De Russische oorlog tegen Oekraïne heeft het denken over de Europese defensie veranderd. Budgetten voor de krijgsmacht gaan omhoog, de productie van wapens en munitie wordt opgevoerd, grenzen worden beter bewaakt. En er wordt gediscussieerd over herinvoering van een fenomeen dat na de Koude Oorlog uit de meeste Europese landen verdween: de dienstplicht.
Ook in een hedendaagse oorlog, met geavanceerde raketten en drones blijven soldaten cruciaal, blijkt in Oekraïne. Aan beide zijden vallen veel slachtoffers, de lange duur van de oorlog maakt vervanging noodzakelijk. Rusland stuurt gevangenen, etnische minderheden en buitenlanders naar het front. Oekraïne verlaagde de mobilisatieleeftijd voor mannen van 27 naar 25 jaar en trotseert de Amerikaanse druk om 18-jarigen te mobiliseren. Die verlaging kan immers leiden tot nog meer mannen die Oekraïne ontvluchten en bedreigt een groep die het land na de oorlog weer moet opbouwen.
Rond de eeuwwisseling waande Europa zich veilig. Frankrijk en België schaften de dienstplicht, in Europa geïntroduceerd tijdens de Franse Revolutie, af in de jaren 90. Nederland koos in 1996 voor opschorting, wat in de praktijk neerkomt op afschaffing. Italië, Spanje, Portugal en de landen in Midden- en Oost-Europa volgden in het eerste decennium van deze eeuw. Het NAVO-lidmaatschap bood voldoende veiligheid.
In Noord-Europa dachten ze er anders over. Zweden en Finland waren nog geen lid van de NAVO en het nabije Rusland bleef ook na de Koude Oorlog bedreigend. Een jaar na de Russische invasie van de Krim in 2014 voerde Litouwen de dienstplicht weer in. Zweden volgde in 2017, Letland vorig jaar. Daarmee is de noordelijke eenheid compleet: alle Scandinavische en Baltische landen hebben een vorm van dienstplicht.
Niet overal verklaart Russische dreiging het behoud of de herinvoering van de dienstplicht. In het zuiden van Europa, in Griekenland en Cyprus, zorgen de directe buren voor een ongemakkelijk gevoel. Het Kroatische ministerie van Defensie wil herinvoering van een militaire training van twee maanden voor alle mannen tussen 18 en 27 jaar. De wet is gereed, als het parlement instemt treedt de eerste lichting deze zomer aan. Reactie of niet, buurland Servië overweegt herinvoering van de dienstplicht vanaf eind dit jaar.
Groei Duitse leger
Volgens de Duitse minister van Defensie Boris Pistorius was het besluit van voormalig bondskanselier Angela Merkel om de Duitse dienstplicht in 2011 af te schaffen een „vergissing”. „De tijden zijn veranderd. Ik ben ervan overtuigd dat Duitsland een vorm van militaire dienstplicht nodig heeft”, zei Pistorius bij een lezing in de VS vorig jaar.
Het Duitse leger kromp van 215 bataljons in 1990 naar 31 bataljons in 2023. Het huidige beroepsleger telt 181.500 militairen. Kanselier Olaf Scholz kondigde kort na de Russische invasie van Oekraïne aan dat het aantal moet groeien naar 203.000 militairen in 2031.
Volgens Pistorius zijn er drie opties: de huidige situatie behouden en extra mensen rekruteren, een selectieve dienstplicht voor achttienjarige mannen of een volledige dienstplicht voor mannen en vrouwen. Het meest waarschijnlijk is de selectieve dienstplicht, ook bekend als het ‘Zweedse model’. Landen waar wordt nagedacht over herinvoering van dienstplicht kijken steevast naar Zweden.

De eerste stap van het Zweedse model is een vragenlijst die alle achttienjarigen (mannen en vrouwen) krijgen thuisgestuurd, circa 110.000 mensen per jaar. De vragen gaan over hun gezondheid, opleiding, persoonlijkheid, strafblad en hun houding tegenover militaire dienst. Antwoorden is verplicht, maar de eerste selectie op basis van de vragenlijst impliceert vrijwilligheid: wie beslist niet in dienst wil, kan dat aangeven. Een kwart van de ondervraagden wordt uitgenodigd voor een fysieke en psychologische test. Uit die groep wordt de beste een derde, ruim negenduizend mensen, geselecteerd voor een militaire training van negen tot vijftien maanden.
Pistorius denkt voor Duitsland aan een strengere selectie: 400.000 achttienjarigen per jaar krijgen de vragenlijst, veertigduizend doen de test, tienduizend doen de dienst. Er zijn ook andere modellen: in Denemarken, Letland en Litouwen gaat de selectie via loting, een computerprogramma selecteert dienstplichtigen uit geschikt bevonden mannen. Niet iedereen is geschikt, zeiden twee Baltische ministers van Defensie onlangs bij een bezoek aan Den Haag; veel jongeren komen niet door de medische keuring. Hun verklaring: jongeren bewegen minder en zijn minder fit van voorheen.

Animo voor dienjaar
Het Nederlandse leger is nog niet klaar voor herinvoering van de dienstplicht, bleek recent uit een door RTL Nieuws achterhaald document van een werkgroep van militairen. Het ‘Praatstuk Verkenning Opkomstplicht’ uit oktober 2024 zet op een rijtje wat „reactivering van de opkomstplicht” zou betekenen. Dat is niet alleen een enorme logistieke uitdaging – huisvesting, opleiding, materieel – maar heeft ook juridische gevolgen. Immers: „De huidige demografische/maatschappelijke context kent t.o.v. die van de 20e eeuw extra complexiteit op het gebied van genderidentiteit, kostwinnerschap en dubbele nationaliteiten. Dit vergt nieuwe besluitvorming over uitzonderingsgronden en het vastleggen daarvan in wet/regelgeving.”
Van concrete plannen voor reactivering van de dienstplicht is in Nederland geen sprake. Dat in het Praatstuk wordt „verwacht dat in Nederland de opkomstplicht ook wordt gereactiveerd wanneer de landen om ons heen dat ook doen”, is te stellig gefomuleerd, aldus het ministerie.
Alle Nederlandse zeventienjarigen krijgen wel een brief waarin de optie van een vrijwillig dienjaar bij Defensie wordt aangeboden, voor een salaris van 2.300 euro bruto. In de brief wordt verwezen naar de oorlog in Europa. Doel van het dienjaar is om jongeren kennis te laten maken met Defensie, in de hoop dat ze er willen blijven werken. Door de huidige groei van de krijgsmacht is er een flink personeelstekort, er zijn meer dan tienduizend vacatures voor beroepsmilitairen.
Belangstelling is er genoeg voor het dienjaar. Van de vijfduizend sollicitanten tot nu toe zijn er bijna zevenhonderd aangesteld en zitten er nog circa 2.300 in het selectietraject voor dit jaar. Van degenen die in 2024 het dienjaar hebben afgerond, blijft circa 80 procent verbonden aan de krijgsmacht, 61 procent als beroeps en 19 procent als reservist. Alleen gebrek aan opleidingscapaciteit beperkt de groei, zegt een woordvoerder van het ministerie. Defensie streeft naar 1.135 dienjaarmilitairen dit jaar en vierduizend in 2029.

Nut voor samenleving
In de discussie over voor- en nadelen van dienstplicht gaat het niet alleen over militaire aspecten. Het is ook een principiële keuze tussen een beroepsleger en een krijgsmacht waar burgers (tijdelijk) in meedraaien. Voorstanders van dienstplicht wijzen op het nut voor de samenleving: jonge mensen worden betrokken burgers, doordrongen van de noodzaak om hun land te verdedigen. Dienstplichtigen dragen bij aan de verdediging van vrijheid en democratie. Het is een argument dat politici graag gebruiken.
Riccardo Di Leo, onderzoeker aan het European University Institute in Florence, trekt dat argument in twijfel. Met twee andere politieke wetenschappers publiceerde hij in 2022 een onderzoek naar het verband tussen dienstplicht en vertrouwen in de overheid. Ze keken daarbij naar de ervaringen in vijftien landen. Hun conclusie: dienstplicht leidt niet tot meer sociale cohesie, maar juist tot een afname van ‘institutioneel vertrouwen’.
Hoe laat zich dat verklaren? Di Leo: „De militaire en civiele wereld zijn heel verschillend. De militaire wereld is verticaal, hiërarchisch, in wezen anti-democratisch. We ontdekten dat achttienjarigen die een jaar lang in deze omgeving hebben gefunctioneerd, bij hun terugkeer in de civiele wereld minder vertrouwen hebben in democratische instellingen. Ze zijn in een cruciale levensfase naar een homogene wereldvisie geduwd, terwijl jongeren die niet in dienst zijn geweest een meer divers beeld hebben.”
Er is volgens Di Leo sprake van een ‘rekruteringscrisis’, de bereidheid om in dienst te gaan was nog nooit zo laag. Het onderzoek verscheen kort na de Russische invasie van Oekraïne, maar laat niet zien welk effect die gebeurtenis heeft op de bereidheid om te dienen. Het kan twee kanten op: nu duidelijk is dat de veiligheid van Europa op het spel staat, neemt de bereidheid wellicht toe. Of hij neemt nog verder af, juist omdat oorlog geen abstractie is maar realiteit.
Lees ook
In het Drentse Darp oefenen twintigers om Russen af te schrikken: ‘Probeer in je wapen te hangen’
