De geschiedenis herhaalt zich. Opnieuw hebben de M23 de Oost-Congolese stad Goma ingenomen, onder regie van Rwanda. Zo ging het ook in 2012. Er zijn ook grote verschillen: waar de Tutsi-militie toen na een week onder internationale druk vertrok, is Rwanda nu van plan te blijven. En van internationale druk is geen sprake.
Een zwakke en corrupte Congolese overheid, een krachtig en efficiënt leger van buurland Rwanda en tientallen lokale milities in een vruchtbaar maar etnisch verdeeld gebied vormen de voedingsbodem voor de eindeloze oorlog in Oost-Congo. Ook in de Congolese hoofstad Kinshasa loopt de spanning op. Dinsdag zijn de ambassades van onder meer Nederland, Frankrijk, de Verenigde Staten, Oeganda en Rwanda aangevallen door boze demonstranten.
Alles wijst erop dat M23 de veroverde gebieden niet op zal geven. Gefinancierd en geleid door Rwanda opereren M23-strijders steeds meer als een regulier leger. Mogelijk volgt inname van de steden Bukavu en Uvira. De Verenigde Naties waarschuwen al voor een regionale oorlog waarin ook buurlanden zoals Oeganda en Burundi kunnen worden meegetrokken.
In het verleden heeft internationale druk op Rwanda effect gesorteerd. Een derde van de begroting van het land bestaat uit donorhulp, waardoor het land afhankelijk is van westerse landen en investeerders. In 2012 liep Kigali 240 miljoen dollar aan hulp mis vanwege de bezetting van Goma. Toenmalig president van de Verenigde Staten Barack Obama vroeg de Rwandese president Paul Kagame de steun aan M23 te beëindigen. Binnen enkele maanden stopte de militie zijn oorlog in Oost-Congo en stortte in.
Dit keer hoeft Rwanda zo’n verzoek niet te verwachten. Dat komt niet alleen door de onbeholpen diplomatie van de Congolese president Félix Tshisekedi en de sluwheid van Kagame op het wereldtoneel, maar vooral doordat de economische belangen van het Westen in de regio groot zijn. Zo sloot de EU afgelopen jaar een belangrijk akkoord met Rwanda over de uitvoer van grondstoffen.
Volgens Jason Stearns, auteur van verscheidene boeken over Congo, moeten daarom ook partijen buiten de internationale politiek hun verantwoordelijkheid nemen om Rwanda tot inkeer te brengen. „De Amerikaanse basketbalcompetitie NBA werkt samen met Rwanda in de Basketball Africa League. ‘Visit Rwanda’ staat op de shirts van voetbalclubs als Paris Saint-Germain en Arsenal. Het land wil een Formule 1-race organiseren. En Kagame verschijnt graag met beroemdheden als acteur Idris Elba en hiphopartiest Kendrick Lamar, in de hoop dat iets van hun roem op hem zal afstralen”.
Lees ook
In de gewapende anarchie van Oost-Congo waant geen burger zich nog veilig
Dominante rol
De M23-militie breidde haar grondgebied de afgelopen maanden flink uit, meer dan ze ooit heeft gecontroleerd. Volgens verscheidene rapporten van een VN-expertgroep was de hulp van Rwanda daarbij essentieel: Kigali stuurde duizenden militairen van de eigen krijgsmacht de grens over, leverde grond-luchtdoelraketten, sluipschutters, pantservoertuigen en speciale troepen. In veroverde gebieden zet de M23 haar eigen bestuursstructuren op, heft belastingen en formaliseert de illegale uitvoer van onder meer coltan, een erts, naar Rwanda. Tutsi’s uit omliggende landen worden er gevestigd en voorzien van nieuwe identiteitspapieren.
Al ruim dertig jaar bepaalt Rwanda de gebeurtenissen in het gebied van de Grote Meren, dat Rwanda, Burundi, Oeganda en delen van de Democratische Republiek Congo omvat. Die dominante rol begon in 1994 in de nasleep van de genocide waarbij de Hutu’s in Rwanda zeker 800.000 Tutsi’s hebben gedood. Honderdduizenden Hutu’s trokken vanuit de Rwandese heuvels naar het oosten van Congo. Giftige etnische spanningen en haat kregen de vrije loop, bewoners bewapenden zich en rebellengroepen nestelden zich rond de vulkanen. Er opereren inmiddels meer dan honderd groepen van opstandelingen die gebruik maken van de overvloed aan makkelijk te ontginnen grondstoffen.
Lees ook
De Oost-Congolese stad Goma valt ten prooi aan de rebellen van M23 en Rwanda
Oorlogsmisdaden
Twee jaar na de genocide in Rwanda ging het Rwandese leger in Congo op jacht naar de Hutu-extremisten. Tegelijk werd met een coalitie van rebellengroepen en linkse Afrikaanse regimes de Congolese dictator Mobutu Sese Seko verdreven. Het was de opmaat naar wat Afrika’s „eerste wereldoorlog” ging heten. Twee jaar later bezette Rwanda zelf een groot deel van Oost-Congo en stelde een eigen bestuur in.
Na het einde van de oorlog in 2003 door onder meer bemiddeling van Zuid-Afrika veranderde Kigali van tactiek door lokale gewapende groepen op afstand te controleren, zoals het Congrès National pour la Défense du Peuple (CNDP). Drie jaar nadat die groep in 2009 een vredesakkoord met de Congolese regering sloot, kwam een groep Tutsi-soldaten, vooral voormalige leden van het CNDP, in het Congolese regeringsleger in opstand. Dat verzet markeerde de oprichting van de M23, die haar bestaan rechtvaardigde met het argument dat de regering het vredesakkoord niet had nageleefd.
De afgelopen maanden vormde M23 coalities met andere milities, waardoor de groep niet meer uitsluitend uit Tutsi’s bestaat. Toch is M23 verre van geliefd in Congo. Alle door Rwanda gesteunde groepen hebben namelijk ernstige misdrijven begaan. Militieleider Bosco Ntaganda werd door het Internationale Strafhof in Den Haag veroordeeld tot dertig jaar cel wegens misdaden tegen de menselijkheid. Mede vanwege die beruchte reputatie houden de Oost-Congolezen in en rond Goma hun adem in. Sommigen zijn naar Rwanda gevlucht.