Bang voor oorlog in deze instabiele tijden? Josephine ‘Jojo’ Orme (26) niet. De wereld is nu eenmaal instabiel, zegt de Londense muzikant, die graag in boeken en films over de grote oorlogen van het verleden duikt. Alle jaren, alle eeuwen is het zo gegaan. We zijn het nu alleen een beetje ontwend, zegt Orme, die bij het zoomen een chique zwarte hoed en zwartrode sjaal draagt, maar op het podium vaak in vintage militaire uniformen optreedt met haar band Heartworms. „Sommigen vinden het maar vreemd, een vrouw die zo bezig is met militaire geschiedenis. Daar worden altijd vraagtekens bij gezet.”
Met Heartworms – een soloproject, live aangevuld met sessiemuzikanten – maakte ze indruk tijdens Eurosonic in 2023 en Down the Rabbit Hole een jaar later, allemaal met slechts één ep op zak. Haar schurende en vooruitdrijvende post-punk op industrial grondverf en met gotisch beslag is bij vlagen gitzwart en ongemakkelijk, maar toch óók ontzettend catchy. Deze week komt haar debuutplaat uit, Glutton for Punishment, gemaakt met producer Dan Carey (Wet Leg, Fontaines DC, Black Midi): ijzersterke tracks als het puntige, ritmische ‘Warplane’, het paniekerige ‘Jacked’ en het prachtige, uitgesponnen ‘Smugglers Adventure’. Het zou op geen enkele jarennegentig-rockcompilatie uit de toon vallen, ergens tussen The Cure, Hole, Interpol en PJ Harvey in.
Orme werkt als vrijwilliger in een museum van de Royal Air Force. Vliegtuigen schoonmaken, onderdelen repareren en veel leren over de geschiedenis van die kisten. Vooral de legendarische Spitfire heeft een speciale plek in haar hart. Een bouwmodelletje zat zelfs bij de speciale editie van haar ep: een pikzwart vliegtuig met haar logo, een achtpuntige witte ster, op de vleugels. Orme lacht er zelf een beetje om, zittend in een volle zolderkamer met stapels boeken, kledingstukken en gitaren. Regelmatig laat ze een gulle lach horen, en sprankelen haar ogen, maar dieper in die ogen is het soms behoorlijk duister.
Ben je gefascineerd door oorlog zelf, of zijn het de machines?
„De machines, vooral de oude machines, die vind ik zeker interessant. Ik hou van hun schoonheid, het vakmanschap en het hele gedachteproces dat erachter zit. Ik vind het leuk om de verhalen te leren kennen, ook om daarmee mijn muziek verder te brengen. Oorlog is meer iets waar je jezelf aan moet blijven herinneren: het kan altijd zomaar weer.”
Hoe komt dat terug in je muziek?
„Zeker in de teksten, maar ik zing niet alleen maar over Spitfires hoor. Één nummer [‘Warplane’] wel, maar mijn muziek en teksten kunnen op van alles terugslaan. Iets wat ik heb gezien of gelezen. Het zijn ook dingen die ik in mijn verleden heb meegemaakt. Die mix ik dan wel met dingen die andere mensen hebben meegemaakt, want ik vind het gek om alleen maar over mezelf te schrijven. Het gaat best ver om gewoon de hele tijd over jezelf te willen zingen, toch? Ik ben altijd vrij open over mijn interesses en daar wordt dan altijd naar gevraagd. Ik denk dat ik verder gewoon niet zo interessant ben.” (ze lacht)
Dat is niet zo hoor, ik wilde je graag spreken vanwege de muziek.
„Het komt natuurlijk ook omdat ik zelf de hele tijd praat over die interesses en mijn verleden. Ik ben nauwelijks bezig met het hier en nu, best raar eigenlijk.”
Waarom is dat?
„Tja. Voer voor therapie. Ik hou er wel van om een doel te hebben, maar ik verdrink mezelf graag in verhalen die me ervan weerhouden om mijzelf goed te begrijpen. En als ik helemaal stil ben en ik lees of kijk of luister niets, dan vind ik al mijn gedachten te veel. Dan heb ik iets nodig. Snel, een gedicht lezen.”
Sijpelt dat gevoel ook door in je muziek?
„Het gaat vaak over eenzaamheid. Ik bedoel, ik ben geen eenzaam persoon, ik heb liefdevolle mensen om me heen. Maar we moeten het leven toch in ons eentje doormaken, op onze eigen manier. Frustratie zit ook in de muziek. En ontzettend veel pijn.
Orme, met roots in Afghanistan en Pakistan aan vaders kant, en Denemarken en China aan moeders kant, had geen makkelijke jeugd. Een zeer slechte relatie met haar moeder zorgde ervoor dat ze op haar veertiende uit huis ging. Haar moeder zadelde Orme al als vijfjarig kind op met haar eigen trauma’s, zoals een verloren tweelingzus door een auto-ongeluk, waar Orme weer heel heftige dromen van kreeg. Toen ze uit huis was, leefde ze op banken van vrienden, in hostels en af en toe periodes ergens via pleegzorg. Vanaf haar zestiende verdiende ze haar geld door op straat muziek te maken. Orme wist een opleiding productie en uitvoering af te ronden, maar verloor zich wel in drugs. Dat heeft ze nu in de hand. „Het is bizar hoeveel pijn je kunt overdragen op anderen, zeker jonge kinderen. Alles zuigen ze op. En ik heb niets van al die pijn echt los kunnen laten.”
Werkt het om die pijn in je kunst kwijt te kunnen?
„Hm, mijn relatie met schrijven is vreemd. Soms is het enorm inspirerend en kan ik iets willen maken van hoe een vogeltje een melodie fluit, of iets wat ik zag in een film, of een gedicht. Maar soms wordt het een baan. Als ik iets schrijf, dan wil ik dat het is omdat ik iets voel en ik het kwijt moet. Zodra ik het moet gaan uitwerken, verlies ik mijn interesse en daarom maak ik nooit iets af. Met mijn debuutalbum is het anders, want dat móést echt af! Ze bleven maar vragen waar het album bleef. Ik had de ep uitgebracht en veel gespeeld, en vervolgens ontstond er een enorm gat. Dat wilde het label graag opvullen. Ik had één song. Ik voelde die druk enorm… I’ve got to fucking write this fucking album! Dat heb ik soms dus gewoon nodig.”
Ik vind het mooiste liedje de langste, ‘Smugglers Adventure’, ruim zesenhalve minuut. Waar gaat dat over?
„Het gaat uiteindelijk over gehoord willen worden door iemand waar je van houdt, maar die je niet ziet en die niet weet wat er in je omgaat. Maar je houdt van diegene, dus je doet alles om die persoon gelukkig te maken. Het gaat ook over mijn moeder, die een beroerte heeft gehad. Het is alsof ik een stukje van haar kwijt ben. ‘Smugglers Adventure’ gaat over het rouwen om dat deel van iemand, maar ook om te laten horen hoeveel ik van haar hou, ook al bereik ik haar niet helemaal.”
Is dat de andere zijde van de medaille: een zware jeugd, maar toch veel liefde?
„Zeker! Ik ben een enorm liefdevol mens, ook al zing ik er niet zo over zoals sommige andere muzikanten doen. Liefde is in mijn muziek vaak gebroken, verwrongen of verrot, maar ook delicaat en langzaam en frustrerend. En toch ook iets wat ik graag wil begrijpen.”