NAVO-top veroorzaakt kaalslag bij Nederlandse wielerkoersen – die het toch al moeilijk hebben

‘Hier heb je dan een grote finishboog, ernaast een tribune.” Staand naast de Brugkerk in Veenendaal, waar Joop Zoetemelk als winnaar over de streep kwam tijdens de eerste editie van Veenendaal-Veenendaal in 1985, gaan de gedachten van Bart Voskamp automatisch uit naar de wedstrijddag. „Daar verder” – de koersdirecteur wijst naar het einde van de straat – „hangen spandoeken en borden die aangeven hoeveel meter het nog is tot de finish. Er staat hier bij de streep een VIP-truck, die is altijd te vol.”

Met een beetje fantasie zie je het peloton op deze plek met 70 kilometer per uur naar de eindstreep sprinten, maar op deze februaridag is het rustig. Auto’s rijden af en aan, scholieren steken fietsend de straat over. Verderop staat een bestelbus midden op de weg op de knipper, een scootmobiel slalomt eromheen.

Op 24 mei, de geplande wedstrijddag, zal het hier net zo stil zijn: Veenendaal-Veenendaal gaat dit jaar niet door. De organisatie ziet geen mogelijkheid de koers op een veilige manier te organiseren, zo maakte Voskamp in januari bekend. Reden: het gebrek aan politiebegeleiding. Vanwege de NAVO-top op 24 en 25 juni in Den Haag zijn er de eerste acht maanden van dit jaar geen motoragenten inzetbaar bij wielerkoersen. De top vergt zó veel capaciteit van de politie dat de roosters tot die tijd vrijwel volledig zijn schoongeveegd. „En zonder politie houdt het op”, zegt Voskamp, zelf oud-renner. Hij noemt het besluit „een catastrofe voor het wielrennen in Nederland”.

Te veel risico’s

Het nieuws over de NAVO-top kwam eind vorig jaar hard aan in de wielerwereld. Iedere koersdirecteur in Nederland weet: geen motoragenten, geen wedstrijd. Te veel risico’s op de openbare weg, de burgemeester geeft zonder politiebegeleiding nóóit een vergunning af.

De gevolgen zijn groot, zo blijkt uit een rondgang van NRC vlak voor het begin van het nieuwe wielerseizoen. Behalve de Amstel Gold Race, ’s lands enige koers op het hoogste trapje van de internationale wielerkalender, en een drietal kleinere koersen waarvoor een uitzondering is gemaakt, wordt iedere wedstrijd in Nederland geraakt. Een flink aantal gaat niet door; de rest heeft ingrijpende en uiteenlopende aanpassingen moeten doen.


Lees ook

Een staaltje creatief organiseren, en de Ronde van Nederland is terug

De uiteindelijke rondewinnaar Erik Dekker (in rood-wit-blauw) in het wiel van Viatcheslav Ekimov, in de laatste etappe van de Ronde van Nederland in 2004.  Foto Vincent Jannink / ANP

Het politiebesluit treft het Nederlandse wielrennen extra hard, omdat koersen sowieso onder druk staan. Een reeks factoren maakt het steeds lastiger om wedstrijden te organiseren: gebrek aan vrijwilligers, een gekmakende hoeveelheid vergunningen en regels (met name op milieugebied), steeds meer vluchtheuvels en verkeersdrempels op de openbare weg – én het capaciteitsgebrek bij de politie, dat ook al speelde voordat de NAVO-top zich aandiende.

Een flink aantal koersen verdween de afgelopen jaren van de kalender, al beschikt wielerbond KNWU niet over exacte aantallen. De zorgen om de toekomst van Nederland als wielernatie zijn groot: minder wedstrijden betekent minder inspiratie voor jongeren en minder kansen voor talenten om ervaring op te doen. En dat gaat het ecosysteem van het Nederlandse wielrennen onherroepelijk aantasten. De KNWU spreekt van een „vicieuze cirkel” waardoor „de sport kleiner zal worden.”

Schrappen, verplaatsen of fuseren

Organisatoren reageren op grofweg drie manieren op de NAVO-top, zo blijkt uit de rondgang. De eerste reactie is het meest ingrijpend: schrappen, hopelijk eenmalig. Behalve Veenendaal-Veenendaal zijn tot nu toe ook de Omloop van Noordwest-Overijssel, de Alfa Bier Limburg Trofee en de meerdaagse ZLM Tour in Zeeland gesneuveld. De Ronde van de Achterhoek en de Ronde van Overijssel zijn onzeker. Het NK op de weg bij Nijmegen en het NK tijdrijden in Laren (Gelderland) kunnen niet doorgaan op de geplande datum – de vraag is of dat nog ergens anders kan.

Tweede mogelijkheid: de wedstrijd verschuiven op de kalender. Daartoe besloten ze bij de Arno Wallaard Memorial, een zelfbenoemde ‘polderkoers’ die in de Alblasserwaard wordt georganiseerd. In overleg met de burgemeester en wielerbond, zegt organisator Bram van der Wal, werd de wedstrijd verzet van 12 april („te dicht op de NAVO-top”) naar 27 september. „Die dag is er alleen een vergelijkbare koers in België, en verder niets.” Aanvankelijk had Van der Wal gehoopt „een front te vormen” met andere koersen van vergelijkbaar kaliber, maar daar kwam weinig van terecht. „Uiteindelijk kiest iedereen voor zijn eigen koers.”

De derde optie is om eenmalig op te gaan in een andere, meerdaagse wedstrijd. Dat is het geval bij de Ster van Zwolle, een eendagskoers die al sinds 1961 bestaat en geldt als de traditionele opening van het Nederlandse wielerseizoen. Ondanks dat vroege tijdstip (tweede weekend van maart, drieënhalve maand voor de NAVO-top) was er ook voor de Ster geen politie voorhanden. Daarop besloot de organisatie om dit jaar als etappe op te gaan in de Olympia’s Tour , een van de vier wedstrijden die wél de beschikking krijgt over motoragenten.

Hetzelfde geldt voor de Ronde van Limburg (anno 1948), een van de oudste eendagskoersen van Nederland. De wedstrijd was vorig jaar juist weer teruggekeerd op de kalender, nadat de editie van 2023 wegens financiële en organisatorische problemen gesneuveld was – en toen kwam het slechte nieuws over de NAVO-top. Dus aanvaardde ook de Ronde van Limburg het aanbod van Olympia’s Tour, zegt secretaris Hanny Ras. „We wilden niet wéér een jaar de stekker eruit trekken. Dan word je een soort Heintje Davids: wel, niet, wel, niet.”

Lokale omloop

Er is nóg een mogelijkheid: de koers organiseren op een afgesloten parcours van tien tot vijftien kilometer. In dat geval kan de wedstrijd ook plaatsvinden zonder politie-inzet. Dit is het model van de Ronde van Nederland, die in oktober na ruim twintig jaar onder de naam Tour of Holland zijn comeback maakt op de wielerkalender: zes lokale omlopen in vijf provincies, zonder dat er één motoragent aan te pas komt.

De plaatselijke omloop is de laatste jaren sterk in opkomst – en volgens wielerbond KNWU ook noodgedwongen de toekomst van de wielerkoers in Nederland. De inzet van politie is ook na de NAVO-top „een aflopende zaak”, zegt Joost van Wijngaarden, manager wedstrijdsport bij de KNWU. Hij voorziet dat op termijn „alleen de grootste tien koersen”, zoals de Amstel Gold Race, nog motoragenten zullen krijgen. „Dat is de nieuwe realiteit.”

Toch wijzen de organisatoren die NRC sprak, de plaatselijke omloop collectief van de hand. Ze organiseren, vaak al zeventig of tachtig jaar lang, een wedstrijd die dorpen en cultuurlandschap in de hele regio aandoet – en een ‘lokaal ommetje’ zou daar ernstig afbreuk aan doen. „Het is misschien een ongepaste vergelijking,” zegt Bram van der Wal van de Arno Wallaard Memorial, „maar Milaan-Sanremo is zo mooi omdat het een wedstrijd ‘in lijn’ is. Dat geldt ook voor ons.”

Ergens moet je de wind op de kant krijgen, een waaier kunnen trekken

Bart Voskamp
koersdirecteur

Bovendien, zeggen organisatoren, moet een koers voldoende uitdagend zijn om sterke renners aan te trekken. Een veredeld criterium dat gegarandeerd eindigt in een massasprint, zegt Bart Voskamp van Veenendaal-Veenendaal, is dat niet. „Ergens moet je de wind op de kant krijgen, een waaier kunnen trekken, een dijkje of een klimmetje oprijden.”

Een andere reden om géén lokale omloop te willen, zegt Voskamp, zijn de inkomsten. Hij staat aan de voet van de Grebbeberg in Rhenen, een venijnig klimmetje dat traditiegetrouw in Veenendaal-Veenendaal zit. Voordat de wedstrijd begin dit jaar geannuleerd werd, was er al een parcours uitgedacht zónder Grebbeberg: lastig te beveiligen, want het peloton moet daarna dwars door Rhenen. Wel was er een kleine lus door het centrum ingetekend. Óók moeilijk te beveiligen, maar praktisch onmisbaar voor zijn koers. „Een groot deel van onze inkomsten komt uit sponsoring door de gemeenschap en de middenstand hier. Als wij een omloop in de polder zouden neerleggen, zeggen zij: leuk, dat wedstrijdje, maar daar hebben wij commercieel niks aan.”

De Grebbedijk bij Rhenen, een vast onderdeel van het parcours van de geschrapte wielerkoers Veenendaal-Veenendaal.
Foto Bram Petreaus

Prachtige vuilstortplaats

Voor de Ronde van Limburg was het behoud van het eigen parcours de belangrijkste reden om zich eenmalig te laten inlijven door Olympia’s Tour. „We voelden er niet voor om alleen maar rondjes te rijden op het Tom Dumoulin Bike Park in Sittard”, zegt secretaris Hanny Ras. „Nu gaan we gewoon diep het heuvelland in. Alles zit erin: de Keutenberg, de Gulperberg, de Cauberg.”

Voor de Ronde van Drenthe (anno 1960) was het vooruitzicht van een lokaal rondje zelfs aanleiding om er helemaal mee op te houden. Vorig jaar was er – vanwege het motoragententekort – alleen nog maar een vrouweneditie, op een omloop van 30 kilometer over de VAM-berg – een voormalige vuilstortplaats die is getransformeerd tot klimberg voor wielrenners (‘Col du Vam’). „De VAM-berg is prachtig, maar niet geschikt voor de Ronde van Drenthe”, zegt Femmy van Issum (84), meer dan dertig jaar organisator van de wedstrijd. „Het is een kuitenbijter, maar in de rest van het rondje konden de rensters herstellen, dus eindigde het in een sprint.”

Haar koers, zegt Van Issum, moet „een echte klassieker” zijn. „Je wil door heel Drenthe heen, over de keien bij Buinen en Wezup , met elke keer een andere startplaats en finish in Hoogeveen.” Na de editie van 2024 besloten Van Issum en haar mensen dat het voorlopig de laatste keer was geweest. Liever géén koers dan „een vermolmde Ronde van Drenthe.”

Burgermotards

Door het politietekort maken organisatoren al langer gebruik van zogeheten burgermotards, vrijwillige verkeersregelaars op de motor. Enkele koersen durven het dit jaar aan om uitsluitend met deze vrijwilligers in oranje hesjes te rijden, zoals de Slag om Norg in Drenthe en de Volta Limburg Classic (voorheen Hel van het Mergelland).

Maar veruit de meeste organisatoren zeggen: burgermotards kunnen de politie nooit helemaal vervangen. Om te beginnen hebben die in Nederland – anders dan in België – veel minder bevoegdheden. De KNWU probeert die wet- en regelgeving verruimd te krijgen, maar ondanks jaren lobbywerk in Den Haag zit er nog altijd weinig schot in de zaak – wielerkoersen staan niet hoog op de prioriteitenlijst van de landelijke politiek.

En zelfs als burgermotards meer bevoegdheden zouden krijgen, heb je volgens organisatoren nog altijd politie nodig – vanwege de autoriteit van het uniform. „De mentaliteit in het verkeer is dat mensen iemand in een oranje hesje niet respecteren”, zegt Bart Voskamp van Veenendaal-Veenendaal. „Een paar jaar geleden reed een stadsbus gewoon door het parcours heen, omdat de chauffeur niet wilde luisteren naar een vrijwilliger.”

Iemand komt aanrijden, zet dat hek aan de kant en zegt: ik heb geen hek gezien

Chris Gras
secretaris Motorbegeleiding Team Assen

De motards zelf zijn die mening ook toegedaan. „We krijgen veel voor onze kiezen”, zegt Chris Gras, secretaris van MBT Assen, het grootste vrijwillige motorbegeleidingsteam van Nederland. „In Nederland heeft een hek neerzetten geen zin. Iemand komt aanrijden, zet dat hek aan de kant en zegt: ik heb geen hek gezien.”

Ook niet onbelangrijk: de politie is gratis, burgermotards kosten geld. De onkostenvergoeding, zegt Gras van MBT Assen („de goedkoopste van het land”), „ligt meestal tussen de 50 en 150 euro per verkeersregelaar”. Een beetje wielerkoers heeft, naast politie, al gauw vijftig motards nodig – een flinke post op de begroting. En dan zijn er de verzekeringskosten – anders dan politieagenten zijn motards niet automatisch gedekt – nog niet meegerekend.

Kaalslag en verschraling

Er is nog iets waar de organisatoren vrijwel unaniem over zijn: het gebrek aan steun dat ze ervaren van de KNWU. Hoewel ze snappen dat de wielerbond zelf ook in een lastig parket zit, voelen ze zich „in de steek gelaten”. De communicatie over de NAVO-top, zeggen ze, was – zeker in het begin – traag, onvoldoende transparant of zelfs geheel afwezig. Ook nemen ze het de wielerbond kwalijk dat die pleit voor ‘lokale rondjes’ in plaats van historische parcoursen.

De organisatoren vrezen dat de kaalslag en verschraling op de wielerkalender na dit jaar alleen maar verder zal doorzetten. „Het is totaal onoverzichtelijk”, zegt Bram van der Wal van de Arno Wallaard Memorial. „Wordt de kalender beknopter en worden de koersen kleiner? Gaan we terug naar de situatie hiervoor of is dit het begin van een geleidelijke afbouw van koersen ‘in lijn’, zoals de KNWU wil?”

Joost van Wijngaarden van de KNWU hoort die geluiden ook, zegt hij. Toch doet de organisatie volgens hem „het maximale” om de organisatoren bij te staan. „We hebben ze iedere twee weken per e-mail op de hoogte gehouden van de laatste stand van zaken over de NAVO-top. Maar we hebben hier niet vijf man op kantoor zitten om persoonlijk met iedere koersorganisatie te bellen.”

De kritiek, zegt Van Wijngaarden, komt vooral van organisatoren die „het oude wielrennen” en „het conservatieve denken” aanhangen – met andere woorden: wedstrijden die weigeren om te schakelen naar een lokale omloop. Voor hen heeft hij slecht nieuws. „Het is onvermijdelijk dat koersen die zo blijven redeneren, over een paar jaar zullen omvallen.”

In het centrum van Veenendaal steekt koersdirecteur Bart Voskamp de straat over. Kijk, daar stapt hij altijd in de auto om het peloton voor te gaan tijdens de eerste ceremoniële kilometers. „Tegenover Theater Lampegiet.”

Hij heeft behoefte aan duidelijkheid, zegt Voskamp: binnenkort vergadert hij met zijn organisatie alweer over de editie van volgend jaar. „Begin maart gaan we kijken hoe 2026 eruitziet. Want het komt niet vanzelf meer goed, we zullen er hard aan moeten trekken. We hebben snel antwoorden nodig.”