Cate Blanchett lanceert op het IFFR een nieuw fonds voor gevluchte filmmakers

Even leek het Internationaal Film Festival Rotterdam afgelopen weekend wel op dat van Berlijn of Toronto, waar het heel gewoon is dat filmsterren in hun spijkerbroek een film komen presenteren. Of in het geval van Cate Blanchett, want zij was het, een korte én een lange film. En, de hoofdreden voor haar bezoek: de lancering van een fonds om gevluchte filmmakers de kans te geven hun ervaringen in een kortfilm te verwerken. Blanchett, bekend van de saffische romance Carol, dirigentendrama Tár en de nieuwe Apple TV+-thriller Disclaimer, is niet alleen een van de meest gedurfde en veelzijdige acteurs van onze tijd. Ze maakt ook tijd voor haar werk ‘goodwill ambassador’ van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, die samen met onder meer het Hubert Bals Fonds van het IFFR en de Rotterdamse Stichting Droom en Daad het nieuwe ‘Displacement Film Fund’ ondersteunt. Tijdens het filmfestival van Cannes worden in mei de vijf regisseurs bekend gemaakt die ieder 100.000 euro voor een korte productie krijgen. Het is de bedoeling dat de films tijdens IFFR 2026 in première zullen gaan.

Blanchett zei tijdens de presentatie: „Het is een heel turbulente tijd waarin toeschouwers hongerig zijn om verhalen op veel verschillende manieren te consumeren. De filmindustrie bevindt zich in veel opzichten in een vrije val en dat is een kans om zichzelf om te vormen tot iets spannenders.”

Later op de dag stonden er rijen fans met handtekeningenboekjes aan de Rotterdamse zwarte loper en was het Oude Luxor tot in de nok uitverkocht voor de Nederlandse première van G7-satire Rumours, waarvan nog niet bekend is of die verder in Nederland te zien zal zijn. Daarin speelt ze de Duitse bondskanselier die tijdens een mysterieuze wipeout waarin de veenlijken uit hun graven kruipen een erotische liaison beleeft met de premier van Canada. Er gebeuren nog wel meer vreemde dingen in die horrorkomedie die vorig jaar in première ging op het filmfestival van Cannes. Regisseur Guy Maddin is in Rotterdam een oudgediende. De Canadees had al in 2003 een retrospectief op het festival. In 2009 maakte hij samen met Isabella Rossellini in opdracht van het IFFR Send Me to the ‘Lectric Chair dat destijds tijdens het festival in een permanente projectie op het toenmalige Robecogebouw aan de Coolsingel was te zien.

Gevraagd naar hun eerste ontmoeting vertelden Blanchett en Maddin voorafgaand aan de film dat het misschien wel door de Sparks-clip ‘The Girl is Crying in her Latte’ kwam, waarin Blanchett in een kanariegeel pak een lijp dansje uitvoert. Later, in een strak geregisseerd gesprek over hun werk en hun samenwerking met de managing director van het IFFR, Clare Stewart, voegde ze daaraan toe dat het eigenlijk van meet af aan al uitgemaakte zaak was dat ze met hem wilde werken: „Als iemand van het kaliber Maddin je belt, dan kies je niet op grond van een script of een idee, maar op grond van iemands werk. Al had ik het idee dat we in zijn garage in Winnipeg zouden draaien, maar toen stonden we opeens in een park in Boedapest.” Ze verwijst naar de quirky kortfilms die Maddin vaak met een team van getrouwen in zijn eigen studio produceert.

De Sparks-clip ‘The Girl is Crying in her Latte’

‘Die Oscar is haar ontstolen’

Dat was geen beleefdheid of bluf. Er werd een clipje vertoond waarin Blanchett samen met Tár-regisseur Todd Field films uitzoekt in de voorraadkast van de cinefiele Criterion-collectie, die dvd’s uitbrengt en een eigen streamingkanaal in de VS exploiteert. Onder filmliefhebbers zijn deze filmpjes zeer populair, omdat ze een inkijkje geven in de smaak van makers. Blanchett pikte Maddins My Winnipeg (2007) van de plank, een imaginaire documentairefantasie over slaapwandelaars in Maddins woonplaats Winnipeg.

Maddin, gevraagd welke films hij van de kameleontische, onverschrokken en in haar rolkeuze nooit de makkelijkste weg kiezende actrice zou hebben meegenomen: „Stel dat Criterion al Cate’s werk had uitgebracht…” Hij parodieert de typische manier waarop makers hun keuzes in de kast verantwoorden: „Oh, kijk Notes on a Scandal. Cate is geweldig in die film. Ze speelt een lerares aan een middelbare school die een relatie aangaat met een van haar studenten en Judi Dench wordt heel erg jaloers. En Tár, natuurlijk… Die Oscar is haar ontstolen.”

De zaal joelt. Het is de enige keer dat de titel wordt genoemd van de immens populaire psychologische puzzelfilm waarin Blanchett een dirigent speelt die van grensoverschrijdend gedrag wordt beschuldigd en waarvoor ze de acteerprijs in Venetië kreeg. Maddin gaat verder: „En wat is dit? Manifesto, waarin ze wel een dozijn verschillende personages speelt. En wat hebben we hier? Een boxset met haar toneelstukken!”

„Ik had nooit gedacht dat ik in de filmwereld zou kunnen werken. Ik was gelukkig in het theater en vrouwen hadden zeker toen nog een beperkte houdbaarheidsdatum in de filmindustrie’’, herinnert Blanchett zich haar entree in de filmwereld. In 1998 brak ze door met het voor zeven Oscars genomineerde kostuumdrama Elizabeth, en daarna maakte elke volgende artistieke stap nieuwsgieriger. Maddin noemde Manifesto (2015) van de Duitse beeldend kunstenaar Julian Rosefeldt en haar liefde voor experimentele film niet voor niets. De op dertien schermen vertoonde film was destijds te zien op het Holland Festival, en toont haar in al haar veelzijdigheid. „Bovendien”, zegt ze, „weet je tegenwoordig niet meer hoe mensen je film zullen bekijken. Op hun telefoon, in kleine stukjes. Terwijl mensen die naar een ruimtelijk filmwerk gaan in ieder geval de rust hebben om zich wat langer met dat werk te engageren.”