Opinie | Laten we experimenteren met onze democratie

Jean-Marie Le Pen, die 96 werd, herinnert ons eraan dat het extreem-rechtse populisme al sinds de opkomst van de liberale democratie na de Tweede Wereldoorlog een hardnekkig kenmerk van de Europese politiek is. Le Pen werd in 1956 voor het eerst in het Franse parlement gekozen, maar heeft nooit de invloed gekregen die zijn dochter Marine nu heeft. Dat komt omdat de vraag naar populisten in de gouden jaren van de Europese democratie beperkt was.

Maar deze dynamiek is de laatste jaren drastisch veranderd. Niet alleen in Midden- en Oost-Europa zijn nativistische populisten als overwinnaars uit de bus gekomen, maar ook in Italië, Nederland, Oostenrijk en Frankrijk. Met de terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis lijken de populisten klaar te staan om het politieke landschap in de westerse wereld nog wel een tijdje te beheersen.

Veel mensen hebben zo hun eigen lijstje met personen of factoren die ze verantwoordelijk houden voor de opkomst van de populisten. Sommigen wijzen naar het kapitalisme, neoliberalisme, de migratie of mondialisering. Volgens anderen zijn China, Rusland, de Verenigde Staten of de Europese Unie de schuldigen. Er is ook een reeks progressieve centrum-linkse en centrum-rechtse politici die de schuld krijgen van de populistische golf. Voor sommigen ligt die bij Margaret Thatcher, voor anderen bij Tony Blair. Sommigen hebben kritiek op Gerhard Schröder of Angela Merkel, terwijl anderen naar Nicolas Sarkozy of Emmanuel Macron wijzen.

Deze lijst zou nog veel langer kunnen worden, maar we mogen daarbij niet voorbijgaan aan de stelling van de befaamde populisme-expert Cas Mudde. In zijn Leonard Schapiro-lezing van 2019 betoogde Mudde dat naarmate de liberale democratie afbrokkelt, de vraag naar populistische politici stijgt: „Het populisme is in wezen een illiberaal democratisch antwoord op ondemocratisch liberalisme.”

In een recent onderzoek van het Ipsos Knowledge Panel bleek bijna de helft van de respondenten ontevreden over het functioneren van de democratie in hun land. Een andere geloofwaardige peiling wees uit dat rond de 60 procent van de Europeanen erkende hun democratisch gekozen nationale regeringen en parlementen „niet te vertrouwen”. Tal van andere onderzoeken bevestigen de precaire staat van de democratie en beklemtonen hoe de populisten deze kwetsbaarheid uitbuiten.

Dat komt niet omdat de nieuwe generatie populistische leiders van nature vaardiger of charismatischer is dan hun voorgangers. Matteo Salvini is niet bedrevener dan Umberto Bossi, Marine Le Pen is geen betere spreker dan haar vader en Herbert Kickl bezit niet de lokale wortels van Jörg Haider (Kickl begon zijn carrière overigens als Haiders ghostwriter). Het huidige succes van de populisten komt voort uit de vervorming van de liberale democratie, waarin liberale waarden en normen wel worden beleden maar in de praktijk verwaarloosd, getuige de toenemende ongelijkheid, cultureel elitarisme, verwaarlozing van mensenrechten en militaire miskleunen. Daardoor worden kiezers aangezet om illiberale, ondemocratische alternatieven te omarmen. De prangende vraag is: hoe kunnen ontevreden kiezers worden teruggewonnen?

We zouden verwachten dat de liberalen hun fouten zouden toegeven en via een hernieuwde legitimiteit van de democratie zouden proberen de vraag naar populisme te verminderen. Dat is helaas niet het geval. Volgens sommigen is het beste tegengif tegen het populisme een liberale versie van het populisme. Anderen bepleiten een technocratie als bolwerk tegen het populistische post-truth-tijdperk. Beide kampen hebben krachtige publieke campagnes tegen de populistische partijen en leiders gevoerd, met hoogstens magere resultaten – een situatie die niet moeilijk te begrijpen is.

Weliswaar kunnen individuele populistische politici en partijen in diskrediet worden gebracht en van hun macht worden ontdaan, maar de achterliggende vraag naar populisme is hiermee niet opgelost. Zolang de democratie in verval blijft, worden figuren als Le Pen, Wilders of Kaczynski simpelweg door andere populisten vervangen. Het doel zou moeten zijn om de vraag naar populisme te verminderen, niet alleen om van bepaalde populistische figuren of partijen af te komen.

De technocratische oplossingen die de voorkeur van het antipopulistische kamp hebben kunnen een antwoord zijn op praktische problemen als financiële instabiliteit, overheidstekorten of gezondheidscrises. Maar technocratie heeft weinig gemeen met democratie, want het verkleint de rol van parlementen, beperkt de participatie van burgers en vermindert de transparantie in besluitvorming. Democratie moet én doelmatig én representatief zijn: burgers raken teleurgesteld als beslissingen worden uitbesteed aan niet-gekozen deskundigen of instellingen, vooral in moeilijke tijden. Wat voor zin hebben democratische verkiezingen als de beslissingen door technocraten, rechters of banken worden genomen?

Populisme met populisme bestrijden is een nog slechtere strategie, want dit legitimeert wetteloosheid, demagogie en racisme. Het idee van een ‘liberaal populisme’ deugt fundamenteel niet, omdat het populisme alles belichaamt waar de intellectuele grondleggers van het liberalisme tegen waren. Als een liberaal de retoriek en tactieken van een populist overneemt, is hij geen liberaal meer. Punt uit.

In 2021 vroegen onderzoekers aan de Europeanen wat ze ervan zouden vinden als het aantal nationale parlementariërs werd verminderd en vervangen door kunstmatige intelligentie (AI) met toegang tot burgergegevens. Verrassend genoeg toonde de helft van de respondenten, met name jongeren, zich enthousiast. Het is onduidelijk of dit een blijk is van vertrouwen in AI of van wantrouwen in de politieke klasse. Toch onderstreept het de noodzaak van democratische hervormingen die verder gaan dan de traditionele agenda’s van verkiezingen, parlementen, grondwetten en partijen. De democratie moet zich ook richten op de nieuwe uitdagingen die de technologische vooruitgang, waaronder AI, met zich meebrengt.

Het nationale kader waarbinnen de democratie opereert, past niet goed bij het mondiale digitale landschap van onderling verbonden communicatie en transacties. Bovendien is het huidige tempo van de democratie te traag voor een wereld die 24/7 werkt met de snelheid van het internet.

De populisten stellen voor om de democratie te ‘repareren’ door de rechtsstaat, de checks and balances, de onafhankelijke media en de rechten van minderheden te ontmantelen. In deze omgedoopte autocratie, bedrieglijk illiberale democratie genoemd, is snelle besluitvorming mogelijk zonder volksraadpleging of parlementair beraad. Maar snelle beslissingen zijn niet altijd verstandig of legitiem, wat verklaart waarom autocratieën vaak haperen. Bovendien botsen de soevereinistische neigingen van populisten met de internationale connectiviteit die door het internet wordt bevorderd.

De liberalen verwijten de populisten terecht dat ze de traditionele pijlers van de democratische orde ontmantelen. Alleen slaat dat verwijt vaak om in heimwee naar een vervlogen tijdperk waarin politieke partijen diepgeworteld waren in de burgermaatschappij, parlementen fora voor echt publiek debat vormden en ministers vertrouwden op ervaren ambtenaren. Inmiddels ligt de macht bij informele netwerken die hebben geprofiteerd van de digitale revolutie. Deze netwerken behandelen kiezers als consumenten, terwijl de nationale regeringen wel het gezag over kwetsbare burgers of migranten uitoefenen, maar machteloos staan tegen multinationale ondernemingen die de communicatie, het geldwezen en de arbeidsstromen beheersen.

In deze context zijn de begrippen sociaal contract of nationaal belang bijna virtueel geworden. De bestaande democratische instellingen hebben moeite om conflicten op te lossen en zinvolle compromissen te sluiten, omdat, in woorden van Zygmunt Bauman, „soevereiniteit en macht gescheiden raken van de politiek van de territoriale nationale staat”. Denk aan de zwakke en aarzelende reacties van de Europese liberale regeringen op de provocaties van Elon Musk.

Het is onmogelijk om de klok terug te draaien, want de digitale en AI-revolutie zullen door blijven gaan. De democratie moet zich daarom aanpassen aan een wereld waarin mensen anders denken, andere verlangens hebben en anders met elkaar omgaan dan in het gouden tijdperk van decennia geleden. Weliswaar is er geen blauwdruk voor een democratische transformatie, maar we moeten de moed hebben om te experimenteren. Kunt u belangrijke democratische hervormingen noemen die zijn doorgevoerd sinds de komst van het internet, ruim dertig jaar geleden?

Bedrijven hebben zich aangepast aan het digitale tijdperk, evenals de georganiseerde misdaad; maar de democratie is vast blijven zitten in een kader dat beter past bij de tijd van Alexis de Tocqueville. Het is tijd om nieuwe vormen van e-democratie te verkennen waardoor gewone burgers meer macht krijgen. We moeten een gelaagder bestuur omarmen, waarbij landen worden gedwongen om middelen en besluitvorming met lokale en internationale partijen te delen. Ook moeten informele netwerken worden ingezet om publieke goederen te leveren. Experimenten brengen risico’s met zich mee, maar als we ons bij onze vernieuwingen aan de liberale waarden houden, vinden we misschien onze weg uit het populistische labyrint.


Lees ook

‘De wereld kan wel zonder democratie bestaan, maar niet zonder internet’

De sculptuur L.O.V.E. van Maurizio Cattelan uit 2010 bij het Palazzo Mezzanotte, Italiës beursgebouw in Milaan.