Tennisser Jannik Sinner is voor drie maanden geschorst voor dopinggebruik na een overtreding van maart vorig jaar. Aanvankelijk ging Sinner vrijuit na twee positieve tests op de verboden stof clostebol, een lichte anabole steroïde met een spierversterkende werking. Nadat dopingautoriteit WADA in beroep ging, komt de nummer 1 van de wereld met de dopingautoriteit nu een schorsing overeen van 9 februari tot en met 4 mei.
Aanvankelijk ging de International Tennis Integrity Agency (ITIA) mee in Sinners uitleg dat de clostebol in zijn dopingtest te wijten was aan een massage van een trainer die het middel had gebruikt voor een snee in zijn vinger. De concentratie van de stof was bijzonder laag, maar dopingautoriteit WADA ging in beroep en wilde één tot twee jaar schorsing afdwingen.
De dopingautoriteit zegt nu te geloven dat Sinner niet wist van de overtreding en dat het gebruik hem ook geen sportief voordeel opleverde. Wel houdt de WADA hem verantwoordelijk voor „nalatigheid van leden van zijn entourage”. Gezien „de unieke feiten van deze zaak, wordt een schorsing van drie maanden als een passende uitkomst beschouwd”, schrijft WADA op haar website.
De nu overeengekomen periode had voor Sinner, die in januari nog de Australian Open won, een stuk ongunstiger uit kunnen pakken. Het volgende grandslamtoernooi, Roland-Garros in Parijs, begint op 25 mei. Op 7 mei zou Sinner met een thuiswedstrijd op het tennistoernooi van Rome zijn rentree kunnen maken. Wel mist de Italiaan de komende maanden de lucratieve masterstoernooien in de Verenigde Staten.
Op het album Gezinsverbijstering van Meindert Talma staan songs over zijn geliefde, leden van zijn band, een overleden geluidsman, zijn vader en moeder, de geboorte van een dochter. Veel nummers zijn poëtisch en lichtvoetig, bijna altijd zijn ze ontroerend, vaak maken ze je aan het lachen. Meindert Talma zingt ze met een kenmerkende, wat lijzige stem met een licht accent.
Je kan de songteksten, ferskes zeg je in het Fries, maar ze zijn vrijwel allemaal in het Nederlands, ook lezen in het gelijknamige, gelijktijdig uitgekomen boek. In Gezinsverbijstering, Nederlands Onbekendste Popster 3 zijn ze ingebed in hoofdstukken met meer details over de personen uit de liederen.
En meer nog dan in de ferskes ervaar je in het boek de droge humor en lichte zelfspot, het lijkt soms bijna op verbazing, waarmee Meindert Talma (56) de wereld om zich heen bekijkt en ervaart. „Was een vrijwillig toeschouwer van het leven / Ik keek om me heen hoe de mensen het deden”, zingt hij in het lied Gezinsverbijstering.
Of neem het hoofdstuk ‘Heit en mem’. Het is 2003, Meindert Talma heeft net een concert gegeven in popzaal Vera in Groningen:
‘Ik nodigde mijn ouders uit voor een drankje in de kleedkamer. „No jonge, tsjoch en lokwinske (proost en gefeliciteerd) mei dyn boek en plaat!”, lachte mem. „Dit is wel echt jouw leven hè, het artiestenbestaan?”, lachte ook heit. Deze vraag had hij, sinds ik aardig van mijn kunsten kon bestaan, misschien wel tweehonderd keer gesteld. Zo opgewekt mogelijk bleef ik altijd antwoorden: „Ja heit, dit is wol echt myn libben.” Vorige week stuurde heit mij nog een brief met daarin een vacature voor een leraar geschiedenis op mijn oude school in Drachten.’
Gezinsverbijstering is het derde deel van een reeks autobiografische boeken inclusief albums, vandaar de ondertitel met de 3. Kelderkoorts (deel 1) en Je denkt dat het komt (deel 2) kwamen uit in 2014 en 2017. Meindert Talma is muzikant sinds 1995, althans toen lieten vrienden bij wijze van verjaardagscadeau zijn eerste single persen.
Kelderkoorts begint vlak daarna, in januari 1996. In het eerste, hilarische hoofdstuk komen zijn ouders langs met een handgeschreven brief. Daarin geven ze tips voor zijn aanstaande, allereerste sollicitatie (die op niks uitloopt):
‘„Een brief?”, vroeg ik verbaasd en ook een beetje ongerust, „waarover dat?” De laatste brief die ik van heit en mem had gekregen, was op Tweede Kerstdag, een maand geleden. Toen ik hen op Eerste Kerstdag mijn vinylsingle had laten horen, waren ze diep teleurgesteld over het resultaat. De volgende morgen gaf heit mij een brief van drie kantjes waaraan hij tot diep in de nacht had zitten schrijven.’
Sinds dat bezoek van zijn ouders in 1996 heeft Meindert Talma tientallen songs en albums uitgebracht. Meestal over gebeurtenissen in zijn leven en gevoelens daarover, maar net zo goed over voetbal of helden van hem (socialistisch politicus Domela Nieuwenhuis, professioneel dammer Jannes van der Wal). Soms zit bij een album een boekje (Gummbah, Peter Pontiac waren illustratoren), ook verschenen er twee romans, een dichtbundel en, in het Fries, de Libbensferhalen fan 15 eigensinnige Friezen.
Foto’s Sake Elzinga
Meindert Talma en ik ontmoeten elkaar in Brasserie Kolkzicht in Surhuisterveen. In dat dorp op de grens van Friesland en Groningen – in 2014 schreef hij er het lied Surhuisterveen over (‘Hij zat er in de kerk, hij zat er op het korfbal / Hij zat er ongemerkt altijd achter het orgel’) – zijn we allebei opgegroeid.
In die tijd heette Brasserie Kolkzicht nog ‘Zaal Hollema’ (Meindert Talma speelde er iedere vrijdagavond biljart met zijn vrienden), ging iedereen op zondag naar de gereformeerde kerk, en gaf zijn vader les op de protestants-christelijke lagere school ‘De Hoekstien’. Bij ‘meester Talma’ heb ik zelf niet in de klas gezeten, Meindert is acht jaar jonger en ontmoet ik vandaag voor het eerst. Straks gaan we nog langs bij zijn ouders, heeft hij met ze afgesproken. We spreken Fries.
De kleine dingen van het leven sla je vaak over, je denkt dat ze niet genoeg te zeggen hebben
Vertel over je autobiografische boeken. Je loopt twintig jaar achter op je echte leven, zag ik. Je dochter Meike is nu 19.
Meindert Talma: „Ik las de boeken van Karl Ove Knausgard, Vader, Liefde, Schrijver, je kent ze wel. Hij is een maand jonger dan ik – en ik zag allemaal herkenbare dingen. Niet de alcoholische vader, maar wel het geklungel, de omgang met vrouwen, het verlangen schrijver te worden. Dus ik dacht: ik ben niet zo bekend, maar ik heb wel veel meegemaakt. En ik dacht ook: over je leven schrijven wordt vaak gedaan, maar de combinatie met platen is er nog niet. Dat was eigenlijk mijn belangrijkste reden: dan kun je achteraf nog ergens een lied over maken. Want onderwerpen als tennissen met je vriendin of een bezoek van je ouders: dat soort dingen van het leven sla je vaak over, je denkt dat ze niet genoeg te zeggen hebben. Maar als je als uitgangspunt neemt dat je over je leven schrijft, en dat je alles meeneemt wat daarin van belang is, dan kom je juist bij zulke onderwerpen uit.”
Je hebt liederen gemaakt over gevoelens en gebeurtenissen van twintig jaar geleden?
„Sommige wel, zoals Heit en mem. Maar andere lagen op de plank. Famke fleane heb ik gemaakt na de geboorte van Meike. En Hottenoije Duveltje, over mijn schoonmoeder, heb ik ooit met mijn ex Ella gezongen op haar 80ste verjaardag. Alleen zijn die nooit naar buiten gekomen, omdat ik ze altijd nog een keer op een themaplaat wilde zetten.”
Famke fleane is het enige albumlied in het Fries, het klinkt in die taal ook het mooist en het gevoeligst. Waarom schrijf je weinig in het Fries?
„Dat wil ik wel weer meer gaan doen, Heit en mem had ik ook in het Fries kunnen maken. Maar dan krijgen veel mensen het niet mee. Ik doe het wel hoor, mensen vinden het mooi. Ik heb dan bij een voorstelling de vertaling meelopen.”
Heb je nog meer ferskes op de plank liggen?
„Geen twintig, maar wel genoeg om door te gaan. Dit boek was in het begin twee keer zo dik, maar ik wilde het meer concentreren: liefde, ouders, kinderen. Dus meer thematisch dan chronologisch. En dat wil ik zo blijven doen. Het volgende boek gaat over geloof, daarna over mijn ervaringen als soloperformer. Ik heb nog vier delen in mijn hoofd.”
Hoe kom je aan de details, als het allemaal lang geleden is?
„Ik heb genoeg bronnen. Tien jaar lang had ik een column in de Leeuwarder Courant op zaterdag, Talma tikt. Ik heb brieven, e-mails: je kunt veel terugvinden als je dingen bewaart. En ik heb geen dagboek bijgehouden, maar ik heb wel een goed geheugen.”
Foto’s Sake Elzinga
Dus het klopt wel ongeveer?
„Ja, het meeste klopt wel. Wat er precies gezegd wordt: dat is meer op basis van hoe de sfeer was toen. Ik vind het leuk om dialogen te schrijven, dat gaat bijna vanzelf.”
Ik zou kunnen zeggen: er is een schrijver in je verloren gegaan. Maar je bent allebei: muzikant en schrijver.
„Ik vind een lied maken toch wel het fijnst, dan kun je helemaal opgaan in het samengaan van tekst en muziek. Schrijven is achter de laptop zitten, het is ook nooit af. Je kunt een boek steeds aanpassen: extra dialogen, langer maken, inkorten. Een lied komt altijd af, je neemt het op en dan is het klaar.”
Ik wilde boeken maken over mijn leven en bij het leven horen je ouders
Ik dacht toen ik je boeken las en naar je ferskes luisterde: het wordt steeds liefdevoller.
„Ja, dat klopt wel. Kelderkoorts was soms wat karikaturaal, het waren zeg maar niet altijd mensen van vlees en bloed. Daar hebben mensen me ook wel op gewezen, dat ik daar wat beter mijn best op moest doen. Het moet niet alleen humoristisch zijn, daar ben ik me nu meer van bewust.”
De brieven die je ouders aan je schreven, gebeurde dat echt zo?
Hij lacht: „Vraag het ze straks maar.”
En dan: „Ik heb die brieven nog allemaal. Ze maakten zich in het begin echt zorgen: dat het de verkeerde kant op ging, dat ik met de verkeerde mensen omging. En dat wilde heit dan graag kwijt. Ze waren ook verrast: ik studeerde geschiedenis, ik had nooit laten blijken dat ik muzikant wilde worden.”
Foto Sake Elzinga
Je ouders komen best veel voor in je boeken. En nu ook nog in een lied.
„Dat komt ook doordat… Bijvoorbeeld dat openingsstuk in Kelderkoorts… Je kunt het lezen als bemoeizuchtig, maar ik vind het juist mooi hoe ze met me meeleefden. Ze hebben me ook altijd gesteund, ook wel financieel.”
Is het dan een soort eerbetoon?
„Ik wilde boeken maken over mijn leven – en bij het leven horen je ouders. Als puber neem je afstand, maar later wordt dat anders. Toen onze dochters klein waren, kwamen ze elke week langs om op te passen. Dat komt straks ook terug in de volgende boeken. Dan krijg je een veel betere band. De kinderen gingen er ook logeren. En als ze hier kwamen, pakte heit meteen de stofzuiger, en als hij klaar was met stofzuigen, ging hij het gras maaien. Dat kon ik zelf ook, maar ze wilden altijd direct wat doen.”
Jan (80) en Klaske (81) Talma schenken koffie, er gaat een schaal met koekjes rond. „De zorg van zijn ouders heeft hij verwerkt in een ferske over vroeger”, zegt zijn vader.
Jullie zagen zijn loopbaan eerst niet zo zitten. Wat vinden jullie nu?
Jan Talma: „In het begin moesten we wennen. We waren kritisch, zijn levensstijl stond ons niet aan. Daar kun je je misschien wel wat bij voorstellen. Hij kon altijd goed leren, hij is doctorandus in de geschiedenis. Dus je denkt: hij kan leraar worden, het onderzoek in gaan. En we moesten ook wennen aan zijn stijl, die is niet voor iedereen. Dus we hadden zorgen: zit daar wel toekomst in, heeft hij straks genoeg publiek om ervan te kunnen bestaan.”
Meindert Talma: „Ze vroeg zich af of je echt brieven schreef.”
Jan Talma: „Ja, dat klopt. Dat heb ik gedaan. We dachten: als hij geen leraar wil worden, wil hij misschien de journalistiek in – alles is beter dan dit. Maar hij is doorgegaan, hij heeft zijn eigen weg gezocht en daar is hij in geslaagd. Daar hebben wij groot respect voor gekregen – dat hebben we ook uitgesproken. Hij zei een keer: Heit, dit ken ik, dit wol ik, dit doch ik. Toen dacht ik: nu moet ik ophouden, want als we hiermee doorgaan wordt het gezeur.”
Meindert Talma: „Heb ik dat gezegd? Dat weet ik niet meer.”
Klaske Talma: „Als jongetje was je ook al zo: je deed wat je wilde. En wat je niet wilde, deed je niet.”
Jan Talma: „Meindert heeft uitgesproken ideeën. Een typische Wâldman. In de Friese Wouden zijn de mensen vrijgevochten, doen ze hun eigen dingen. En de wâldhumor, dat is droge humor. Het is humor die je moet snappen.”
Jullie lezen alle boeken, volgen de recensies. En jullie gaan ook vaak mee naar optredens, begreep ik.
Jan Talma: „We vinden niet alles even mooi, maar dat hoeft ook niet. Hij maakt het niet voor ons, hij doet het voor hemzelf.”
Klaske Talma: „Bij die optredens komt heel warm volk. Echt fijne mensen.”
Wat vinden jullie ervan dat jullie zo’n belangrijke plek innemen in zijn werk?
Jan Talma: „Vind je dat? Nou ja, we zijn wel bepalend geweest in zijn leven. We hebben ook nogal aan hem geschaafd (hij lacht), om te proberen hem andere kanten op te krijgen. Dat acceptatieproces, dat hij van ons de ruimte moest krijgen, heeft denk ik ook op hem wel een stempel gedrukt. Als wij altijd hadden gezegd: het is mooi en aardig, dan hadden we die rol niet gehad.”
Terwijl grote golven stukslaan op een woeste kust, lopen Clint Eastwood en Donna Mills tegen de wind in over het strand. Als ze na een stukje wandelen gaan zitten, zijn de golven nog altijd hoog genoeg om schepen voor anker te houden. Intussen hoor je ‘The First Time Ever I Saw Your Face’, gezongen door een dan nog vrijwel onbekende Roberta Flack. Een nummer dat precies die onnadrukkelijk woeste liefde in zich heeft branden.
Dat nummer in die film (Play Misty for Me, 1971) – twee decennia eerder geschreven door Ewan MacColl – was de grote doorbraak van Flack, waarna ze een van de grootste soulsterren van de jaren zeventig en tachtig werd. Haar stem had een enorm bereik, met veel passie maar zonder overdreven emotioneel te worden, ook al zong ze regelmatig over maatschappelijke thema’s, zoals racisme (‘Be Real Black For Me’, met Donny Hathaway) en homoseksualiteit (‘Ballad Of The Sad Young Men’).
„Mij is verteld dat ik klink als Nina Simone, Nancy Wilson, Odetta, Barbra Streisand, Dionne Warwick, zelfs Mahalia Jackson”, zei Flack in The New York Times in 1970. „Als iedereen zegt dat ik als één iemand klink, maak ik me zorgen, maar als ze zeggen dat ik zoals hen allemaal klink, weet ik dat ik mijn eigen stijl heb.”
Afgelopen weekend overleed Roberta Flack op 88-jarige leeftijd, na een hartaanval.
Roberta Cleopatra Flack werd in 1937 geboren in Black Mountain, in North Carolina en groeide op in Arlington, Virginia. Haar vader werkte voor de overheid, haar moeder was organist in een kerk. De familie was erg muzikaal, Roberta speelde zelf piano en wel zo goed, dat ze er een beurs van de Howard University voor kreeg. Als vijftienjarige was ze de jongste student ooit. Ze werd omschreven als verlegen, ongemakkelijk, ijverig en altijd met haar neus in een boek. Ze studeerde af (inmiddels op zang) nog voor ze twintig werd, waarna ze les ging geven.
Voor ‘Killing Me Softly with His Song’ ontving Roberta Flack in 1974 een Grammy.Foto Harold Filan / AP
Eastwood
Haar carrière kwam vervolgens langzaam op gang. Ze speelde veel, had een bescheiden reputatie als performer en een groot repertoire, maar ze was al halverwege de dertig toen Clint Eastwood belde. Dankzij zijn film schoot ze naar de top van de hitlijsten, ook al was het album waar dat nummer op stond al drie jaar uit.
Zij kende ‘The First Time Ever I Saw Your Face’ in de versie van Joe & Eddie (1963). Ze zong het in 1969 zelf veel langzamer en gevoeliger dan haar voorgangers, met in haar achterhoofd haar door een auto doodgereden kat. Toen Eastwood belde of hij het mocht gebruiken (voor 2.000 dollar), zei ze dat ze het dan wel opnieuw wilde opnemen, omdat ze het te langzaam vond. Eastwood wilde daar niets van weten. Flack won er in 1973 een Grammy voor.
Roberta Flack zong ‘The First Time Ever I Saw Your Face’ gevoeliger dan haar voorgangers, met in haar achterhoofd haar door een auto doodgereden kat
Het nummer was, toepasselijk genoeg, het nummer waar de astronauten van Apollo 17 mee werden wakker gemaakt in een baan rond de maan, op de dag dat ze terug naar aarde kwamen: de voorlopig laatste keer dat mensen de maan van dichtbij zagen.
Later zou ze hits scoren met ‘Feel Like Makin’ Love’, ‘The Closer I Get To You’, ‘Tonight, I Celebrate My Love’ (met Peabo Bryson) en de Burt Bacharach-song ‘Making Love’. Maar verreweg haar grootste hit is ‘Killing Me Softly with His Song’, geschreven door Charles Fox, Norman Gimbel en Lori Lieberman. Flack bracht het uit in 1973 en het kwam op nummer één in onder meer de Verenigde Staten, Australië en Canada en leverde Flack twee Grammy’s op – ze was de eerste artiest die twee jaar achter elkaar de Grammy Award voor Record of the Year won, later alleen gevolgd door U2 en Billie Eilish. Het nummer werd in 1996 opnieuw opgenomen door de Fugees, die daar opnieuw een Grammy mee wonnen. De Fugees en Flack speelden het later regelmatig samen.
Beatles
Samen zong ze ook met goede vriend Donny Hathaway, op het album Roberta Flack & Donny Hathaway (1972), met onder meer ‘You’ve Got a Friend’, de single die bijna tegelijk uit werd gebracht met de nog beroemdere versie van James Taylor. Hun nummer ‘Where Is the Love’ werd in 1974 wel degelijk een monsterhit. In 2003 opnieuw, in de versie van The Black Eyed Peas. Ze werkte ook samen met Quincy Jones, Michael Jackson, Miles Davis, zong nummers van Leonard Cohen en David Bowie en vulde een heel album met covers van The Beatles – in 1975 waren John Lennon en Yoko Ono haar buren in New York.
In de jaren negentig en nul behaalde Flack niet zulke grote successen meer, hoewel ze vele artiesten inspireerde, zoals Erykah Badu, D’Angelo, en Luther Vandross, voor wie Flack een mentor was.
In 2018 ontving Flack zowel een oeuvre-Grammy, als een oeuvreprijs van de Jazz Foundation of America. Datzelfde jaar werd ze onwel op het podium, waarna bleek dat ze enkele jaren eerder een beroerte had gehad. Ook leed ze al geruime tijd aan ALS, waardoor ze de laatste jaren niet meer kon optreden.
Sinds de lancering van de nieuwste chatbot van Chinees AI-bedrijf DeepSeek een maand geleden, beleeft China een AI-hype. Jong en oud downloadde de app. „Mijn vader gebruikt hem ook”, vertelt de 41-jarige You Tianlong, die werkt aan een universiteit in het zuiden van China. Tijdens de recente vakantie rond het Chinese nieuwjaar was de chatbot het favoriete onderwerp van gesprek. Omdat er zoveel gebruikers tegelijk waren, kon de server het vaak niet aan. „Iedereen was er vol van, dat we ondanks alle beperkingen die de VS aan China hebben opgelegd, en zonder toegang tot de beste chips dus, zo’n goede AI-tool konden ontwikkelen.”
Lees ook
Toen de oprichter van DeepSeek jaren geleden chips inkocht nam niemand hem serieus. Nu is hij in China de nationale trots
DeepSeek verraste vorige maand de wereld door de hoge kwaliteit van zijn R1-model, generatieve AI die getraind werd op een goedkopere manier door spaarzaam gebruik te maken van chips. Vanwege Amerikaanse exportrestricties hebben Chinese bedrijven beperkt toegang tot de meest geavanceerde halfgeleiders. De innovatie kwam niet uit de koker van een groot staatsbedrijf, maar werd ontwikkeld door een start-up met geld dat topman Liang Wenfeng in de financiële sector verdiende, zonder staatssteun.
Daarmee leidde het succes van DeepSeek ook tot een politieke discussie in China, over de rol van de staat in China’s economie. Onder het huidige leiderschap werd overheidscontrole juist versterkt. Maar de Chinese overheid omarmt het fenomeen DeepSeek graag. Vorige week maandag schudde een minzaam glimlachende president Xi Jinping de hand van Liang. De veertigjarige, bebrilde programmeur zag er daarbij wat geïntimideerd uit.
De handdruk vond plaats tijdens een zeldzame ontmoeting van president Xi met ceo’s van een aantal van China’s belangrijkste private bedrijven, vooral uit de techsector. De boodschap: China’s private sector heeft de steun van Beijing – en tech-innovatie is een topprioriteit.
Staat op afstand
Ook in China kwam DeepSeek onverwachts. De afgelopen jaren maakten onderzoekers in China zich flink zorgen over de impact van de Amerikaanse exportrestricties op AI-innovatie in het land. Zonder toegang tot geavanceerde chips zou China veel moeite hebben de innovatie in Silicon Valley bij te benen. „Maar DeepSeek heeft dat narratief helemaal veranderd”, zegt Jinghan Zeng, die aan de Universiteit van Lancaster onderzoek doet naar China’s AI-strategie en „net als bijna iedereen in China” verrast werd door het bedrijf.
Het succes moet volgens Zeng niet worden toegeschreven aan de Chinese staat. Die heeft weliswaar allerlei plannen om China een supermacht op het gebied van kunstmatige intelligentie te maken, maar in de praktijk blijkt innovatie lastig te plannen, ook in China. DeepSeek stond in geen enkel plan. „Alle belangrijke digitale techbedrijven in China zijn private bedrijven. Dit is geen overwinning van een staatsstrategie, maar een succes van China’s private sector.”
Het bedrijf is gevestigd in Hangzhou, een megastad ten zuidwesten van Shanghai in een van China’s welvarendste regio’s. Ook andere beroemde Chinese private bedrijven, zoals Alibaba, hebben er hun hoofdkwartier. Online discussiëren mensen over het geheim van het succes van de stad. Veel mensen wijzen op de lokale overheid, die zich niet te veel met bedrijven bemoeit, maar wel helpt waar dat kan, bijvoorbeeld op het gebied van goede infrastructuur.
Chinese gezegden
Het is begrijpelijk dat de Chinese overheid het onwaarschijnlijke succes in haar propaganda verwerkt, vindt professor Zeng. „Dat zou elke regering doen.” Bovendien straalt het inderdaad positief af op het huidige economische klimaat. Blijkbaar heeft de overheid bepaalde dingen goed gedaan. Maar het is belangrijk dat daar de juiste conclusies uit worden getrokken. „De overheid moet wat meer afstand houden en goede randvoorwaarden voor innovatie creëren op wettelijk, commercieel, financieel en technologisch gebied. Niet nu miljarden staatssteun hierop zetten. Dat is niet de les die DeepSeek ons leert.”
De private sector kan het positieve signaal dat de centrale overheid vorige week gaf goed gebruiken. De afgelopen jaren hadden delen van de sector het zwaar te verduren, doordat Beijing strengere regelgeving invoerde, vooral in tech en vastgoed. Staatsbedrijven kregen het juist makkelijker.
Het afgelopen jaar was er ook veel onrust in de sector vanwege arrestaties. Meer dan tachtig leidinggevenden van beursgenoteerde bedrijven kregen in 2024 te maken met detenties, die vaak meer te maken hadden met financiële conflicten dan met echte overtredingen van de wet. Vanwege geldgebrek zetten lokale overheden, die worstelen met China’s kwakkelende economie, private bedrijven onder druk met hoge boetes of met gevangenisstraffen voor ondernemers die de overheid last bezorgen, bijvoorbeeld door onbetaalde rekeningen op te eisen.
De bijeenkomst van vorige week moet ondernemers in China het gevoel geven dat de centrale overheid dat soort praktijken afkeurt, en dat zij de cruciale rol van private bedrijven – goed voor zo’n 60 procent van China’s bbp – in China’s economie erkent. Tegelijk is die waardering er vooral voor bedrijven die aansluiting zoeken bij nationale prioriteiten op het gebied van technologische innovatie en de concurrentie met de Verenigde Staten. „De privésector is gewild, maar binnen de grenzen van de staat”, stelt economisch analist Lizzi Lee in Foreign Policy.
Lees ook
Miljardair Jack Ma is al maanden spoorloos verdwenen — ging hij te ver?
Een voorbeeld hiervan is de recente transformatie van techgigant Alibaba. Sinds 2020 hield ceo Jack Ma zich op de vlakte, na een tijdelijke verdwijning die gezien werd als politieke waarschuwing aan de uitgesproken zakenleider. In die jaren veranderde ook het bedrijf, van een e-commerceleider tot een bedrijf dat zich ook veel met cloud computing en kunstmatige intelligentie bezighoudt. Juist die infrastructuur is belangrijk voor de toekomst van China’s eigen AI-systemen, die veel rekenkracht nodig zullen hebben. Alibaba maakt zich zo nuttig voor de strategische prioriteiten van de Chinese overheid – en Jack Ma mocht vorige week voor het eerst in vijf jaar weer aanschuiven in Beijing. Maandag zegde Alibaba toe de komende jaren „ten minste” 380 miljard yuan (50 miljard euro) te investeren in de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie en cloudopslag.
Nieuwe ideeën
Ondertussen begint het R1-model van DeepSeek de Chinese samenleving voorzichtig te veranderen, op eenzelfde manier als ChatGPT-4 dat deed in Europa. ChatGPT wordt in China geblokkeerd en veel mensen maken nu voor het eerst kennis met de voordelen van generatieve AI. „Bij eerdere Chinese chatbots had je te veel het gevoel met een robot te praten”, vertelt Ding, leraar aan een basisschool in Qingdao. „Maar DeepSeek is echt goed. Daardoor krijg je nieuwe ideeën.”
Lees ook
Een middag chatten met DeepSeek legt de worsteling van de chatbot bloot. Vrijheid in Hongkong? ‘Laten we het over iets anders hebben’
Hij gebruikt de app nu ook in zijn literatuuronderwijs. „Een paar dagen geleden heb ik samen met mijn leerlingen DeepSeek instructies gegeven voor een gedicht over de lente, dat hij moest schrijven in de stijl van de Chinese dichter Du Fu. Er kwam iets moois uit. DeepSeek weet ook echt veel van de Chinese taal en geschiedenis.”
Ook steeds meer bedrijven en overheidsinstanties integreren de chatbot in hun producten. Merken als Huawei, Xiaomi en Lenovo zijn al overstag, en zelfs de concurrerende chatbot-app Yuanbao van het grote techbedrijf Tencent integreerde DeepSeeks model, dat zo nog sneller een groot publiek kan bereiken.
Maar met de snelle adoptie van generatieve AI komen ook zorgen over de risico’s opzetten. Wat gaat AI doen met de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld? De competitie in de Chinese banenmarkt is ook zonder grootschalig gebruik van AI al zo moordend. You, de universitair medewerker, ziet het met lede ogen aan. „De Chinese samenleving is zo competitief. Als er een nieuwe manier is om jezelf te versnellen, zullen mensen die met beide handen aangrijpen.”
„Het is onvermijdelijk”, voegt hij berustend toe. „Maar we zitten hier al decennia in een sociale transformatie. We zijn gewend aan razendsnelle verandering.”