De spotgoedkope pakketjes van Temu en Shein moeten belast worden, vindt de Europese Commissie

Een slaapmandje voor de kat, een klemmetje in een hele specifieke maat waarmee precies de vloerwisser aan de muur gehangen kan worden of een nieuwe strandoutfit: op webwinkelplatforms zoals Temu en Shein kun je het voor een habbekrats bestellen en uit China laten overvliegen. Maar de extreem lage prijzen die de platforms hanteren, zorgen voor valse concurrentie, vindt de Europese Commissie. Ook zou het aanbod op die platforms vaak niet aan Europese regels voor productveiligheid en consumentenbescherming voldoen.

Om dat aan te pakken, presenteerde de Commissie woensdag een plan: een „gereedschapskist voor veilige en duurzame e-commerce”. Dat moet de eindeloze toestroom van pakketjes aan banden leggen. Die is met recht gigantisch te noemen: vorig jaar kwamen er 4,6 miljard goedkope pakketjes de Europese Unie binnen, oftewel zo’n 12 miljoen per dag. Dat is bijna het dubbele van het aantal in 2023, toen er óók al sprake was van een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor. Het overgrote deel van de pakjes is afkomstig uit China. In die pakketjes zit vooral kleding en schoenen, maar ook bijvoorbeeld cosmetica.

Douanediensten klagen al een tijdje dat ze die enorme hoeveelheden niet goed kunnen controleren. 97 procent van alle douane-aangiften betreft nu webwinkelbestellingen. Die leveren aan de grens veel werk op: bij een vliegtuig vol producten die allemaal in individuele pakketjes zitten, valt nauwelijks te controleren. Dat gaat veel makkelijker bij een door een winkelier geïmporteerde zeecontainer, die gevuld is met bijvoorbeeld duizenden identieke mokken of powerbanks.

De gereedschapskist is grotendeels gevuld met bestaande wetten en regels, zoals de digitaledienstenwet DSA en de bestaande consumentenwetgeving. Die wil de Commissie gerichter gaan inzetten. Toch is er ook een aantal voorstellen voor nieuwe tools:

Importheffingen op goedkope pakketjes

De maatregelen zijn gericht op pakketjes die 150 euro of minder waard zijn. Die hebben nu namelijk een uitzonderingspositie, waardoor er geen invoerrechten over betaald hoeven te worden. Die vrijstelling wil de Commissie schrappen, omdat hij voor een ongelijk speelveld zorgt.

Ook Europese winkeliers is de uitzondering al langer een doorn in het oog. Die 150 euro gaat namelijk over de totale waarde van een zending, niet over de prijs van individuele producten. Consumenten kunnen makkelijk onder dat bedrag blijven, een retailer die in bulkhoeveelheden inkoopt niet. Daarmee heeft een verkoper die op Shein één kussensloop aan een consument levert een concurrentievoordeel ten opzichte van een Europese winkelier. Die importeert immers meteen een container vol bedtextiel, waardoor ook over die ene kussensloop die door een klant gekocht wordt invoerrechten zijn betaald. Shein ontkent in een reactie dat de huidige vrijstelling de reden van de populariteit van het platform is.

Helemaal nieuw is dit voorstel niet: het maakt onderdeel uit van een herziening van de Europese douaneregels waarover al maanden wordt onderhandeld. Een soortgelijke stap werd in 2021 al gezet toen een btw-vrijstelling geschrapt werd.

In de Verenigde Staten werd deze week een vergelijkbare vrijstellingsregeling geschrapt voor Chinese pakketjes – voorheen waren zendingen daar zelfs tot een waarde van 800 dollar uitgezonderd van invoerrechten. Dat leidde tot kortstondige chaos: de Amerikaanse postdienst stopte dinsdag met het verwerken van pakketjes uit China en Hongkong, om er een dag later toch weer mee door te gaan.

Een ‘pakjestaks’

Naast het schrappen van de uitzondering op importbelastingen, oppert de Commissie ook een losse heffing op online bestellingen die buiten de EU gedaan worden. Die ‘pakjestaks’ moet door marktplaatsen en verkopers betaald worden. Het plan is nog niet erg concreet over hoe zo’n heffing eruit zou moeten zien. Dat wil de Commissie samen met het Europees Parlement en de lidstaten gaan bekijken.

Duidelijker is waar die heffing voor bedoeld is: het bekostigen van strengere controles. Al die losse pakketjes met een of twee producten erin zorgen immers voor veel meer werk bij douanediensten.

Dat werk is bovendien erg ongelijk verdeeld. 89 procent van de pakketjes komt de EU binnen via een zestal landen, waaronder Nederland. Om de douanediensten van die landen te ondersteunen, moet er een Europees Douane-agentschap (EUCA) komen. Die moet een databank gaan beheren waarin de douanes van lidstaten informatie kunnen delen.

Strenger controleren op productveiligheid

Met die gedeelde informatie moeten douanediensten en toezichthouders beter gaan samenwerken. Producten met hoge veiligheidsrisico’s moeten gerichter gecontroleerd worden. Daarbij moeten de douanes van lidstaten pakketjes gaan tegenhouden, zodat toezichthouders kunnen controleren of de producten aan Europese regels voldoen. Wanneer vervolgens blijkt dat bepaalde verzenders of producten vaak niet voldoen, worden zij in het vervolg strenger gecontroleerd.

Toezichthouders gaan ook vaker gezamenlijk optrekken, zegt de Commissie. Woensdag werd meteen de daad bij het woord gevoegd: de nationale consumentenautoriteiten van lidstaten hebben een onderzoek geopend naar mogelijke „verboden misleidende praktijken” van kledingwinkel Shein. Het bedrijf zegt in een reactie te voldoen aan de Europese regels en mee te werken aan het onderzoek.