Nederlandse puber moeilijk warm te maken voor sportactiviteiten

Sportgedrag Onder meer vaste trainingstijden, andere hobby’s en ook het niet kunnen betalen van contributie worden onder middelbare scholieren als drempels ervaren.

De sportdeelname in het algemeen nam de afgelopen jaren licht toe, terwijl het aantal leden bij een sportclub de afgelopen jaren licht afnam.
De sportdeelname in het algemeen nam de afgelopen jaren licht toe, terwijl het aantal leden bij een sportclub de afgelopen jaren licht afnam.

Foto Evert Elzinge/ANP

Nederlandse sportverenigingen hebben moeite om jongeren te enthousiasmeren voor sportactiviteiten. Dat blijkt uit donderdag gepubliceerd onderzoek dat werd uitgevoerd door onderzoeksbureau Kantar Public in opdracht van sportkoepel NOC*NSF. Vooral onder 13 tot 18-jarigen is al jarenlang een sterke uitstroom bij sportclubs op te merken.

Onder pubers, tussen 13 en 18 jaar, doet een kwart helemaal niet aan sport. Bij jongere kinderen van 5 tot 12 jaar is dat 13 procent. Zodra jongeren in de puberteit komt, nemen hun sportactiviteiten vaak af. Zo was 62 procent van de tienjarige jongeren in Nederland aangesloten bij een sportclub, terwijl dat voor achttienjarigen nog maar 28 procent was. Twee derde van de dertienjarige Nederlanders sport wekelijks. Onder basisscholieren ligt dat cijfer op 79 procent.

Er zijn verschillende redenen waarom jongeren minder geneigd zijn zich aan te sluiten bij een sportclub. Onder meer vaste trainingstijden, andere hobby’s, en het niet kunnen betalen van contributie worden als drempels ervaren. Ter vergelijking: onder Nederlanders tussen 19 en 44 jaar ziet de sportkoepel tijdsgebrek als grote factor om niet te sporten. Een drukke baan en het krijgen van kinderen maakt het voor deze groep lastiger om sportactiviteiten in te plannen.

De NOC*NSF wilde met het onderzoek, waarin het zo’n zesduizend respondenten tussen 5 en 80 jaar ondervroeg, het sportgedrag in Nederland nagaan. De sportdeelname in het algemeen nam de afgelopen jaren licht toe, terwijl het aantal leden bij een sportclub de afgelopen jaren licht afnam.


Lees ook: NOC-NSF-directeur Van den Tweel: ‘We ketenen ons niet vast aan het Binnenhof’