Met een huilende, haast zigeunerachtige klank zet Simone Lamsma haar eerste melodie in van Joey Roukens’ nieuwe Tweede vioolconcert. Achter haar, in de kopersectie van het orkest, smeulen nog de resten na van een reeks vurige openingsakkoorden. Het duurt eventjes voordat de viool vanuit de laagte durft op te klauteren naar een hoger register.
Het onheil blijkt nooit ver weg in Roukens’ stuk dat vrijdagavond in TivoliVredenburg zijn wereldpremière beleeft. De dreiging van de introductie kan elk moment weer opflakkeren. Ondanks de verhalende kracht en de energie – onmiskenbaar Roukens – is het zijn duisterste werk tot nu toe. Een reflectie van het diepe dal waar hij in de afgelopen jaren doorheen ging. Hij kampte onder meer met een ondraaglijke tinnitus-piep in zijn oren: zeker voor een componist een zware kwelling.
Dat het schrijven van zijn vioolconcert Out of the deep, speciaal voor Simone Lamsma en het Radio Filharmonisch Orkest, een moeizaam proces was, hoor je nauwelijks terug. Het is een goed gestructureerde reis geworden, door een muzikaal landschap waarin je als luisteraar voortdurend weet waar je bent, maar nooit waar je naartoe gaat. Jachtige passages wisselen af met bitterzoete flashbacks, alsof je even achteromkijkt naar de verschroeide puinhopen die achter je liggen. Lamsma zweeft dan over weidse, filmische bewegingen in het orkest. Gaandeweg wint haar viooltoon steeds meer aan intensiteit. De solocadens speelt ze als een aangrijpende regendans om hoop, die half wordt ingelost wanneer ze uiteindelijk alleen nog in het allerhoogste register eindigt. Dirigent Markus Stenz laat het orkest zachtjes met haar meestijgen, totdat Lamsma’s zoekende slotnoot als een fluitketelpiepje wegsterft.
Oud-chefdirigent Stenz heeft een sterke chemie met het Radio Filharmonisch. In de opening van de avond, Wagners Ouverture uit de opera Tannhäuser, valt bovendien zijn opwaartse manier van dirigeren op. Geen afdwingende slag, maar een plechtige zwaai omhoog waarmee hij het orkest kan optillen. Hij ontdoet Wagners muziek van de soms zo verstikkende zwaarte.
Lees ook
Joey Roukens ging door diep dal: ‘Ik veranderde van gezond persoon in een zombie’
Van terror naar triomf
Als er één componist is die Roukens gehoorellende had kunnen beamen, dan was het Ludwig van Beethoven wel. Hij worstelde al met beginnende doofheid toen hij de grootste hit van de klassieke muziek schreef: pa-pa-pa-paaam! En niet alleen daarom is zijn Vijfde symfonie een goedgevonden combinatie met het vioolconcert van Roukens. Want ook in die symfonie leg je een route af langs afschuw en hoop – al is die bij Beethoven lineair, met een overduidelijke richting: van het noodlot dat aan de deur klopt in het eerste deel naar de machtige overwinning in de ‘Finale’.
Is er iets in de pauze gebeurd, of ligt het aan de muziek? Er lijkt een hele andere Markus Stenz op de bok te staan dan in Wagner en Roukens: swingend, expressiever, dirigerend met zijn hele lichaam. Soms als een magiër die het orkest bezweert; dan weer met slechts een krachtige zwiep van zijn hoofd om een inzet van de eerste violen aan te geven. Met doeltreffende versnellingen en vertragingen geeft Stenz de sleutelmotieven extra nadruk.
Dat een wat huppelig gespeeld tweede deel te weinig contrast biedt tegen de afgrond van het eerste, hindert weinig. Stenz gidst je overtuigend langs Beethovens pad van terror naar triomf. De doorstoot van het derde naar het vierde deel wordt meesterlijk spannend uitgevoerd. Het enige wat je kunt missen is een gevoel van spontaniteit; het idee dat dit twee eeuwen oude pad pas hier, nu, voor je ogen wordt uitgestippeld. Ieder omweggetje en elk obstakel is in de repetities minutieus uitgewerkt, zo te horen. Het Radio Filharmonisch Orkest speelt Beethoven verfrissend en zeker niet op de automatische piloot, maar wel met een vooraf goed ingestelde routeplanner.
Roukens’ Eerste vioolconcert.
