Ringel Goslinga gebruikte vlechtwerk als brug naar het verleden van Sulawesi

Foto Ringel Goslinga

Als kind was Ringel Goslinga (1969) gefascineerd door de studeerkamer van zijn opa, die vol stond met herinneringen aan Nederlands-Indië. Ondanks die nieuwsgierigheid liet zijn opa, die in 1933 als zendingsarts naar de Nederlandse kolonie werd gestuurd, weinig los over het verleden.

In 2017 reisde Goslinga naar Sulawesi, waar zijn opa ooit werkte, om de cultuur en geschiedenis van de Toraja-bevolking te onderzoeken. „Ik wilde begrijpen hoe het leven daar was voordat het christendom werd geïntroduceerd.” Nederlandse zendelingen werden in de eerste plaats naar het gebied gestuurd om de religie te verspreiden. De kerstening had een ingrijpende impact op de lokale bevolking, wier animistische rituelen verboden werden.

Foto Ringel Goslinga

In zijn boek Aluk to Dolo (‘de manier van de voorouders’) verdiept Goslinga zich in de verloren tradities en rituelen van de Toraja-bevolking. Hij leerde zichzelf het traditionele vlechtwerk, een ambacht dat voor hem een brug vormde naar het verleden. „Het vlechten voelde als een meditatie. Het bracht me dichter bij de cultuur van de Toraja en maakte me bewust van de rijkdom van hun tradities.”

Foto’s: Ringel Goslinga

Goslinga’s boek is het resultaat van acht jaar onderzoek en persoonlijke reflectie. Met een combinatie van foto’s, archiefmateriaal en persoonlijke verhalen vertelt Goslinga niet alleen zijn familiegeschiedenis, maar ook het verhaal van het kolonialisme in Nederlands-Indië.

Ondanks de rol van zijn grootvader in het koloniale verleden, zegt Goslinga dat hij in Sulawesi met open armen werd ontvangen. In Nederland en Indonesië ontmoette hij zowel de „nazaten van de zendelingen als van degenen die zich tegen hen verzetten”. „Als maker wil ik die twee verhalen bij elkaar brengen, zonder er een oordeel over te vellen.”

Foto’s: Ringel Goslinga