Het was een verrassend bericht van ING dinsdagochtend: de bank heeft overeenstemming bereikt over de verkoop van zijn Russisch dochterbedrijf aan Global Development JSC, de onderneming van een onbekende Moskouse investeerder. Global Development neemt de 240 Russische personeelsleden over en zet de bankactiviteiten voort onder een andere merknaam, zo meldde ING in een persbericht.
Dat ING voor zichzelf geen toekomst meer zag in Rusland, was wel bekend. De bank maakte begin maart 2022, kort na de grootscheepse Russische invasie van Oekraïne, bekend geen nieuwe zaken in het land te doen. Uitstaande leningen werden versneld afgebouwd of beëindigd.
Dat afbouwen kostte wel tijd, benadrukte ING: er stond 5,3 miljard euro bij Russische klanten uit, die leningen kon de bank niet zomaar wegstrepen. Dan zou de bank „in feite het geld weggeven”, zei bestuursvoorzitter Steven van Rijswijk in 2023 tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer. Inmiddels zou 75 procent van de eerder verstrekte leningen aan Russische klanten zijn afgebouwd.
Maar dat ING voor het overgebleven Russische dochterbedrijf een nieuwe eigenaar zocht, meldde de bank niet eerder. „Daar hebben we niet actief over gecommuniceerd”, zegt een woordvoerder desgevraagd. „Op enig moment is het besluit in de bestuurskamer genomen, en toen is deze koper gevonden.”
Negatieve impact
Volgens het persbericht verkoopt ING de Russische tak voor 400 miljoen euro onder de boekwaarde, en heeft de transactie door bijkomende wisselkoersverschillen een negatieve impact van 700 miljoen euro op het bedrijfsresultaat. Aan de aangekondigde verkoop is volgens de bank een uitgebreid boekenonderzoek voorafgegaan.
De bank zegt te verwachten dat de transactie in het derde kwartaal van dit jaar rond zal zijn, zodat ING vanaf dat moment helemaal uit Rusland is vertrokken. „We moeten nog door een aantal hoepels springen”, aldus de woordvoerder. De Europese toezichthouder en het ministerie van Financiën moeten nog toestemming geven, en ook de Russische overheid heeft volgens de ING-woordvoerder nog niet met de verkoop ingestemd.
Vooral dat laatste kan nog een behoorlijke beer op de weg blijken. Honderden westerse multinationals kondigden na de Oekraïne-invasie hun vertrek aan, maar een deel kwam later op dat voornemen terug, zo berichtte de Financial Times vorig voorjaar – voornamelijk omdat de Russische overheid het bedrijven soms lastig maakt om te vertrekken.
Door de verhoging van de ‘exit tax’ blijft er in de praktijk nauwelijks verkoopopbrengst over
Afgelopen najaar wierp het Kremlin enkele nieuwe drempels op. Bedrijven moeten nu een korting van 60 procent op de vastgestelde marktwaarde van hun onderneming accepteren. Ook werd de verplichte ‘exit tax’ die multinationals moeten betalen verhoogd van 15 naar 35 procent. In de praktijk blijft hierdoor vaak nauwelijks verkoopopbrengst over.
Bovendien moeten transacties met een waarde van boven de 50 miljard roebel (omgerekend ongeveer 489 miljoen euro) volgens juridische experts door de Russische president Poetin zelf worden goedgekeurd – al heeft het Kremlin dit laatste nooit formeel bevestigd. Volgens de laatst bekende cijfers stond het Russische dochterbedrijf van ING eind 2023 voor 925 miljoen euro in de boeken. Omdat daar ook schulden tegenover stonden, bedroeg de waarde van het dochterbedrijf volgens ING rond de 400 miljoen euro. In hoeverre de waarde van het dochterbedrijf in het afgelopen jaar is gedaald, is niet bekend.
ING kon geen antwoord geven op de vraag of voor het afronden van de verkoop eerst persoonlijke toestemming van Poetin nodig is. „ING heeft de verantwoordelijkheid de verkoop te laten autoriseren door de westerse autoriteiten, andersom geldt voor de koper de verantwoordelijkheid om de aankoop te laten autoriseren door de relevante Russische autoriteiten,” verklaart de woordvoerder. „We zijn bekend met de exit tax. We weten niet hoe hoog die gaat uitpakken, dat zal de komende maanden duidelijk moeten worden.”
‘Eindeloos complex’
Hoe moeilijk het kan zijn om Rusland te verlaten, ondervond bierbrouwer Heineken. Het bierconcern kondigde in maart 2022 zijn vertrek aan, maar kreeg pas anderhalf jaar later de verkoop definitief rond. Topman Dolf van den Brink omschreef het verkoopproces hierna in NRC als „eindeloos complex”. Het Franse zuivelconcern Danone deed er ook anderhalf jaar over om zijn Russische tak te verkopen; dat lukte uiteindelijk in mei vorig jaar.
Voor ING scheelt het dat er al een koper is gevonden, en de deal alleen afhangt van goedkeuring door de verschillende autoriteiten. Volgens ING is de koper Andrei Moeravjov, een ondernemer die in Moskou ook leiding geeft aan het factoringbedrijf AA Factoring. Het Russische persbureau Interfax omschrijft dat als een „klein” bedrijf. De entiteit waarmee Moeravjov ING Rusland wil overnemen, Global Development, zou afgelopen november zijn opgericht. Over de achtergrond van Moeravjov is verder weinig bekend.
Het Russische dochterbedrijf van ING noteerde in 2023 een brutowinst van omgerekend 151 miljoen euro, blijkt uit het jaarverslag. Daarover betaalde de bank in Rusland 20 miljoen euro belasting. In totaal betaalden de zeven grootste Europese banken die in Rusland actief bleven – waaronder ING – in 2023 zo’n 800 miljoen euro belasting aan het Kremlin, bleek eerder uit onderzoek door de Financial Times.
ING kwam in het verleden meermaals in opspraak vanwege dienstverlening aan omstreden Russische klanten. Zo voerde het dochterbedrijf in Polen tot 2020 jarenlang transacties uit voor een Russisch witwasnetwerk. De Poolse toezichthouder legde ING hiervoor in 2022 een miljoenenboete op. De Russische oligarch Roman Abramovitsj werd in 2005 door het Moskouse bankfiliaal gestrikt als klant, waarna hij jarenlang via ING-rekeningen in Amsterdam bankierde.
Lees ook
Hoe Abramovitsj zijn financiële imperium ongehinderd kon uitbouwen via ING
Correctie 28-01: in een eerdere versie van dit artikel werd gemeld dat de activa van het Russische dochterbedrijf eind 2023 voor 952 miljoen euro in de boeken stonden. Dat moet 925 miljoen zijn. En omdat de Russische dochter tegenover de bezittingen ook schulden had, bedroeg de waarde van het dochterbedrijf volgens ING 400 miljoen euro.