Het is mistig boven de Kagerplassen bij Warmond, in het poldergebied net ten noorden van Leiden. Wie wil oversteken naar boerderij De Eenzaamheid moet dat per roeiboot doen. Na een wat wiebelig en kil tochtje over het uitgestorven vaarwater, meert het bootje aan bij de boerderij. Eigenaar Joost van Schie staat te wachten op de kade, even later serveert hij stevige bruine boterhammen met zelfgemaakte kaas. „Hier werken we aan een duurzame toekomst voor boeren”, zegt hij terwijl hij een glas biologisch bessen-bramensap inschenkt. In deze polder wordt geëxperimenteerd met nieuwe verdienmodellen voor natuurherstel, samenwerking tussen boerderijen en met nieuwe, biologische manieren van boeren.
Dat doet De Eenzaamheid, een biologisch melkveebedrijf, samen met de naastgelegen boerderijen Boerderij Boterhuys, Lakenvelder Boerderij Boterhuispolder en buitenplaats Warmond Buiten. In samenspraak met andere belanghebbenden (‘streekholders’), zoals buurtbewoners, lokale overheden en Staatsbosbeheer, stelden ze een uitgebreid plan op, ‘Land van Wei en Water’. Daarin spraken ze af minder koeien per hectare te houden, zodat bijgedragen kan worden aan doelen voor stikstof, klimaat, waterkwaliteit en weidevogels als de grutto, en de erven open te stellen voor de buurt. „We moeten niet in losse erven blijven denken, maar in verbonden landschappen”, zegt Van Schie.
Maar de gemeente Teylingen, waar de Boterhuispolder onder valt, brengt dit plan aan het wankelen. Vorige week werd duidelijk dat de pacht van de Lakenvelder Boerderij Boterhuispolder, een bedrijf dat sinds 2014 bestaat, niet wordt verlengd. De 36 hectare omliggende grond, waar het bedrijf 75 Lakenvelder koeien houdt, is vergund aan een buurman met een niet-biologisch melkveehouderijbedrijf. Daarmee gaat er een streep door de kleinschaliger en natuurinclusieve manier van landbouw waar ondernemers in deze polder zich op lieten voorstaan.
„En dat terwijl de gemeente zegt dat ze dat belangrijk vinden”, zegt Meta Knol, die het boerenbedrijf runt met haar levenspartner Fernand de Willigen. Een belangrijk uitgangspunt was het vergroten van biodiversiteit in de polder. „En we boeken resultaat. In het voorjaar wemelt het bij ons van de weidevogels. Het afgelopen jaar telden we een recordaantal grutto’s: dertig paartjes.”
Dat ze niet kunnen doorgaan, is indirect het gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad uit 2021, het zogeheten Didam-arrest. Daarin is bepaald dat overheden onroerende zaken, waaronder pachtgronden, telkens weer openbaar moeten aanbesteden – in plaats van bestaande contracten te behouden, zoals van oudsher de praktijk was. „Deze regel is bedoeld om nieuwe spelers, die voorheen nooit een voet tussen de deur kregen, een eerlijke kans te bieden”, zegt Simon Tans, docent omgevingsrecht aan de Wageningen University & Research.
De prijs heeft wel een grote rol gespeeld in de uiteindelijke gunning
Voor eigenaren die de gunning niet krijgen, zoals Knol en De Willigen nu, kan dat vervelend uitpakken. Een neveneffect is dat ambities voor natuurinclusieve landbouw hierdoor kunnen stranden, doordat het regelmatig opnieuw aanbesteden van pachtgronden onbedoeld juist traditionele landbouw bevordert. Terwijl al jaren duidelijk is dat de landbouw anders móét, vanwege stikstof-, waterkwaliteit- en CO2-doelen, en gemeenten ook steeds vaker een andere aanpak willen. Die kluwen komt samen in de Boterhuispolder: een miniatuur van de landbouwcrisis, waar belangen, regels, ambities en verplichtingen soms per hectare kunnen botsen.


Dat de regels vaak nog in het voordeel van die meer intensieve landbouw uitpakken, komt onder meer doordat landbouwgrond veel duurder is geworden als gevolg van de mestcrisis. Doordat een Nederlandse uitzondering op Europese mestregels is verdwenen, mogen boeren minder mest uitrijden. Wie zijn veestapel niet verkleint, moet de overtollige mest laten afvoeren. De prijzen daarvoor zijn in de afgelopen twee jaar verdubbeld en liggen nu tussen de 30 en de 35 euro per kuub (duizend liter). Dit kan boeren een kostenpost opleveren van tienduizenden euro’s per jaar.
Een andere optie is het aankopen van meer land om de mest op uit te rijden. Dat is voor agrariërs vaak aantrekkelijker, want het afvoeren van mest is duur en grond is waardevast. De gemiddelde prijs van een hectare boerenland liep daardoor eind vorig jaar op tot ruim 80.000 euro, van een hectare grasland zelfs tot 94.000 euro, blijkt uit een analyse van de Nederlandse Vereniging van Makelaars. Tien jaar geleden lag die prijs nog op gemiddeld 50.000 euro per hectare.
Deze prijsopdrijving wordt mede aangewakkerd door het Didam-arrest. Nu pachtcontracten vaker worden vernieuwd, kunnen nieuwe gegadigden ook fors meer bieden op te pachten grond – en dat gebeurt ook.
Meer waarde aan grondprijs
Tegelijk hoeft geld niet leidend te zijn. Openbaar aanbesteden onder het Didam-arrest zegt niets over de voorwaarden die gemeenten kunnen stellen in de aanbestedingsprocedure, zoals duurzaamheidsdoelstellingen. In de aanbesteding van de Boterhuispolder zit daar vooral de crux: uit de pachtinschrijving blijkt dat de gemeente Teylingen meer waarde toekent aan de grondprijs dan aan het al dan niet natuurvriendelijk boeren van een gegadigde partij.
Zo kon een natuurinclusieve boer in dit geval in totaal 890 punten verdienen, door zaken als een biologisch certificaat, deelname aan weidevogelbeheer en duurzame en diervriendelijke stallen. Tegelijk waren er tien punten te verdienen voor elke geboden euro per hectare. „Een bod dat 100 euro per hectare hoger is, doet dus alle biologische of natuurinclusieve doelen teniet”, zegt Meta Knol.
„De gemeente kiest geld boven grutto’s. Dit is waarom natuurboeren het in Nederland niet redden”, zegt Knol, die de afgelopen dagen met een serie posts op LinkedIn duizenden reacties ontving en daarmee ook veel lokale media- en politieke aandacht kreeg voor de kwestie.
Nu pachtcontracten vaker worden vernieuwd, kunnen nieuwe gegadigden ook fors meer bieden op te pachten grond – en dat gebeurt ook
De gemeenteraad van Teylingen belegt volgende week een speciale vergadering om over het pachtbesluit te praten en er komen uit het hele land steunbetuigingen om hun bedrijf te redden. De landelijke burgercoöperatie Land van Ons, dat met geld van leden landbouwgrond aankoopt om de biodiversiteit te vergroten, stelt naar aanleiding van de kwestie in Teylingen een meldpunt in voor zogeheten ‘knelpacht’ die verduurzaming van de landbouw in de weg kan zitten.
Volgens de gemeente Teylingen woog duurzaamheid wel mee in de aanbestedingsprocedure: vooraf werden in overleg met een specialist duurzaamheidscriteria opgesteld. En daar is volgens een woordvoerder ook door de nieuwe pachtnemer aan voldaan. Die mag dus niet eindeloos mest uitrijden over de velden of voor veel meer stikstofuitstoot zorgen. Ook moet die zich inzetten voor weidevogels. Maar, erkent een woordvoerder per mail: „De prijs heeft wel een grote rol gespeeld in de uiteindelijke gunning.”

Minder duurzaam dan de buren
De boer die de pacht heeft gewonnen, Herman van der Heden, beaamt dat zijn bedrijf minder duurzaam is dan dat van de buren, maar zegt dat hij juist wil vergroenen. „Een lang gekoesterde wens is om verder te verduurzamen, maar de stap naar biologisch boeren vraagt om meer grond onder het bedrijf. Tot op heden was deze mogelijkheid er niet. Wij zijn dan ook zeer verheugd om deze stap nu wel te kunnen maken.” Hij baalt enorm van alle ontstane ophef en is in gesprek met Knol en De Willigen over of en hoe hun bedrijf in de Boterhuispolder kan blijven voortbestaan, al betwijfelen zij sterk of samenwerking haalbaar is.
Ook buurman Joost van Schie van De Eenzaamheid heeft weinig vertrouwen in een goede afloop. „Ons kansrijke gebiedsinitiatief wordt geamputeerd”, zegt hij. Volgens hem brengt het beëindigen van de pacht de plannen voor een duurzamer en gemeenschappelijker landschap van de Boterhuispolder in gevaar, omdat die 36 hectare daar een noodzakelijk onderdeel van is. „Dit pachtbesluit heeft dus niet alleen betrekking op de Lakenvelder Boerderij Boterhuispolder, maar op het hele gebied en de plannen die wij daar wilden realiseren”, zegt hij.
Ook wijzen de boeren op wat zij „de wet van de remmende duurzaamheidsvoorsprong” noemen. Knol: „Een groter, traditioneler bedrijf heeft vaak meer investeringsruimte om de omslag naar een duurzamer bedrijfsvoering te maken. De kleine natuurinclusieve bedrijven, die zoals wij vaak eerder een transitie hebben doorgemaakt en het verst zijn in hun ontwikkeling, verdwijnen.”
Ze rekenen het de gemeente Teylingen aan. „Deze situatie weerspiegelt de doorgeschoten marktdynamiek in de landbouw en het onvermogen vanuit de overheid om richting te geven”, zegt Van Schie. „Dat levert alleen maar verliezers op.”
