Maandag 20 januariGenerale
Na twintig jaar Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) ben ik deze maand begonnen bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Ik heb in september proefspel gedaan voor eerste concertmeester, en vorige week was mijn eerste officiële week in de Doelen. In overleg met beide orkesten kon ik op korte termijn een sabbatical bij het KCO krijgen, en daarmee heb ik de eer om even lid te zijn van de twee beste orkesten van het land. Mijn eerste productie met het Rotterdams is opera, en vanavond vindt de generale repetitie plaats van Die ersten Menschen van Rudi Stephan. De componist, die op 28-jarige leeftijd sneuvelde aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog, schreef de gelaagde muziek op de aangrijpende versie van het scheppingsverhaal door Otto Borngräber.
Een generale repetitie in de opera voelt altijd een beetje als een première. Zangers zingen en acteren in kostuums; decor en rekwisieten werken in volle gang, en de zaal is goed gevuld met publiek.
We zijn nog maar amper met de generale begonnen, of ik maak een vergissing. Kwamé Ryan, die deze opera zeer goed dirigeert, helpt me een handje. Mijn nieuwe collega’s kunnen er na afloop gelukkig om lachen. De generale verloopt verder heel goed, het orkest speelt prachtig en de zangers zingen fantastisch.
Dinsdag 21 januari Lesgeven
Dinsdag is mijn lesdag op het Conservatorium van Amsterdam. Ik geef vandaag les van 9.30 tot 19.00 uur aan zes vioolstudenten. Één van mijn studenten speelt loepzuivere kwarten, ik besef daar ook weer wat beter bij mezelf op te moeten letten. Ik merk de afgelopen jaren dat de observaties en feedback tijdens het lesgeven ook mijn eigen vioolspel verbeteren. Tussen de lessen door fiets ik snel even naar de school van onze jongste zoon Paul (7). Zijn favoriete juf Suze neemt afscheid, en de ouders mogen erbij zijn. Na het afscheid neem ik Paul en z’n vriendje Otto mee naar huis, waar ze worden opgevangen door de oppas. En nu weer terug naar het conservatorium. ‘s Avonds sport ik een uurtje op de fietstrainer. Daarna komt mijn vrouw Ursula thuis van twee operavoorstellingen in Apeldoorn. Samen met onze oudste zoon Jonathan (14) kletsen we nog even.
Woensdag 22 januariFeyenoord
Dag van de première van Die ersten Menschen. Ik studeer een paar uurtjes viool in de ochtend, en haal dan Paul van school. Direct door naar zijn celloles in Amstelveen. Weer thuis spelen we samen een uurtje LEGO. Terwijl hij bouwt zingt hij zijn zelfbedachte liedje; ik geniet.
’s Avonds gaat de première heel goed. De zangers zijn weer subliem, en het orkest speelt ontzettend goed en oplettend. Ik ga gelukkig niet weer de fout in. Annette Dasch (Eva) geeft mij bij het applaus de bloemen. Die zijn voor het orkest.
Op de première-borrel heb ik even tijd om ontspannen met een aantal nieuwe collega’s te kletsen. Een donateur van het KCO is er ook, hij lijkt wat verontwaardigd over mijn overstap, maar benadrukt dat hij ook het Rotterdams geweldig vindt. Als ik thuis kom, tref ik Jonathan wat sombertjes aan: Bayern heeft verloren van Feyenoord. Op mijn vraag hoe ik hem op kan vrolijken, reageert hij: ‘Laat me maar even boos zijn.’