De Taiwanese chipfabrikant TSMC zou overwegen een meerderheidsaandeel in het noodlijdende Intel te willen nemen. Dat meldt Bloomberg op basis van anonieme bronnen. Het idee komt uit de koker van de regering-Trump, die dreigt met importtarieven op chips.
Taiwan levert de geavanceerde rekenkracht voor Apple, Nvidia en Tesla. Die techbedrijven ontwerpen de processors, TSMC zorgt voor de massaproductie – zoals een krant een externe drukkerij gebruikt.
Die afhankelijkheid van één klein eiland, binnen handbereik van China, is echter een strategisch risico. De VS proberen daarom de productie van halfgeleiders terug te halen naar Amerikaanse bodem, door miljardensubsidies te verstrekken. TSMC bouwde al enkele chipfabrieken in Arizona, maar die leveren nog maar een fractie van de benodigde chips.
Trump denkt dat tarieven heffen op geïmporteerde chips – tot 100 procent – beter werkt dan subsidie geven. Het duurt echter jaren om nieuwe chipfabrieken te bouwen en zo’n hoog tarief zou meteen leiden tot grote prijsstijgingen voor Amerikaanse consumenten en bedrijven. Dreigen lijkt vooral een tactiek om TSMC aan de onderhandelingstafel te krijgen.
Opknippen
De Trump-onderhandelaars vragen de Taiwanezen om te helpen Intel op de been te houden. Intel was ooit de grootste chipfabrikant ter wereld, maar ligt technologisch jaren achter op TSMC en zit in de financiële problemen. Topman Pat Geslinger moest in december opstappen en het Amerikaanse bedrijf staat op het punt zichzelf op te knippen in twee delen: één divisie die de chips ontwerpt en één divisie die de chips produceert, ook voor andere klanten.
Lees ook
Met de teloorgang van Intel verliest Amerika de grip op eigen geavanceerde chips
De regering-Biden had TSMC al gevraagd om de Taiwanese productietechniek te licenseren aan Intel, maar TSMC weigerde dat. Nu Trump dreigt met tarieven zou TSMC een deelname in Intel wel willen overwegen, al zijn de onderhandelingen volgens Bloomberg nog in een pril stadium.
TSMC zou deel gaan uitmaken van een consortium met meerdere Amerikaanse chipontwerpers, inclusief steun van de Amerikaanse overheid.
Zulke joint ventures zijn in de chipindustrie gebruikelijk: in het Duitse Dresden bouwt TSMC bijvoorbeeld een eigen Europese fabriek ‘ESMC’ waarin NXP, Bosch en Infineon ook een belang hebben.
Ook in Singapore en in Japan heeft TSMC van die joint ventures, fabrieken die draaien op Taiwanese expertise en vol staan met chipmachines van Nederlandse techbedrijven als ASML en ASM International.
Intel sleutelt aan betere productieprocessen in nieuwe fabrieken. Maar het benodigde kapitaal droogt op en klanten voor de nieuwe fabrieken zijn er amper – die willen eerst bewijs zien dat Intel moderne chips kan maken . Vooralsnog laat Intel zelf ook zijn meest geavanceerde ontwerpen bij TSMC drukken.
Een volledig overname van Intels fabrieken door een buitenlands bedrijf is ondenkbaar. Onlangs blokkeerden de VS de overname van staalbedrijf US Steel door het Japanse Nippon Steel. De chipindustrie is minstens zo’n cruciale sector voor de Amerikaanse economie, waarin de VS graag minder afhankelijk willen worden van het buitenland.
De radicaal-rechtse Alternative für Deutschland (AfD) heeft bij de Duitse Bondsdagverkiezingen van alle partijen de meeste kiezers kunnen mobiliseren die bij de vorige verkiezingen, in 2021, niet hebben gestemd. Dat blijkt uit cijfers van het Duitse onderzoeksbureau Infratest dimap. Van de 3,7 miljoen kiesgerechtigde Duitsers die in 2021 geen stem uitbrachten, kozen er zondag 1,8 miljoen voor de AfD. De winst onder voormalige niet-stemmers is goed voor 18 procent van de ruim 10 miljoen stemmen die in totaal op de partij van AfD-leider Alice Weidel zijn uitgebracht. De AfD is in alle deelstaten gelegen in de voormalige DDR, Berlijn uitgezonderd, de grootste geworden.
In Berlijn is Die Linke, een andere winnaar van de verkiezingen, de grootste geworden. De partij kreeg bijna twee keer zoveel stemmen als bij de vorige Bondsdagverkiezingen. Die Linke scoort vooral onder jonge kiezers, in de leeftijdsgroep 18-24 jaar is de partij met 25 procent van de stemmen de grootste. Die Linke heeft met name kiezers van de linkse regeringspartijen SPD en De Groenen overgenomen.
Verkiezingswinnaar CDU/CSU wist volgens Infratest dimap 900.000 voormalige niet-stemmers naar zich toe te trekken, in totaal stemden ongeveer 14 miljoen Duitsers op de christendemocraten. De groei van de partij van Friedrich Merz is voornamelijk te danken aan de 3,5 miljoen stemmers die zijn overstapt van de coalitiepartijen SPD, FDP en De Groenen.
Bij de Bondsdagverkiezingen is 82,5 procent van de kiesgerechtigden naar de stembus gegaan. Dat is de hoogste opkomst sinds de hereniging van West- en Oost-Duitsland in 1990. In de voormalige DDR is de opkomst doorgaans lager dan in voormalig West-Duitsland. Dat was ook zondag het geval, al steeg de opkomst in het oosten van het land eveneens.
Liveblog Duitse verkiezingen
BSW wil voor partij nadelige verkiezingsuitslag juridisch laten toetsen en eventueel aanvechten in rechtbank
Olaf Scholz vertrekt als boegbeeld van de SPD: na drie jaar bondskanselierschap kiest hij voor een bescheiden nieuwe rol als parlementslid. Scholz (66) wist de SPD in 2021 naar de hoogste verkiezingsuitslag in bijna twintig jaar te leiden, nu boekten de sociaaldemocraten onder zijn leiding de slechtste verkiezingsresultaat ooit. De onderhandelingen met CDU/CSU over een nieuwe regering worden gevoerd door partijchef Alex Klingbeil, die zondagavond ook werd benoemd tot SPD-fractiechef in de Bondsdag. Minister worden in een nieuwe regering wil Scholz niet.
Drie jaar was der Scholzomat – de bijnaam verwierf hij ooit vanwege zijn emotieloze manier van spreken – bondskanselier van Duitsland. Zijn termijn was een jaar korter dan gepland omdat zijn moeizame coalitie van SPD, FDP en de Grünen eind vorig jaar voortijdig sneuvelde.
Scholz’ politieke carrière begon toen hij zich als jonge rechtenstudent uit Hamburg aansloot bij de SPD en actief werd bij de jongerenvereniging, de Jusos. Zijn vicevoorzitterschap van de Jusos in de jaren 80, zijn marxistische periode, staat niet vermeld in zijn cv op de regeringssite . Binnen de SPD vervulde Scholz altijd bestuurlijke taken. Na twintig jaar als parlementariër in de Bondsdag en een kort ministerschap keerde hij terug naar Hamburg, waar hij van 2011 tot 2018 een geliefd burgemeester was. In de vorige regering van Angela Merkel was Scholz minister van Financiën en vicekanselier.
Eind 2021 volgde hij Merkel op als bondskanselier. Het kanselierschap van Olaf Scholz in vier momenten.
Begin december 2021: bondskanselier
Bondskanselier Olaf Scholz en oud-kanselier Angela Merkel, op 8 december 2021, bij de overdracht van het kanselierschap in Berlijn. Foto Clemens Bilan/EPA
Toen Scholz in augustus 2020 door zijn partij werd aangewezen als kanselierskandidaat, leken zijn kansen nihil. Positief was dat hij als minister van Financiën had bijgedragen aan de oprichting van het Europese coronafonds, en dat hij de Duitse economie redelijk door de coronacrisis had weten te loodsen. Binnen de SPD stond hij echter niet sterk; een jaar eerder had hij de strijd om het partijvoorzitterschap verloren van een relatief onbekend koppel dat een linksere koers voorstond. Scholz was binnen de partij een centrist, een man zonder duidelijk profiel. Voor de buitenwereld was – en is – hij een politicus zonder charisma.
Een jaar later stond de SPD, met Scholz op de affiches, tot ieders verbazing bovenaan in de peilingen. Daar zijn twee verklaringen voor. De concurrentie was zwak: Annalena Baerbock van de Grünen was voor veel kiezers te radicaal, Armin Laschet van het CDU/CSU maakte blunders. Wat Scholz echter vooral hielp was zijn presentatie als evenknie van Merkel. Ook al was hij van een andere partij, hij kwam uit haar regering en beloofde stabiliteit, iets waar Duitse kiezers van houden. Hij was de veilige keuze, de ervaren leider. Scholz nam in de campagne zelfs de zogeheten ‘Merkel-ruit’ over, haar typerende handgebaar. Als hij een vrouw was geweest had hij ook haar kleurige jasjes gedragen, sneerden critici.
Op 24 november 2021 tekenden de SPD, de FDP en de Grünen het akkoord voor hun regering. Op 8 december 2021 werd Scholz door de Bondsdag gekozen als kanselier, met 395 stemmen voor en 303 tegen.
Oekraïne februari 2022: Zeitenwende
Bondskanselier Olaf Scholz en de Oekraïense president Volodymyr Zelensky, op 14 februari 2022 bij een gezamenlijke persconferentie in Kiyv. Foto Sergei Dolzhenko/EPA
„Wir erleben eine Zeitenwende”, zei Scholz drie dagen na de Russische invasie van Oekraïne in de Bondsdag. We maken een historisch keerpunt mee, de wereld is hierna niet meer hetzelfde. De Zeitenwende-toespraak gaat de boeken in als het moment dat Scholz zich kort na zijn aantreden een geopolitieke havik toonde en het Duitse veiligheidsbeleid omgooide. Twee dagen vóór de invasie had hij ingebruikname van de gaspijpleiding Nord Stream 2 al opgeschort. Nu kondigde hij aan dat de regering 100 miljard euro voor defensie zou reserveren, en dat Duitsland flink zou bijdragen aan de bewapening van Oekraïne. Europa was aangenaam verrast door deze daadkracht, na zestien jaar voorzichtigheid van Merkel.
In de periode die volgde kantelde het beeld. Onder Scholz nam Duitsland bepaald niet de leiding bij de steun voor Oekraïne. Uit vrees voor escalatie weigerde Scholz zware wapens te leveren. Pas in januari 2023 gaf hij toestemming voor de levering van Duitse Leopard 2-tanks, na internationale druk. Terwijl Frankrijk en het VK toestemming gaven aan Oekraïne om hun langeafstandsraketten boven Russisch grondgebied te gebruiken, hield Scholz levering van de Zweeds-Duitse Taurus-raket tot op heden tegen – zijn tegenstrever Friedrich Merz wil ze wel leveren.
Zijn terughoudendheid om wapens te leveren aan Oekraïne kleurt het kanselierschap van Scholz. Hij verschool zich achter de VS, hij wilde nooit een stap verder zetten dan (oud-)president Joe Biden. Het legde ook een druk op de Frans-Duitse relatie, die onder Scholz is verslechterd. Tegelijk is ook sprake van slechte communicatie: na de VS gaf Duitsland de afgelopen periode het meeste geld aan Oekraïne, meer dan de landen die zich presenteren als Oekraïne’s beste vrienden.
Economie november 2023: begrotingcrisis
Bondskanselier Olaf Scholz met minister Robert Habeck van Economie en Klimaat, op 6 november 2023. Foto Clemens Bilan/EPA
Zodra het over de Duitse economie gaat, is het begrip Schuldenbremse(schuldenrem) niet ver weg. Het sinds 2009 grondwettelijk verankerde principe verbiedt de regering om meer dan 0,35 procent van het bbp te lenen, tenzij er sprake is van een noodsituatie. De coronacrisis was zo’n noodsituatie, en de regering-Merkel reserveerde in 2021 60 miljard euro om die crisis te bestrijden. Het geld bleek echter niet nodig, en de regering-Scholz wilde de 60 miljard overhevelen naar een fonds voor energietransitie. In november 2023 oordeelde het Constitutioneel Hof dat die overheveling onwettig is. Scholz zat met een begrotingstekort van 60 miljard euro, de coalitie was in crisis.
Buitenlandse investeerders bleven weg vanwege zwalkend beleid en ruzies tussen de regeringspartijen
Aan de hand van een aantal grafieken maakte de Britse zakenkrant Financial Times onlangs de balans op van de Duitse economie onder Scholz. Het oordeel is hard. Zijn regering is er niet in geslaagd om de economische neergang te stoppen. Buitenlandse investeerders bleven weg vanwege zwalkend beleid en ruzies tussen de regeringspartijen. De auto-industrie, pijler van de Duitse economie, zucht onder de Chinese concurrentie. Dat de regering eind 2023 stopte met subsidies voor elektrische auto’s hielp de fabrikanten niet. De belofte om 400.000 woningen per jaar te bouwen is niet waargemaakt, de huurprijzen stegen sterk. De verwarmingswet van Groenen-minister Robert Habeck, bedoeld om verwarming met olie en gas te vervangen door warmtepomp en warmtenet, strandde door politiek gesteggel. Alleen de armoede daalde, omdat de uitkeringen omhoog gingen.
Cruciaal voor economisch herstel is een forse stijging van de publieke investeringen, maar daar zit de Schuldenbremse in de weg. De derde economie van de wereld kampt met achterstallige investeringen in infrastructuur (alleen Deutsche Bahn heeft al 45 miljard euro nodig om het spoor te herstellen), onderwijs, innovatie en digitalisering (in 2023 gebruikte 82 procent van de Duitse bedrijven nog een fax).
Einde november 2024: regeringscrisis
Bondskanselier Olaf Scholz, op 6 november 2024 nadat hij voor de media het aftreden van minister van Financiën Christian Lindner had aangekondigd. Foto Clemens Bilan/EPA
De begrotingscrisis van eind 2023 was een opmaat voor de regeringscrisis een jaar later. Het kanselierschap van Scholz eindigde niet voortijdig door politieke ruzie over klimaat, Oekraïne of hét verkiezingsthema migratie, maar over geld. Op de dag dat duidelijk werd dat Donald Trump de volgende Amerikaanse president zou worden, ontsloeg Scholz zijn minister van Financiën, Christian Lindner van de liberale FDP. De FDP trok zijn ministers terug, de stoplichtcoalitie kwam ten einde.
Directe aanleiding was ruzie over de begroting. De FDP wilde een Wirtschaftswende, met onder meer belastingverlaging, lagere uitkeringen, minder regulering en handhaving van de schuldenrem. Ze lagen op ramkoers en wisten dat SPD en Groenen er niet mee konden instemmen. Die zagen de FDP-eisen als bewuste sabotage. Het onderliggende probleem was de economische crisis – 2024 was het tweede krimpjaar – en het onvermogen van de coalitie om gezamenlijk beleid te ontwikkelen. Het onderlinge vertrouwen was al veel langer verdwenen.
Olaf Scholz, die er als partijbestuurder in slaagde diverse ideologische facties binnen de SPD bijeen te houden, kon als kanselier zijn politiek diverse coalitie niet op één lijn te krijgen
Olaf Scholz, die er eerder als partijbestuurder juist in slaagde om de diverse ideologische facties binnen de SPD bijeen te houden, is er als kanselier niet in geslaagd om zijn politiek diverse coalitie op één lijn te krijgen. Drie politieke kleuren in één regering, ongebruikelijk in Duitsland, bleek een te grote opgave. Zijn coalitie was verlamd door verdeeldheid.
Daarnaast zal Scholz worden herinnerd om zijn technocratische voorzichtigheid, zijn gebrek aan krachtig leiderschap. In het tijdperk-Scholz verloor Duitsland de leidende rol in Europa. De negende bondskanselier sinds 1949 steekt bleek af bij zijn voorgangers. Als eerste van de vier SPD-kanseliers, na Willy Brandt (1969-1974), Helmut Schmidt (1974-1982) en Gerhard Schröder (1998-2005), blijft zijn kanselierschap beperkt tot één termijn.
Lees ook
over de Duitse verdeeldheid over steun aan Oekraïne
De zon schijnt in vele kleuren door de glas-in-loodramen van het klooster in Sint Agatha, aan de Brabantse oevers van de Maas. De gemeente Land van Cuijk, op het kruispunt van Noord-Brabant, Limburg en Gelderland, ademt geschiedenis. Prins Maurits van Oranje schonk de glas-in-loodramen van de kapel, de kloostermuur is zevenhonderd jaar oud, nog geen twee kilometer verderop liggen de fundaties van een Romeinse stad.
Maar geschiedenisliefhebbers Stef Coenen en Pierre Aarts zijn hier niet voor deze fascinerende oude verhalen; ze hebben juist aandacht voor wat buiten de grote geschiedenis valt. Zoals het verhaal over Wim en Marietje, twee kinderen die samen met een pater overleden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen een granaat ontplofte op het kloosterterrein.
Verenigingen die zich bezighouden met lokale geschiedenis – vaak historische- of heemkundekringen genoemd – hebben het lastig. Leden zijn er wel, maar actieve bestuursleden worden steeds ouder. „Vergrijzing, geen ledenaanwas, onvoldoende vrijwilligers en gebrek aan bestuursleden zijn veelgehoorde problemen bij bestuursvergaderingen”, somt Henk Hellegers op, voorzitter van koepelvereniging Brabants Heem.
De historische kring Land van Cuijk had dezelfde problemen, maar vond een oplossing. Aarts (78), voorzitter van 2010 tot en met 2022, zag de kring leegbloeden door vergrijzing en het gebrek aan nieuwe leden. Coenen (25) bracht samen met twee vrienden vernieuwing. Het zorgde voor nieuwe interesse vanuit de gemeenschap. De kring bloeide op en is gezonder dan ooit.
Wegwijzers in de kloostertuin van klooster Sint Agatha. Aarts en Coenen van de Historische Kring Land van Cuijk wandelen samen door de kloostertuin van Sint Agatha. Foto’s John van Hamond
Werkgroep voor verjonging
Een deel van de ruim vijfhonderd historische genootschappen in Nederland worstelt nog wel met het voortbestaan. Sommige groepen vinden nieuwe leden, andere groepen worden in leven gehouden door een enkele enthousiaste voorzitter. Harde cijfers zijn er niet, maar Brabants Heem, met 127 Brabantse heemkundekringen onder zich, vond de situatie ernstig genoeg om een werkgroep voor verjonging te beginnen. Zij moeten met adviezen komen om nieuw publiek te trekken.
Is het erg als deze historische hobbygroepen ermee ophouden? Ja, zegt Arjan Nobel, hoogleraar publieksgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hun onderzoek is essentieel, ook voor academici. Universitaire onderzoekers gebruiken deze lokale verhalen voor bredere onderzoeksdoelen. „We moeten als universiteit heel zuinig zijn op de historische verenigingen”, zegt Nobel. „Er zijn delen van mijn onderzoek, zoals archieven doorspitten op zoek naar genealogische data, die ik zonder hen gewoon niet kan doen omdat ik er de tijd niet voor heb.”
Amateurhistorici hebben enthousiasme, maar missen vaak een kader, en pielen dan een beetje op eigen houtje
In de tijd voor het internet was zo’n heemkundekring essentieel om überhaupt historisch onderzoek te kunnen doen. Lidmaatschap gaf toegang tot archieven die anders gesloten bleven. Maar nu zijn er genoeg andere manieren om je hobby uit te oefenen, vertelt Nobel. „De boekenwinkels liggen vol met geschiedenisboeken, op tv zijn talloze geschiedenisprogramma’s en archieven zijn beschikbaar met een klik van de muis.” Een heemkundekring kan hier de nodige sturing aan geven, schetst Arnoud Jan Bijsterveld, bijzonder hoogleraar Cultuur in Brabant aan de Universiteit van Tilburg. „Amateurhistorici hebben enthousiasme, maar missen vaak een kader, en pielen dan een beetje op eigen houtje.”
Jonkies
In Land van Cuijk merkten ze ook de gevolgen van de toegenomen sociale druk op vrijwilligers. Tussen 2005 en 2020 daalde het aantal leden van zo’n 250 naar ongeveer 150, in een fusiegemeente met 90.000 inwoners. „Ik dacht dat we uiteindelijk wel ter ziele zouden gaan”, zegt Pierre Aarts, voorzitter van 2010 tot en met 2022, zittend aan de keukentafel van de ouders van Stef Coenen. „Toen ik er in 2010 bij kwam als 64-jarige, was ik een van de jonkies”, lacht Aarts.
Maar in 2020 kwam de toen twintigjarige Coenen, samen met zijn goede vriend Joep Baltussen, in het bestuur. Aarts: „Dat was een verademing.” Twee jaar later was Coenen hoofdredacteur van het tijdschrift en Baltussen voorzitter van de kring. Inmiddels is het ledenaantal weer opgekrikt tot 250. Ook een derde vriend, Thijs, kwam erbij.
Coenen: „Tijdens de coronatijd wandelde ik vaak met Joep, en kwam het gesprek altijd uit op de historische kring; wat daar anders kon en hoe wij het zouden doen. We maakten elkaar gewoon enthousiast, en besloten ervoor te gaan.”
In 2020, op zijn twintigste, kwam Stef Coenen in het bestuur van de Historische Kring Land van Cuijk. Foto John van Hamond
De jongelingen pakten de kring stevig aan. De nieuwe website en vormgeving van het tijdschrift springen het meest in het oog. Maar over de hele linie denken ze anders. Onderwerpen in het tijdschrift sluiten beter aan bij nieuwe generaties, zoals een special over onderbelichte vrouwen in de regio. Vergaderingen die altijd op donderdagochtend werden gehouden, vinden nu plaats op momenten dat ook werkenden kunnen. Activiteiten zijn uitgebreid, naast lezingen vindt er nu ook een pubquiz plaats. Aarts: „Zo’n quiz hadden we in het oude bestuur nooit bedacht.”
Het jongste lid in het bestuur is nu negentien. Coenen: „We werven actief op Facebook, gericht op jonge lokale mensen die geschiedenis studeren.” Een pubquiz is misschien niet zo educatief als een lezing, maar daar moet niet moeilijk over worden gedaan, zegt Coenen. „We zijn uiteindelijk gewoon een gezelligheidsvereniging.”
Erfgoed
En juist dat gezelligheidsaspect lijkt de redding van de heemkunde te zijn. In 2005 werd er in de Portugese stad Faro een verdrag opgesteld dat de sociale, maatschappelijke en verbindende waarde van erfgoed benadrukt. In 2024 ondertekende Nederland dit verdrag ook.
„Heemkunde is een perfect voorbeeld van de waarde van erfgoed”, zegt Patrick Timmermans van Erfgoed Brabant. „We hebben in Nederland het idee dat al het oude onder een stolp moet. Je moet er vooral met je fikken vanaf blijven. Als we dat blijven doen, sterft erfgoed een trieste dood. Heemkunde heeft een actieve relatie met erfgoed. Dat is wat ons verleden levend houdt.”
Hoogleraar Bijsterveld beaamt dit. Naast het sociale contact van vergaderingen en lezingen kan zo’n groep namelijk bijdragen aan de lokale identiteit. „Heemkunde verbindt mensen met de plek waar ze wonen, en de mensen waartussen ze wonen. Je persoonlijke verleden is deel van je identiteit, maar je groepsverleden ook.”
We werden al uitgenodigd door een wethouder om met ze te komen praten. Ze vroegen ons bijvoorbeeld om advies voor het nieuwe gemeentewapen
„We zijn een beetje de archivarissen van het gemeenteverleden”, vult Stef Coenen aan. Hij geeft een voorbeeld. In 2022 kwamen vijf gemeentes, met 33 dorpen, samen in een nieuwe gemeente: het Land van Cuijk. „We werden daarvoor al uitgenodigd door een wethouder om met ze te komen praten. Ze vroegen ons bijvoorbeeld om advies voor het nieuwe gemeentewapen.”
Eppo Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, is van plan het verdrag van Faro deze kabinetsperiode te ratificeren, meldt een woordvoerder van het ministerie aan NRC. Ook is er in 2024 erfgoedbeleid opgesteld met het „gedachtegoed van het verdrag van Faro als inspiratiebron”.
„We zijn een beetje de archivarissen van het gemeenteverleden,” zegt Stef Coenen. Foto John van HamondDankzij het werk van Aarts en Coenen zit het ledenaantal van de historische kring weer rond de 250. Foto John van Hamond
Kaalslag
Nieuw beleid is hard nodig, vindt de Tilburgse hoogleraar Bijsterveld. „Tot nu toe was het beleid van de overheid echt verschrikkelijk. Er is de afgelopen 25 jaar een enorme kaalslag geweest in subsidies en waardering.” Ook Erfgoed Brabant werd in 2023 gekort. Tien procent van de begroting verdween. De bezuinigingen leidden tot het schrappen van een leerstoel voor dialectonderzoek aan de Universiteit van Tilburg. Bij Erfgoed Brabant werd de streektaalconsulent ook wegbezuinigd. Daarmee verdween de professionele ondersteuning voor amateuronderzoek naar streektalen. De Heemkundekringen blijven als enige over.
Maar behalve de overheid moet ook de academische wereld een grotere rol spelen, vindt UvA-docent Arjan Nobel. „De kloof tussen academici en amateurhistorici groeit. Alles in de academische wereld gaat internationaal. Als het niet in een peer-reviewed tijdschrift komt, is er geen interesse voor. Hoe meer we schrijven over internationale geschiedenis, hoe minder aandacht er overblijft voor een klein dorpje ergens in Utrecht.”
In de kloostertuin in Sint Agatha staan Coenen en Aarts stil bij de schuilkelder. Door een zwarte metalen herinneringsplaat zullen mensen zich de ‘grote’ geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog hier nog lang herinneren. Door de historische kring Land van Cuijk blijft ook de herinnering levend aan slachtoffers Wim, Marietje en pater Odulf en de tijd waarin „het dreunde en rammelde in het klooster”.
Lees ook
‘De lokale boekhandel als sociaal instituut verdwijnt’