-, als de ‘podiumcadeaukaart publieksprijs’, twee woorden die presentator Thomas van Luyn gedurende de finale bij wijze van running gag op verschillende manieren moeizaam probeerde uit te spreken.

De vakjury had een mondvol vergelijkingen over voor Van Rosmalen, die hen deed denken aan „de beste Nederlandse comedians”: aan Kasper van der Laan (vanwege de „fysieke stijl”), Henry van Loon („absurdisme”), Lisa Ostermann („de nerdrap”), Herman Finkers („de gedichten/woordgrappen”) en aan Tim Franssen („de filosofische touch”).

De voormalig filosofiestudent boog zich in een energiek optreden over de vrije wil

Van Rosmalen begon zijn optreden met spoken word, want „het leek me leuk om de voorstelling te openen met dichten”. Dat vond hij een grappig contrast „en dan begin je een voorstelling met een tegenstelling”. Van Rosmalen had leuke talige grappen en boeide met een toon die voortdurend heen en weer zweefde tussen vermakelijk sarcasme en een beetje pedant.

De voormalig filosofiestudent boog zich in een energiek optreden over de vrije wil. Als je iets anders wilt doen, doe je dat toch gewoon, hoor je weleens. Maar kun je eigenlijk wel écht besluiten om iets anders te willen?, vroeg Van Rosmalen zich af. Nee, was zijn korte antwoord. Een deel van zijn langere antwoord verpakte hij in een geweldig lied (‘Dat net de genen van diegene zich genegen voelen om zich met diegenes genen te verenigen (…)’). Toepasselijker dan de juryvergelijkingen met Van der Laan en Van Loon was daarom een vergelijking met taalvirtuoos Kees Torn geweest, cabaretier in ruste en oud-winnaar van het festival.

Twijfelaar

Ook de andere finalisten kwamen goed voor de dag. Zo wekte het enige verbazing dat Bob Koomen niet op zijn minst een van de prijzen mee naar huis mocht nemen. Hij intrigeerde met een verrassend optreden – een soort sollicitatiegesprek achteruit – waarin hij zich liet kennen als een overtuigd twijfelaar, met een hoofd vol onverwachte vragen en alternatieven voor een soms weerbarstige werkelijkheid. De jury had twijfels bij het veronderstelde gebrek aan „een waargebeurd element”. Koomen toonde echter aan dat iets niet waargebeurd hoeft te zijn om wel echt te bestaan.

Ook de derde finalist, Yara Piekema, gaf een fijn optreden. Ze had een komisch fysieke voorstelling over haar moeite om ergens aan te beginnen. Piekema’s gespeelde onrust en chaos was soms iets té chaotisch, maar het leverde ook veel leuks op. De vruchten die ze plukte van zowel een proefles moderne dans als klassiek ballet inspireerde tot een erg grappig muzikaal nummer.

Een troost én prijs ineen voor Piekema en Koomen is de finalistentournee. Samen met winnaar Van Rosmalen gaan ze deze lente op tournee door het land.