Het Noorse schip Silver Dania, met een volledig Russische bemanning, is zaterdag weer vrijgegeven door de Noorse politie nadat het aanvankelijk werd verdacht van betrokkenheid bij de beschadiging van een onderzeese glasvezelkabel die Letland verbindt met Zweden in de Oostzee afgelopen weekend.
Volgens de Noorse politie zou er geen direct bewijs zijn dat het schip direct te maken heeft met de schade. „Het onderzoek wordt voortgezet, maar we zien geen reden om het schip nog langer in Tromsø vast te houden,” zei Ronny Jørgensen, advocaat van de politie van Tromsø volgens persbureau AP.
Het schip werd donderdagavond gestopt en vrijdagochtend naar de haven naar Noorwegen gebracht voor inspectie. Dit was op verzoek van de Letse autoriteiten en na een uitspraak van een Noorse rechtbank. Het schip voer met een Noorse vlag tussen de Russische steden Sint-Petersburg en Moermansk.
Freddie Mercury had in het geheim een dochter volgens een nieuwe biografie van de Queen-zanger die aankomende september verschijnt. Biograaf Lesley-Ann Jones – die al drie biografieën van Mercury schreef – onthult volgens The Daily Mail in Love, Freddie dat Mercury zijn dochter per ongeluk verwekte in 1976. Hij had een affaire met de vrouw van een goede vriend. Na de geboorte onderhield hij een innige band met zijn dochter tot hij in 1991 overleed aan de gevolgen van aids.
Mercury had gedurende zijn leven relaties met zowel mannen als vrouwen. Maar slechts enkele naasten wisten dat hij een dochter had, zegt Jones tegen The Daily Mail. ,,Zelfs leden van Mercury’s persoonlijke huishouden hadden geen idee dat hij een kind had.”
Vlak voor zijn overlijden zou Mercury zijn dochter 17 persoonlijke dagboeken overhandigd hebben, die hij begon te schrijven toen hij van de zwangerschap hoorde. Daarin beschrijft hij zijn hele leven, van zijn jeugd in Zanzibar en India, via zijn wilde feestleven, tot zijn laatste maanden. Het laatste dagboek dateert van 31 juli 1991, slechts maanden voor Mercury’s overlijden. Zijn dochter zou die dagboeken nu overhandigd hebben aan Jones, die ze gebruikte als basis voor de nieuwe biografie.
Mercury’s dochter wil anoniem blijven. Ze zou nu 48 zijn, in Europa wonen en in de gezondheidszorg werken. Om haar identiteit te beschermen, wordt ze alleen aangeduid als B. Het boek Love, Freddie bevat evenwel meerdere persoonlijke brieven van B. Zo schrijft ze: ,,Freddie Mercury was en is mijn vader. We hadden vanaf het moment dat ik geboren werd en gedurende de laatste vijftien jaar van zijn leven een zeer hechte en liefdevolle band. Hij aanbad me en was toegewijd aan mij.”
Lesly-Ann Jones zegt tegen The Daily Mail dat de dochter een ongelukje was, verwekt terwijl zijn vriend op zakenreis was. De moeder van B. was katholiek, waardoor abortus ,,out of the question” was. Het was in het gezin geen geheim dat Mercury de vader was. Hij kwam vaak langs, had een eigen kamer en sprak zijn dochter elke dag. Jones beschrijft hem als een toegewijde, ,,hands-on”-vader.
Leugens en speculatie
Het verhaal is niet te verifiëren voor NRC – ook andere media en naasten van Mercury hebben het verhaal nog niet bevestigd. Jones – die eerder biografieën over David Bowie, John Lennon en Paul McCartney schreef – zei aanvankelijk te twijfelen aan de waarachtigheid van de onthullingen, toen ze drie jaar geleden door B. benaderd werd. Maar ze werd overtuigd door de dagboeken, bankafschriften, foto’s, persoonlijke kaartjes die B. overhandigde, zegt ze tegen The Daily Mail. Daarin stond nieuwe informatie die ze kon verifiëren. ,,Nu weet ik absoluut zeker dat ze geen fantast is. Niemand had dit allemaal kunnen verzinnen. Waarom zou ze anders drieënhalf jaar met mij hebben samengewerkt, zonder ooit iets te eisen?”
Het beeld van Mercury als toegewijde vader strookt niet met zijn reputatie als flamboyant feestbeest. Dat is ook een deel van de reden dat B. nu naar voren komt, blijkt uit een andere brief die is opgenomen in de biografie. ,,Na meer dan dertig jaar aan leugens, speculatie en verdraaiing is het tijd om Freddie te laten spreken.” Ze koos ervoor haar verhaal aan Jones te vertellen omdat ,,haar boek [Love of my Life, uit 2021] een nauwkeuriger beeld gaf van hem dan alles wat ik ooit had gelezen”.
In de Britse tabloids is de klopjacht op de identiteit van B. gestart. In een andere brief in de biografie, schrijft de vrouw echter geen pers te woord te zullen staan. ,,Ik zal niks toevoegen aan wat ik onthul in dit boek. […] Ik ben het aan mijn vader verschuldigd om mijn privacy te koesteren als een van de meest dierbare privileges in het leven.”
Cor Boonstra was een Nederlandse topmanager met een internationale staat van dienst. Een buitenstaander die zes jaar leiding gaf aan Philips, het hoofdkantoor van Eindhoven naar Amsterdam verplaatste en bij zijn vertrek werd vervolgd wegens beursfraude.
Cor Boonstra, in de nacht van vrijdag op zaterdag in Amsterdam op 87-jarige leeftijd overleden, kwam van ver. Zijn vader was melkboer. Zelf maakte hij de hbs niet af. Wat de in Leeuwarden geboren Boonstra miste aan formele opleiding, maakte hij meer dan goed met verkoopkunst en marketing. Zijn start leek op twaalf ambachten, dertien ongelukken. De grote vaart – ongeschikt. Verkoper bij Unileverdochter Van den Bergh & Jurgens – geen tempo. Zijn doorbraak kwam, toch, in de verkoop van melk, boter, kaas en eieren. Bij zuivelhandel SRV. Boonstra senior zat in het bestuur, Boonstra junior werd commercieel directeur. In Zwitserland zag hij een supermarkt op wielen. Hij kopieerde dat. Een rechthoekige, elektrische wagen, volgestouwd met de dagelijkse boodschappen, die gewoon bij de klant de straat inreed. „Leve de man van de SRV, van je hiep, hiep, hiep hoeree”, zong het Cocktail Trio in de radioreclame.
Het SRV-succes had de ingrediënten die later zijn handelsmerk zouden worden: vernieuwing, commercie, kiene marketing, maar ook conflict en ruzie. Bij SRV was dat strijd met zijn vader. Het ging om de beoogde groei. Het kwam in het bestuur van de SRV. Junior won, senior vertrok.
De toenmalige voorzitter van het bestuur vatte de essentie van Boonstra later zo samen, schrijft Marcel Metze in zijn Philips-kroniek Let’s make things better: „Cor was een vlammende geiser: dynamisch, energiek; als je hem niet kon bijhouden, kon je beter naar een andere baan uitkijken. Drammerig en rechtlijnig kon ’ie ook zijn; als ’ie zijn zin niet kreeg, dan loeide het. Maar hij was ook uiterst creatief en beminnelijk. Een man van uitersten, zoveel is zeker.”
Zijn commercieel gevoel en zijn energie brachten hem naar de top van het internationale bedrijfsleven. Bij Nederlandse dochterbedrijven van de Amerikaanse gigant Sara Lee (voeding en persoonlijke verzorging) doorliep hij vanaf 1974 de rangen naar steeds hogere functies. Dochterbedrijf Intradal maakte hij tot „’s werelds nummer één in schoenpoets”, zoals een oud-collega dat noemde in een NRC-profiel.
In 1984 werd hij topman van een hele divisie van SaraLee/Douwe Egberts. Daar leidde hij een vrijwel geruisloze integratie van twee grote overnames. In 1993 kreeg hij opnieuw promotie: tweede man in de concerntop. Standplaats: Chicago.
De Amerikaanse stijl van management lag hem. Hij kon er ook zijn nieuwe hobby uitleven: kunst verzamelen. Het eerder genoemde NRC-profiel: „Cor kan zich naadloos voegen in dat strakke Amerikaanse stramien met z’n do’s en don’ts. Hij is een typisch voorbeeld van een chief executive officer die als boegbeeld fungeert, zoals Nederland ze zo weinig en de Verenigde Staten ze zoveel kent.”
Hoe langer hij in Chicago werkte, hoe zwaarder de nadelen begonnen te wegen: de permanente jetlag, en de afstand tot zijn familie. Die raken aan gezondheid en de ‘thuisbasis’, de twee factoren die gemakkelijk onderschat worden bij het functioneren van een topmanager. Tien jaar later, eind 1993 stopte Boonstra plots bij Sara Lee. Hij bleef wel commissaris. Dat duidt op een afscheid als vrienden. Boonstra was onofficieel met pensioen. Hij was 56. Zijn nieuwe standplaats: de Bahama’s.
En toen belde Jan Timmer.
Twee uur ’s nachts
De topman van Philips (270.000 werknemers) zocht een marketingkanjer. Gesprekken volgden. Boonstra aarzelde. Toen kwam dat doorslaggevende moment. In Boonstra. Nederlands meest dwarse CEO, een semi-autobiografie van marketingman Manfred Bik, vertelt Boonstra hoe Timmer hem om acht uur ’s avonds belde op de Bahama’s. Boonstra: „Ik realiseerde me dat het in Nederland twee uur ’s nachts was. Die man zat daar dus op een zondagochtend om twee uur met het probleem van zijn zaak te worstelen. Hij verdiende het om serieus genomen te worden. Die man wilde ik helpen.”
Boonstra vroeg vijf Nederlandse topmanagers om advies. Alle vijf zeiden: niet doen. Philips? Een naar binnen gekeerd bedrijf. Techneuten. De familie heeft er nog veel invloed. Eindhoven is een toch wat geïsoleerde gemeenschap. Boonstra deed het toch. Een contract voor 31 maanden. Om Jan te helpen.
Timmer en Boonstra hadden hun afkomst gemeen: gewone jongen uit de provincie, niet gestudeerd. Ze waren ook elkaars tegenpolen. Timmer: zijn hele leven Philips. Boonstra: de ‘Amerikaanse’ buitenstaander.
Timmer was in 1990 een reorganisatie gestart die in Nederland zijn weerga niet kende, Operatie Centurion. Kort samengevat: 45.000 à 55.000 banen weg. Dochters afstoten. De organisatie versimpelen. De Japanse concurrentie weerstaan. Overleven en weer winnen.
De eerste jaren leverde Centurion succes op. Een reeks topmanagers verbond zich aan Philips. Boonstra was de derde mogelijke opvolger van Timmer naast Pierre Everaert (ex-Ahold) en Henk Bodt. Boonstra kreeg onder meer marketing en Azië onder zijn hoede. Anderhalf jaar later, eind 1995, werd Boonstra aangewezen als Timmers opvolger. De tiende president.
Bah, een bord spaghetti
Alles was pais en vree. Maar Timmers aandacht verslapte. Verschillende structureel verliesgevende activiteiten, zogeheten bleeders, bleven in de min. Toen Boonstra eenmaal president was, barstte de bom. Hij liep quasi-toevallig een persconferentie van Philips’ financiële man Dudley Eustace binnen om zijn gal te spuwen over het falende management. Hij hekelde de Philips-organisatie, noemde die een bord spaghetti waarin alles door elkaar liep. Terwijl het juist een bord asperges moest zijn, alles duidelijk en overzichtelijk naast elkaar.
Timmer betrok de kritiek op zichzelf. Hij was inmiddels commissaris van het concern, maar begin 1997 wilde hij niet meer wachten op de hem beloofde, maar nog uitgestelde functie als volgende president-commissaris. Hij trad af. Boonstra saneerde verder.
Zijn woorden en zijn daden waren confronterend, dat wist Boonstra. „Ik bestrijd de zelfgenoegzaamheid in de organisatie. Veel mensen begrijpen me heel goed. Maar mijn toon is afgestemd op de mensen die het niet begrijpen.”
Hij stootte het Duitse Grundig (consumentenelektronica), een eeuwige bleeder, af. Multimedia en kabel-tv gingen eruit. De verkooporganisatie per land werd grotendeels ontmanteld. In de loop van 1998 volgde ook de verkoop van Polygram (muziek en film), dat miljarden opleverde.
Een jaar eerder al had Boonstra de verhuizing van het hoofdkantoor naar Amsterdam aangekondigd. „Als je jong bent en je wilt een prestatie neerzetten, dan blijf je niet in Veghel”, zei hij een paar maanden later tegen NRC. „Dan huur je je eerste kamer in de hoofdstad. Die mensen moet Philips achterna gaan.” Eindhoven was te klein, letterlijk en figuurlijk.
Luxe positie
Het saneren en verkopen van ‘tafelzilver’ bleek reuzelucratief. Philips eindigde onder Boonstra’s presidentschap begin 2001 in een luxepositie: met een volle overnamekas. Maar waar moest dat geld geïnvesteerd worden? De strategie haperde.
Daar dacht de president bij zijn afscheid zelf anders over. „Alsof het opschonen van de organisatie geen vorm van strategie is”, zei hij tegen NRC. Philips had toen al van alles geprobeerd. Mobiele telefoons. Nieuwe consumentenelektronica. Het concern knoopte her en der samenwerkingen aan, maar echt vaart kreeg het niet. Het waren spannende tijden, met de opkomst van internet en de vraag hoe Philips daarop moest reageren. Er werd een buitenstaander binnengehaald in de top, Roel Pieper, rechtstreeks uit Silicon Valley. Ook geen succes. Beurskoersen gingen door het dak, grote fusies en overnames waren opeens aan de orde van de dag. Zoniet bij Philips.
Privé waren het zo mogelijk nog spannender tijden. Boonstra leefde gescheiden van zijn vrouw Hansje. Hij had een relatie met oprichter Sylvia Tòth van uitzendbureau Content, toen Hansje eind 1998 werd ontvoerd en weer vrijgelaten. Dat bleek, achteraf, het begin van het herstel van hun relatie.
De twee werelden, zakelijk en privé, kwamen samen toen Boonstra eind 2000 verdacht werd van handel in voorkennis in aandelen bij de overname, begin 2000, van mediabedrijf Endemol. Tòth was daar commissaris. Op de avond voor zijn afscheidsreceptie in het Concertgebouw in Amsterdam zat Boonstra als enige gast in het tv-programma Barend & Van Dorp. Hij beet van zich af naar justitie. Enkele uren voor de receptie kondigde het Openbaar Ministerie zijn vervolging aan – te laat om het feest af te gelasten. In het Concertgebouw zongen de genodigden hem uit.
De voorkenniszaak kostte hem de meeste van zijn commissariaten. Al snel bleek er nog een zaak: handel in obligaties Ahold, waar hij commissaris was. Die had hij, in weerwil van de regels, niet gemeld bij de beurscontroleur. Hij kreeg er een geldboete voor.
De rechter sprak hem later vrij van handel met voorkennis. Na dat nieuws ging hij aan boord van zijn jacht De Palmyre. Tegen auteur Bik: „Ik ben heel lang gaan zeilen.”
Rond die tijd viel er een ansichtkaart in zijn brievenbus. Daarop stonden twee hartjes en de tekst: „Kom nou maar weer gewoon naar huis.”
Vliegtuigfabrikant Boeing mag opnieuw diep in de buidel tasten om vervolging te vermijden. Volgens internationale persbureaus heeft het Amerikaanse ministerie van Justitie een voorlopige overeenkomst bereikt met Boeing. Tegen het bedrijf loopt een fraudezaak.
Als de overeenkomst wordt goedgekeurd door de rechter zal Boeing ruim 1,1 miljard dollar moeten betalen, inclusief zo’n 455 miljoen dollar om de nalevings-, veiligheids- en kwaliteitsprogramma’s van het bedrijf te versterken en honderden miljoenen als schadevergoeding voor nabestaanden, meldt Reuters. Hiermee ontkomt het bedrijf aan een rechtszaak. Als de overeenkomst niet doorgaat, zal de vliegtuigbouwer eind juni voor de rechter moeten verschijnen.
De afgelopen jaren heeft Boeing meermaals boetes betaald en schikkingen getroffen in verband met twee vliegtuigrampen in 2018 en 2019. Ongelukken met 737-MAX-toestellen in Indonesië en Ethiopië kostten 346 mensen het leven. Eerdere boetes en schikkingen hadden onder meer te maken met het misleiden van de luchtvaartautoriteit FAA en beleggers over de mankementen van het toestel.
Nabestaanden zijn het niet eens met de voorlopige overeenkomst en naderende schikking. Paul Cassell, een advocaat die veel van de families vertegenwoordigt, zei vrijdag tegen persbureau Reuters dat zijn cliënten bezwaar zullen maken. Zij willen dat het beursgenoteerde bedrijf in de rechtszaal terecht staat. De crashes noemt de advocaat „de dodelijkste bedrijfsmisdaad in de Amerikaanse geschiedenis”.
Lees ook
Miljardenboete voor Boeing voor misleiden luchtvaartautoriteit VS