Opinie | Kunnen pensioenfondsen met ‘groen beleggen’ de wereld redden?

Moeten pensioenfondsen wel duurzaam beleggen? Voor veel lezers lijkt het vanzelfsprekend: natuurlijk moeten pensioenfondsen duurzaam beleggen en bijdragen aan een betere wereld. Hoewel het goed voelt (het geeft een ‘warm glow’) om deze platitudes te uiten en onze goede intenties te tonen, is de volgende stap veel moeilijker. Hoe moeten we precies duurzaam beleggen als we echt impact willen hebben?

Een steeds vaker voorkomende aanpak is om enkel te beleggen in ‘goede’ bedrijven en de ‘slechte’ bedrijven uit de portefeuille te verwijderen, de zogenaamde ‘know what you own’-aanpak. Werkt dit? En wat zijn de financiële gevolgen voor pensioengerechtigden? Het zou mooi zijn als we zonder verlies van rendement, met lager risico, de wereld beter kunnen maken. En dat pensioenfondsen onze complexe problemen oplossen bij vraagstukken waar het democratisch bestel wereldwijd weinig voortgang boekt, en ons er nog rijk mee maken ook. Is dit realistisch? Wetenschappelijk bewijs hiervoor ontbreekt vooralsnog.

Om te beginnen werkt de financiële wiskunde niet mee. Je kunt beleggen door een pensioenfonds vergelijken met banken die leningen verstrekken. Stel je hebt twee bedrijven: één groen en één niet-groen. Beide kunnen een lening krijgen van de kapitaalmarkt tegen 7 procent rente. Een duurzaam pensioenfonds kan het groene bedrijf stimuleren met een goedkopere lening tegen 6 procent en het niet-groene bedrijf proberen te ontmoedigen met een lening tegen 9 procent, of door zelfs de lening geheel te weigeren. Het niet-groene bedrijf vindt echter al snel een andere financier die wel tegen 7 procent wil lenen. Dus, ook al voelt het goed om de lening te weigeren, de wereld maak je daar niet beter mee. Ook tast dit duurzame beleid het gemiddelde rendement (de rente) wel degelijk aan: je subsidieert de groei van het groene bedrijf met de lagere rente van 6 procent, ten koste van het eigen rendement.

Wat zijn de financiële gevolgen voor pensioengerechtigden van alleen beleggen in ‘goede’ bedrijven?

Pensioenfondsen die de ‘warm glow’ voldoende vinden, geen gemiddeld rendement willen opofferen, en daadwerkelijke impact minder belangrijk vinden, kunnen hun portefeuille aanpassen en de niet-groene bedrijven geen lening geven. Dit leidt tot minder gespreide portefeuilles en kan het risico vergroten. Andermans pensioengeld op het spel zetten voor dit placebo-effect, is moeilijk te rechtvaardigen. Pensioengerechtigden mogen toch verwachten dat grote veranderingen in het beleggingsbeleid voor duurzaamheid ook een meetbare duurzame impact hebben.

Proberen de markt te verslaan

De financiële wiskunde zou wel kunnen kloppen als we aannemen dat de aandelen en obligaties van groene bedrijven ondergewaardeerd zijn door de markt. Deze onderwaardering kan tijdelijk tot een hoger rendement leiden als de aandelenprijs zich aanpast naar het hogere, juiste prijsniveau. Echter, pensioenfondsen proberen al tientallen jaren ondergewaardeerde aandelen te identificeren en met deze actieve beleggingskeuzes de markt te verslaan. Maar omdat dit actieve beleid doorgaans gemengde (tot negatieve) resultaten oplevert, kiezen pensioenfondsen vaak voor brede passieve portefeuilles (indexbeleggen).

Als actief beleggen echt zo makkelijk was – koop de ‘duurzame’ aandelen en versla de markt – waarom doen pensioenfondsen dat dan niet al jaren? Het is daarom des te belangrijker dat pensioenmanagers verantwoordelijk gehouden worden voor deze actieve beleggingskeuzes en transparant rapporteren naar deelnemers over de financiële gevolgen ervan.

Het huisartsenpensioenfonds heeft onder het motto ‘know what you own’ een geconcentreerde portefeuille van 65 aandelen, vergelijkbaar met de meest actieve risicovolle beleggingsfondsen. Kan het fonds (of zijn uitvoerder) al deze bedrijven echt kennen? Heeft het genoeg analisten in dienst om alle informatie te verkrijgen, niet alleen over de ‘goede’ 65, maar ook over de duizenden andere bedrijven die het selectieproces niet doorkomen? Of besteden ze die oordelen uit? En bovendien: zelfs partijen die bedrijven een duurzaamheidsscore geven (de ‘rating agencies’), kunnen het maar moeilijk eens worden. Wat doe je bijvoorbeeld als de meeste groene patenten worden aangevraagd door bedrijven die op dit moment flink vervuilend zijn?

Ook is het moeilijk om de voorkeuren van alle deelnemers die bij het fonds zijn aangesloten mee te nemen. Wetenschappelijk onderzoek naar de duurzaamheidsvoorkeuren van pensioendeelnemers laat veel verschillende meningen zien. Meetbaarheid van voorkeuren blijft ook erg lastig. Als we iedere pensioengerechtigde zouden vragen in welke aandelen zij willen beleggen, gaan daar heel verschillende antwoorden op komen. Als straks iedere deelnemer een andere portefeuille wil, kan dat het hele collectieve pensioen-systeem op de helling zetten.

Een politiek neutrale aanpak

Het is nogal wat om een groot deel van je salaris toe te vertrouwen aan een pensioenbestuur. En wat kun je doen als deze bestuurders op basis van persoonlijke overtuigingen of voorkeuren beslissingen nemen waar je het niet mee eens bent? Als je bank (of beleggingsfonds) je niet bevalt, kun je je geld elders parkeren. Met pensioenfondsen gaat dit niet. Pensioenfondsen moeten daarom inclusief blijven in hun keuzes, rekening houden met diversiteit in duurzaamheidsvoorkeuren onder deelnemers, en niet de belangen van specifieke bestuurders of belangenorganisaties zwaar mee laten wegen.

Een eenvoudige politiek neutrale aanpak is om breed gespreid te beleggen (bijvoorbeeld in indexfondsen). Bij een duidelijke consensus onder deelnemers dat beleggingen in een klein aantal landen of sectoren beperkt of uitgesloten moeten worden, kan dat best meegenomen worden. Ook zijn er andere manieren om duurzaamheid te bevorderen zonder bedrijven uit te sluiten. Pensioenfondsen kunnen als aandeelhouder hun stemrecht gebruiken en de dialoog aangaan. Ook kunnen ze aan impactbeleggingen doen in projecten die anders niet gefinancierd zouden worden.

Duurzaamheid is een belangrijk vraagstuk voor pensioenfondsen. Het identificeren van financiële risico’s, inclusief die door klimaatverandering, is noodzakelijk en inmiddels verplicht. Of pensioenfondsen met hun beleggingsbeleid duurzaamheid daadwerkelijk kunnen bevorderen, is helaas niet evident. De ogenschijnlijk simpele oplossing van een geconcentreerde ‘groene’ aandelenportefeuille leidt niet zomaar tot een groenere wereld en kan de hoofdtaak, het verzorgen van een goed pensioen, in gevaar brengen.


Lees ook

Pensioenfonds ABP komt met nieuwe investeringsbeloften tegemoet aan woningnood bij eigen achterban

Bouwproject van woningcorporatie Parteon in Zaandam. Woningmodules worden per schip en trailer aangevoerd.