Navid (30) is de tel kwijtgeraakt. Hij heeft al honderden sollicitatiebrieven de deur uitgedaan, zegt hij. Maar of het nu de Rabobank was of AH to Go, overal kreeg hij nul op rekest. Hij vluchtte zes jaar geleden om politieke redenen uit Iran – en wil daarom niet met zijn volledige naam in de krant.
Daar werkte hij als advocaat. Hier is hij werkloos.
Toen de Leidenaar ging solliciteren, werd hij naar eigen zeggen van het kastje naar de muur gestuurd. Nóg een opleiding, nóg een traineeship. „Ik ben nu bezig met mijn tweede master. Ik heb stage gelopen bij grote bedrijven, ik heb Nederland geprobeerd te begrijpen. Wat moet ik nog meer doen om een baan te vinden?”
De realiteit van een arbeidsmarkt die onder hoogspanning staat, laat zich op het oog lastig rijmen met de rij werkzoekenden die deze ochtend de entree van de Johan Cruijff Arena in Amsterdam vult. Een groep die zojuist per bus is gearriveerd vanuit het asielzoekerscentrum, wordt door vrijwilligers in blauwe T-shirts naar de vierde verdieping geleid.
Daar is voor het tweede jaar op rij een banenmarkt ingericht voor asielzoekers en statushouders, op initiatief van vacatureplatform Indeed en vluchtelingenorganisaties Tent Partnership for Refugees (Tent) en UNHCR. Er zijn stands van tientallen bedrijven, variërend van IKEA tot Philips en van fastfoodbedrijf KFC tot hotelketen Marriott International.
Stan Snijders, directeur Benelux van Indeed, ziet de met blauwe ledlampen verlichte zaal vollopen. „Het enige waar ik me zorgen over maak”, zegt hij, „is of we genoeg plek hebben.” Er komen zo’n 1.450 mensen.
Lopendebandwerk
De langste rij staat bij de stand van Ben&Jerry’s, dat kandidaten probeert te werven met gratis ijs. Niet veel minder populair is de snelcursus cv-maken, die Indeed-medewerker Dries Swijngedouw even verderop geeft aan wie er maar om vraagt. Een jonge vrouw schuift aan, op zoek naar een baan in de elektrotechniek.
„De informatie die erop staat is goed, maar ik zou het maximaal op twee pagina’s houden”, zegt hij na een blik op haar cv.
„Als je als werkgever cv’s bekijkt”, geeft hij haar mee, „is het meestal alleen maar kiezen. Ja-nee, ja-nee, ja-nee. Het is lopendebandwerk. De meeste werkgevers kijken alleen naar ervaring, opleiding en skills. Als die dingen op de eerste pagina staan, met eventueel nog een kleurtje en een foto, is het perfect.”
De 30-jarig Serhee uit Soedan, die haar achternaam eveneens liever niet noemt, heeft een flyer van uitzendbureau Randstad in handen gedrukt gekregen. Dat is niet helemaal waarvoor ze is gekomen. Ze wil het liefst een baan in de architectuur. Maar de beroepen die op deze markt worden gezocht, constateert ze, zijn vooral laagdrempelig en praktisch van aard.
Ze zucht diep als haar gevraagd wordt of het moeilijk is in Nederland aan een baan te komen. Ze heeft naar eigen zeggen al ruim zestig keer gesolliciteerd. „Het gaat allemaal via via, werd tegen mij gezegd. Ik probeer in contact te komen met mensen. Maar als je een mail stuurt, is het de vraag of je antwoord krijgt.”
Lees ook
Ingenieur in Syrië, werkloos in Nederland: hoe de talenten van hoogopgeleide migranten massaal onbenut blijven
Integratie
Asielzoekers die in Nederland een baan zoeken, mogen pas zes maanden na aankomst aan het werk. Niet zelden blijkt hun taalachterstand een barrière. Mede daardoor leggen ze het in de praktijk bijna altijd af tegen andere sollicitanten. Op deze banenmarkt wordt de afstand tussen vacature en kandidaat geregeld zichtbaar.
Hélène van Melle, directeur Nederland van de internationale vluchtelingenorganisatie Tent: „Ik denk dat bedrijven zich meer moeten inzetten om contact te krijgen met vluchtelingen. Omgekeerd moeten zij zich aanpassen aan de Nederlandse manier van werken. Al ben je ingenieur, hier gebruikt men een ander systeem.”
Van Melle is ervan overtuigd dat werk „de belangrijkste factor” is voor succesvolle integratie. „Tijdens je werk leer je de normen en waarden van het land kennen. Het alternatief is dat mensen in een uitkering blijven zitten. Als je dan ziet hoeveel vacatures er zijn, denk ik: jongens, waarom doen we niet nog meer?”
Stap een willekeurige bus binnen en je ziet een grijze man achter het stuur. Er gaan er heel veel met pensioen de komende jaren
Grijze man
Jeroen Magielsen, coördinator instroom bij regionale vervoerder Transdev, is na een ochtend bij zijn stand toch niet ontevreden. Zijn bedrijf heeft dringend nieuwe mensen nodig. „Stap een willekeurige bus binnen en je ziet een grijze man achter het stuur. Er gaan er heel veel met pensioen de komende jaren.”
Hier in de Arena hebben zich al meerdere gegadigden aangediend, onder wie een man die weliswaar geen Nederlands spreekt maar wel vloeiend Engels. „In Amsterdam kun je je daar uitstekend mee redden. Dan doen we een rij-analyse en kijken we of hij nog wat extra aandacht nodig heeft, en dan kan hij de weg op. In de rest van Noord-Holland is dat wat lastiger.”
Wat de banenmarkt werkgevers en vluchtelingen oplevert, valt nu nog niet te zeggen. De organisatie wil dat later via enquêtes achterhalen. Bij de vorige editie kreeg volgens Van Melle 10 procent van de ontmoetingen een vervolg.
„Op de eerste dag dat ik naar Nederland kwam”, vertelt Navid, „zag ik heel veel mensen die hun best deden om erbij te horen. Maar na teleurstelling op teleurstelling voelen mensen zich geen deel meer van de samenleving. In de Verenigde Staten zegt iedereen na tien jaar: ik ben een Amerikaan. Hier voelen mensen zich na zo’n tijd nog steeds buitenlander.”
Hij heeft zijn oog laten vallen op een vacante functie als receptionist. „Niet echt iets wat aansluit bij mijn cv, maar dat maakt niet uit. Als ik maar ergens kan beginnen. Het leven van een student is duur.”