
Op een zomervakantie in Nice bezochten impresario Paul Acket en zijn vrouw Jos eens een openluchtfestival. Op drie podia klonk simultaan jazz, het publiek wandelde rond zonder vaste zitplaatsen. Het zette aan het denken. De Ackets hadden net, in 1974, hun muziekbladen Muziek Expres en Popfoto aan de VNU verkocht. Met de opbrengst ging Paul Acket een eigen jazzplan vormgeven: een jaarlijks North Sea Jazz Festival, zes zalen in het Nederlands Congresgebouw in Den Haag. Hij vond: „Alles wat goed is, moet te zien zijn op ons festival.” En zij zei: „Maar niet in de openlucht, want de kans op regen is te groot.”
De deze week overleden Jos Acket (91) was een doortastende, drijvende kracht achter North Sea Jazz. Terwijl haar man, concertorganisator Paul Acket zich boog over de artistieke invulling, nam zij het zakelijke en marketinggedeelte – de kaartverkoop, medewerkers en contractafhandeling – voor haar rekening.
Het echtpaar Acket had toen al heel wat samen opgebouwd. Jos Nieuwmans trouwde in 1956 met jazzimpresario Paul Acket in Scheveningen. Die had ze leren kennen tijdens een door hem georganiseerde busreis naar het concert van Louis Armstrong in het Concertgebouw. De eerste jaren woonden ze in het souterrain van het ouderlijk huis; ze kregen twee dochters.
In 1956 was Paul het muziekblad Muziek Expres begonnen. Daarnaast was zijn Impresariaat Paul Acket een befaamd concertorganisator geworden; van nachtconcerten met grote jazznamen in het Kurhaus, het Newport Jazz Festival in Rotterdam (1966) tot popconcerten van Cliff Richard tot Beach Boys.
The Rolling Stones in het Kurhaus
Kon de ambitieuze Acket dromen, zijn vrouw Jos hielp zijn ideeën te realiseren. Stond hij handenwringend bij de artiesteningang zijn artiesten opwachten, stelde zij gerust en deed de zaken. Zoals toen het puikje van de nieuwe beatsound langskwam in 8 augustus 1964: The Rolling Stones in het Kurhaus. Dat liep binnen twaalf minuten totaal uit de hand. Buiten zichzelf sloopte het publiek de zaal. Jos had de envelop met de Stones-gage in haar tas en verschool zich op het toilet met de deur op slot.
Bij North Sea Jazz was haar rol onmisbaar, feitelijk was ze te beschouwen als zakelijk leider. De eerste editie is in 1976: zes zalen in het Nederlands Congresgebouw in Den Haag met grote namen als Count Basie, Ray Charles, Lionel Hampton en Sarah Vaughan. Slechts vijfduizend mensen in drie dagen viel tegen.
Maar het jazzfestijn groeide per jaar, met op de stijlvaste zwartwit affiches Miles Davis en Ella Fitzgerald. Later vroeg Jos de surrealistische Amerikaanse kunstenaar Rafal Olbinski om een affiche. Zijn trompet met zeilen werd het handelsmerk van North Sea Jazz.
Keukentafel
De Ackets waren een team aan hun keukentafel. Hun hele huis in Scheveningen diende als kantoor tijdens de festivalmaanden. „Boven had Paul zijn kantoor en door het hele huis waren mensen aan het bellen. Je had nergens privacy. Zelfs in de sauna lagen de toegangskaarten in keurige stapels”, vertelde Jos.
In de periode 1976-1992 breidde North Sea Jazz zich in sneltreinvaart uit. Zij hield de budgetten scherp in het oog. „Paul wilde graag iedereen laten optreden. Bewust koos hij voor de combinatie van grote sterren en onbekend talent dat we voor een prikkie overhaalden.” De Ackets schoten veel gages voor – ook als entreegeld nog niet binnen was. Dat hun huis regelmatig als onderpand werd ingezet, maakte haar „bloednerveus”.
Maar op haar initiatief werden ook alle grote momenten gevierd: diners met het team bij de familie Acket in Scheveningen, waarbij Paul een fantastische verhalenverteller bleek.
In 1992 overleed hij. Een jaar later verkoopt weduwe Jos de festivalnaam plus de draaiboeken aan Mojo Concerts. Het was een opluchting voor haar, vertelde ze NRC. „Het was best zwaar werk en ik vond het een mannenwereld. De begintijd was mooi, de bezieling was groot. Het was een echt familiegebeuren.”
