Opinie | Welke toets het ook is, groep 8 is te vroeg voor een schoolselectie

In mijn tien jaar voor de klas als groep 8-leraar heb ik ongeveer 150 leerlingen naar het voortgezet onderwijs begeleid. En ieder jaar groeide daarbij het ongemak om kinderen al op 11- of 12-jarige leeftijd in een te klein hokje te duwen – een hokje dat te vaak niet paste.

Tot in groep 8 trekken kinderen in Nederland samen op, daarna ben je ineens een havo-leerling, of vmbo’er. Dat is totaal absurd, aangezien tal van onderzoeken laten zien dat dé havo-leerling of dé vmbo-leerling helemaal niet bestaat. Niet voor niets houden veel andere landen hun kinderen veelal tot 14- of 16-jarige leeftijd bij elkaar. Ook vanwege de rust en ruimte die sommige kinderen nodig hebben om tot bloei te kunnen komen is dit fijn.

Onderling verschillen leerlingen ook helemaal niet zoveel als we soms denken: sterke vmbo-leerlingen scoren op een bepaald vakgebied soms net zo goed als een gemiddelde vwo-leerling. Dat kan op andere vakgebieden dan weer andersom zijn. Een eenduidig profiel bestaat niet, laat staan acht eenduidige profielen waarin we kinderen proberen onder te brengen in het voortgezet onderwijs. Toch is dat te kleine hokje precies de plek waar we de komende weken weer tienduizenden achtstegroepers in gaan persen.

Onderadvies en overrullen

Toen ik begon als docent in groep 8 – tien jaar geleden dus – was de eindtoets een second opinion die kon worden ingezet als extra informatie om leerlingen een advies te geven. In het schooljaar 2014-2015 werd de eindtoets verplicht gesteld, tegelijk met de verplichting om als school een leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) in te stellen. Vanaf dat moment werden vanaf groep 1 op twee momenten per jaar een batterij gestandaardiseerde toetsen afgenomen, naast de verplichte eindtoets halverwege groep 8. De eindtoets werd aanbesteed, wat resulteerde in zes verschillende, commerciële aanbieders met acht verschillende eindtoetsen. Dat waren papieren en digitale toetsen, zelfs adaptieve toetsen.

In de jaren daarna is het tijdsstip van de afname van de eindtoetsen heen en weer verplaatst. Eerst februari, waarna de adviezen van de leraren vaak het toetsadvies volgden, daarna april en mei omdat de adviezen van leraren toch sterker moesten worden meegewogen. Daarna volgde het inzicht dat er veel werd ondergeadviseerd; er volgde een verplichte heroverweging als het toetsadvies hoger uitkwam dan het advies van de leraren. Die leraren hadden wel het laatste woord. Een jaar later werd dat laatste woord weer overruled en de bijstelling van het advies naar boven verplicht gesteld bij een hoger toetsadvies. Vorig schooljaar werd april/mei weer verruild met februari en de eindtoets omgedoopt in de doorstroomtoets.

Rituele toetsendans

Vanaf begin deze week wordt er voor het tweede jaar ‘gedoorstroomtoetst’. Met acht verschillende toetsen, zes verschillende toetsaanbieders, grote verschillen in de uitkomsten, problematische vergelijkbaarheid en grote vraagtekens betreffende betrouwbaarheid en validiteit. De editie van 2024 heeft veel scholen ernstig in verwarring achter gelaten. Er ligt een aangenomen Kamermotie die oproept tot onderzoeken wat er voor nodig is om terug te keren naar één doorstroomtoets. De eerste schoolbesturen geven al aan dat ze er klaar mee zijn en weigeren nog mee te dansen in jaarlijkse rituele toetsdans.

Wat jaren geleden een optionele second opinion was, is nu een high stakes-toets, zoals schoolleider Eva Naaijkens al in NRC beschreef. En precies dat is het grootste probleem. Het zit hem niet in of we het nou de eindtoets of doorstroomtoets noemen, of dat we die in februari of in april afnemen, of dat we één aanbieder of zes aanbieders hebben, of dat die toets wel of niet adaptief is, of dat die toets op papier of digitaal is, of dat het advies van die toets harder meeweegt dan het advies van de leraren.

Het grootste probleem is de rigoureuze selectie op 11/12-jarige leeftijd die iedere jaargang weer tienduizenden kinderen kansen ontneemt. Wil je iets doen aan die kansen, dan moet je iets doen aan het stelsel in plaats van te jonge kinderen in te kleine hokjes persen.


Lees ook

Dilemma’s door de doorstroomtoets: scholen doen met tegenzin mee of haken af omdat ze de toets niet meer vertrouwen

Leerlingen van groep 8 in Dordrecht tijdens het maken van de doorstroomtoets.