De eerste presidentiële tweets en truths met ‘you’re fired’ zijn alweer gelanceerd. Vier hooggeplaatste functionarissen werden vorige week door president Donald Trump ontslagen met de slogan van zijn tv-programma The Apprentice. Onder de afgeserveerden bevond zich de hoogste legerbaas generaal Mark Milley – die overigens zelf al in 2023 ontslag had genomen. Dat feit, plus de agressieve toon waarmee het ontslag werd aangekondigd van „meer dan duizend” mensen die door de vorige regering waren aangesteld, versterkten de indruk dat hier vertrouwde Trump-gewoontes te zien waren. Achteloze ontslagen in spierballentaal. Of het met kennelijk plezier pijnigen van persoonlijke vijanden. De afvallige oud-veiligheidsadviseur John Bolton kreeg deze week te horen dat zijn beveiliging zou worden beëindigd, terwijl de doodsdreiging vanuit Iran allerminst is weggenomen.
Het deed denken aan de willekeur waarmee Trump in zijn eerste termijn FBI-directeur James Comey ontsloeg, die geen belofte van persoonlijke loyaliteit aan Trump wilde afleggen. Of aan de wraakzucht die ten grondslag lag aan het ontslag van twee ambtenaren, een van de veiligheidsraad en een ambassadeur, die hadden getuigd in de eerste impeachment-procedure tegen Trump. „Muiterij”, vond de president hun getuigenis en ze konden vertrekken.
Verder moesten alle federale ambtenaren die werken aan diversiteit en inclusiviteit (DEI – diversity, equity, inclusion) op gezag van de maandag aangetreden president met ingang van woensdagmiddag vijf uur op non-actief worden gesteld. Ook dit klonk als de echo van Trumps eerste termijn, waarin hij zijn pijlen al richtte op programma’s tegen structurele vormen van discriminatie. Het gevolg was dat deze week plaatjes het internet op werden gejaagd van een hoge ambtenaar die vóór 21 januari op de website van het Bureau of Alcohol, Tobacco, Firearms and Explosives nog ‘Chief Diversity Officer’ heette, en een dag later ineens ‘Senior Executive’. „Schaf dat hele kantoor af”, loeiden X-accounts met namen als @EndWokeness.
Omhooggevallen tv-ster
Op het eerste gezicht lijkt dit alles het oude mengsel van wellust, willekeur en wraakzucht. Maar Trump II heeft een andere voorgeschiedenis dan Trump I, en de betekenis van deze ontslaggolf verdient ook serieuzere aandacht. De mensen die in de aanloop naar zijn tweede termijn met hem in zee zijn gegaan, hebben andere, meer doordachte bedoelingen dan het zooitje ongeregeld dat in 2017 het Witte Huis overnam.
Toen Trump in 2016 de verkiezingen won, was dat niet dankzij de steun van een conservatief establishment. Dat keek neer op de omhooggevallen tv-ster en zijn lompe manier van debatteren. Zijn eigendunk stak zijn transitieteam aan, dat zich niet of nauwelijks informeerde over de vereisten van het landsbestuur en zo betrad Trump vrijwel onvoorbereid het Witte Huis. Hij moest wel leunen op de bestaande organisatie en kreeg zijn eigen partijgenoten niet altijd voldoende mee voor meer controversiële benoemingen.
Laten we wel wezen: er wáren ook ambtenaren en bestuurders die Trump tegenwerkten
In die context klonken zijn klachten over een Deep State die hem zou tegenwerken vooral als frustratie over eigen falen. Zijn regering bracht pijnlijk weinig tot stand. Ondanks een meerderheid in beide huizen van het Congres tot 2019 produceerde Trump I nauwelijks serieuze wetgeving behoudens een grote belastingverlaging en maatregelen om ex-gedetineerden te helpen bij de terugkeer in de maatschappij – twee wetsvoorstellen die allang klaarlagen.
Maar laten we wel wezen: er wáren ook ambtenaren en bestuurders die Trump tegenwerkten. Ze zeiden dat ze dit deden om erger te voorkomen. Dat is geen samenzweringstheorie, dat is stevig gedocumenteerd. Journalist Bob Woodward, die drie boeken over de eerste ambtstermijn publiceerde, beschreef verschillende momenten waarop adviseurs van de president papieren van diens bureau pakten, in de hoop dat hij het in hun ogen onzalige plan dat erop stond zou vergeten – en dat gebeurde ook. Woodward omschreef deze praktijk in Fear (2018) als een „ambtelijke staatsgreep”.
Datzelfde jaar verscheen een opinieartikel in The New York Times, geschreven door een anonieme ambtenaar, onder de kop ‘Ik maak deel uit van het ondergrondse verzet in de regering-Trump’. De ambtenaar, van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid bleek later, beroemde zich erop dat hij aan de ene kant hard werkte om Trumps ouderwets-conservatief-Republikeinse agenda uit te voeren, maar dat hij tegelijkertijd diens immorele uitbarstingen, samen met anderen, probeerde te saboteren. „Wij zijn geen Deep State, maar een Stabiele Staat”, schreef hij trots.
Die mensen zul je in het Witte Huis van Trump II niet meer aantreffen. Achter de aandacht afleidende chaos van de tweets en de truths van de president zelf draait nu een geoliede machine. Die werkt naar een doel toe. Dat doel is de zittende federale ambtenaren – van wie zij menen dat die in overwegende mate politiek naar links neigen – vervangen door een lichting conservatieve rekruten die nu misschien nog vooral Trumpisten lijken, maar die ook na diens aftreden het beleid van de Verenigde Staten blijvend zullen beïnvloeden in conservatieve richting.
Reagan-jaren
De analogie ligt voor de hand: de rechterlijke macht. In 1982 richtten enkele rechtenstudenten de Federalist Society op. Het waren de Reagan-jaren, de Amerikaanse conservatieven hadden moed gevat uit zijn grote overwinning in 1980 en besloten dat de tijd was gekomen voor een tegenoffensief na de linkse revolutie van de jaren 60. Met ijver en geduld begonnen zij een generatie conservatieve juristen op te leiden. Elke Republikeinse president kreeg sindsdien van de Federalist Society een kandidatenlijstje in handen gedrukt met te benoemen rechters.
Bezie het resultaat van hun noeste arbeid na veertig jaar: het hoogste gerechtshof van de Verenigde Staten heeft een stevige 6-3 conservatieve meerderheid. Alle zes de conservatieve rechters zijn op enig moment in hun carrière verbonden geweest aan de Federalist Society. Rechters die van mening zijn dat de grondwet van 1789 een onwrikbaar, onveranderlijk (en voor sommigen zelfs van God gegeven) document is, en dat de vrijheid van religie de belangrijkste van alle burgerlijke vrijheden is.
De Federalist Society heeft een niet-juridische pendant gekregen, en die gaat op dezelfde manier aan de slag met de hele bureaucratie. Project 2025 heet de nieuwe organisatie, en ze „eist het land terug” uit naam van een conservatieve ideologie. Op de website staat een negenhonderd pagina’s tellend document, Mandate for Leadership, de conservatieve belofte dat de organisatie in 2023 publiceerde. Daaronder staat een knop ‘aanmelden’. Niet voor een nieuwsbrief, niet voor updates, maar aanmelden zoals in het leger, voor nieuwe rekruten.
Tijdens zijn campagne nam Trump luidkeels afstand van Project 2025 – omdat de Democraten hem ermee vereenzelvigden. Hij noemde de ideeën „ridicuul” en zei het document niet te zullen lezen. Dat laatste zal ongetwijfeld waar zijn, maar het eerste is inmiddels door de feiten weersproken. Het transitieteam van Trump heeft Project 2025 benaderd om ambtenaren te rekruteren uit hun personeelsbestand.
Achter de chaos van de tweets en de truths van de president zelf draait nu een geoliede machine
Op zijn eerste dag als president kwalificeerde Trump een ruimere categorie ambtenaren als ‘politieke benoemingen’, waardoor een nieuw aantredende president hen gemakkelijker uit hun functie kan ontheffen. In Project 2025’s Mandate for Leadership wordt dit zogenoemde ‘Schedule F’ herhaaldelijk aangeprezen. Project 2025 wordt voor de landelijke overheid wat de Federalist Society voor de rechterlijke macht is.
‘Alle politiek is personeel’
In Mandate for Leadership wordt de federale bureaucratie afgedaan als een verzameling „luie, overbetaalde en niet ter verantwoording te roepen” ambtenaren (pagina 20). Ze zouden bovendien te vaak werken aan „onwettige programma’s”, waarbij het door het Congres goedgekeurde, maar door de rechter afgekeurde pardon voor minderjarige kinderen van asielzoekers zonder verblijfsvergunning wordt genoemd (pagina 73). Vooral conservatieve presidenten hebben last van ambtelijke tegenwerking, aldus het document, omdat ambtenaren doorgaans links zijn (pagina’s 80 en 171).
Het doel wordt helemaal aan het begin van het document in niet mis te verstane woorden geformuleerd: „Een leger van gehoorzame, goedgekeurde, getrainde en voorbereide conservatieven verzamelen, die vanaf de Eerste Dag kunnen beginnen met het slopen van de ambtenarenstaat” (pagina XIV).
In deze ideeën komen allerlei draadjes van rechts Amerika bij elkaar. De afkeer van bureaucratie is een eeuwig Republikeins agendapunt, samengevat door Ronald Reagan als: „De overheid is niet de oplossing van ons probleem, de overheid ís het probleem.” De afkeer van linkse ideologie, en dan vooral de antiracistische kant ervan, heeft misschien nog wel ruimere steun. Mede dankzij de conservatieve tv-zender FoxNews dat zijn kijkers in een permanente staat van woede houdt over linkse politici die geen ‘Vrolijk Kerstfeest’ meer willen zeggen, jeugdboeken over niet-heteroseksuele liefde en scholen die leren dat slavernij een belangrijk deel van de Amerikaanse geschiedenis is.
Onder het motto ‘alle politiek is personeel’ – een plaagstoot naar het feministische adagium ‘het persoonlijke is politiek’ – vervangt Project 2025 een veronderstelde linkse Deep State door een reële, conservatieve. Zo gaan de VS op weg naar een éénpartijstaat. Voor Trump en zijn trouwste aanhang is dat MAGA-world. Voor een groter electoraat is het niet zo nauw aan zijn persoon verbonden, maar gaat het om het ‘Amerika waarin ik zelf ben opgegroeid en dat ik ook mijn kinderen gun’.
In dat streven was Trumps eerste termijn hooguit een matige oefenwedstrijd. Trump II is voor het echie.
Lees ook
Als dag één van ‘Trump 2.0’ een voorbode is, worden het een paar onzekere economische jaren (maar er was ook goed nieuws voor Europa)