Voor een eiland met een uitzonderlijke reputatie in Denemarken en daarbuiten ziet Samsø er gewoontjes uit. Waddenachtig. Aangeharkte percelen, goed onderhouden wegen. Het is er groen en in de hoofdplaats Tranebjerg staan witgeschilderde, bakstenen huizen met dakpannen. De enige hint voor de argeloze bezoeker die aan komt varen, zijn de 21 ijverig draaiende windmolens die vanaf de veerboot te zien zijn.
Samsø draait bijna volledig op groene energie. Voor de bijna vierduizend permanente bewoners is er dorpsverwarming, gestookt met stro van eigen boeren, en zijn er zonneparken. Veel huishoudens hebben warmtepompen. Voor zo’n 97 procent van de verwarming op het eiland wordt hernieuwbare energie gebruikt. De windmolens wekken zelfs zo veel elektriciteit op – meer dan de bewoners zelf gebruiken – dat het eiland zichzelf al sinds 2002 CO2-neutraal mag noemen.
Het was de Deense minister van milieu Svend Auken die bedacht dat een Deens eiland klimaatneutraal moest worden. Tijdens de klimaattop in Kyoto, in 1997, verzon hij een stunt om meer aandacht te vragen voor vergroening. Auken (overleden in 2009) schreef een wedstrijd uit en Samsø won. Het doel was binnen tien jaar energieneutraal te worden – op eigen kracht (de overheid leverde geen extra geld of hulp), marktconform en met bewezen technologie. Een status die het eiland al na vijf jaar haalde.
Toch is de burgemeester van het eiland, de Nederlander Marcel Meijer (58), geen ‘klimaatdrammer’. „Ik ben niet iemand die mensen opdringt wat ze moeten doen, dat zit niet in mijn aard”, zegt hij tijdens een rit over het eiland in de (benzine)auto van de verslaggever. Zelf rijdt hij elektrisch, al is het pas sinds kort. „Ik wilde al heel lang een elektrische auto en dat is vanuit de gemeente ook beleid”, zegt hij. „Maar die van mij deed het nog goed, en ik vond het ook een beetje vreemd om ’m daarom in te wisselen.”
Benzine is ook gewoon verkrijgbaar op Samsø – de gemeente kan het niet verbieden. Op de veerboot naar het eiland staan vooral benzineauto’s, plus een tankwagen van Shell. Er vaart slechts één fietser mee.
Meijer leidt rond bij een van de voorzieningen voor dorpsverwarming. In een grote, hoge loods liggen honderden balen stro opgestapeld, om een voor een te worden verbrand. De voorziening is in handen van de gemeente. Ook dat is onderdeel van de transitie: de energiebronnen zijn zoveel mogelijk publiek bezit, zowel van de lokale overheid als van inwoners, die samen eigenaar zijn van de windmolens.
De uit Nieuwe Pekela afkomstige Meijer, een lange man met vriendelijke ogen en een nog altijd Groningse tongval, woont sinds 1992 op het eiland. Hij kwam er voor de liefde. Meijer werkte voor de vakbond en ging de lokale politiek in voor de sociaal-democratische partij. In 2014 werd hij gekozen als burgemeester. „De eerste rode burgemeester ooit van Samsø”, zegt hij trots. Toen was de energietransitie al in volle gang. Zijn bestuurlijke opdracht was die transitie niet alleen voort te zetten, maar ook te versnellen. Het volgende doel van Samsø is in 2030 volledig fossielvrij te zijn.
Klachten over windmolens
Dat gaat niet vanzelf, vertelt de getogen Samsø’er Michael Kristensen van de Energie Academie, opgericht om de transitie te begeleiden. „Fundamentele veranderingen kun je een kleine gemeenschap niet opdringen”, zegt hij. „Op deze plek verzamelen en ontwikkelen we kennis over verduurzaming, en gaan we vooral veel en vaak in gesprek met de bewoners van het eiland.”
In het duurzaam gebouwde pand van de Academie vertelt Kristensen over de democratische en inclusieve aanpak van de organisatie. Het gebouw heeft veel ruimte voor de bijeenkomsten die regelmatig worden georganiseerd. „In de begintijd vonden hier veel gesprekken plaats over hoe inwoners zelf deel konden uitmaken van de energietransitie, hoe dit iets van ons allemaal zou kunnen zijn en hoe iedereen er beter van zou kunnen worden”, zegt hij. „Over de vraag waarom burgers zouden moeten accepteren dat ze ineens naast een windmolen zouden wonen, terwijl ze een goed werkend oliegestookt fornuis hadden.”
Zo kwamen er in het begin 250 klachten binnen over de bouw van de windmolens. „We hebben iedereen, juist de critici, actief aangemoedigd naar onze bijeenkomsten te komen”, zegt Kristensen. „Het risico was dat zij daar iedereen zouden overtuigen dat het een slecht idee was om ze te bouwen, maar gelukkig was een meerderheid van de inwoners voor windmolens.” Nog altijd zijn er mensen die sceptisch zijn, vertelt de Deen. „Maar door deze gesprekken zijn ze bereid het te accepteren, ook omdat ze inspraak kregen in waar de molens werden gebouwd.”
Willem-Alexander
Ook burgemeester Meijer benadrukt dat uitgebreid met elkaar in gesprek blijven onontbeerlijk is om draagvlak te behouden. Al betekent dat niet dat er nooit meer scepsis is. Vooral tegen de zonneparken is verzet op het eiland. „Dan hoor je dat mensen uit een bepaald dorp daar samen tegenin gaan,” zegt Meijer. „En dat begrijp ik ook wel. Deze veranderingen zijn ingrijpend.”
Toen Meijer aantrad als burgemeester, wisten de meeste mensen niet dat hij uit Nederland kwam. „Het deed er niet toe. Ik woonde hier al zo lang, was ingeburgerd, sprak vloeiend Deens”, zegt hij. Zijn Nederlandse achtergrond kreeg pas bekendheid toen Willem-Alexander op bezoek kwam in 2015, samen met het Deense koningspaar. „Zoveel aandacht waren ze niet gewend op Samsø”, grinnikt Meijer. „En met hem sprak ik natuurlijk Nederlands.”
Een zwerm vogels scheert kwetterend over de zandbanken op de noordpunt van Samsø. Meijer stapt uit de auto en snuift de zilte lucht diep op. Hij wijst op een arend. Hier ligt het enige beschermde natuurgebied van het eiland, dat verder voor bijna 60 procent uit landbouwgrond bestaat. „Samsø wordt ook wel de moestuin van Denemarken genoemd, vanwege de grote variatie aan groenten die we hier verbouwen. Daar zijn we trots op. Maar er liggen ook nog grote uitdagingen voor ons”, zegt hij.
Lees ook
Stinkende fjorden doordrongen ook Deense boeren van de noodzaak bij te dragen aan klimaatdoelen
Landbouwmachines
Landbouw stoot veel CO2 uit. Het omvormen van landbouwgrond in natuur staat op Samsø hoog op de agenda. In november werd in Denemarken een landelijk landbouwakkoord gesloten tussen overheid, boeren en natuurorganisaties waar dit ook deel van is. „Ik heb goede hoop dat we hier snel stappen kunnen zetten, als het gaat over de vrijwillige uitkoop van boeren”, zegt Meijer, „juist doordat we zo voorop lopen met de discussies die we hierover al jaren met de lokale bevolking voeren.”
Maar eerst richt Samsø zich op transport. „Dat is een stuk lastiger dan de energietoevoer, die relatief eenvoudig te vergroenen was.” Meijer doelt onder andere op de zware, benzineslurpende landbouwmachines die boeren gebruiken. Een overwinning is dat een van de twee veerboten dit voorjaar wordt vervangen door een elektrisch exemplaar, vertelt hij.
Als je een groot doel hebt, weten mensen waar ze naar toe gaan en waarom
De windmolens zijn de volgende uitdaging. Ze hebben een levensduur van 25 jaar en moeten over een paar jaar worden vervangen. „De nieuwe modellen zijn alleen veel groter en hoger, waardoor ze verder weg van huizen moeten worden gebouwd. Die puzzel moeten we nog leggen.”
Op de terugweg naar de veerboot spreekt Meijer zijn vertrouwen uit dat Samsø over vijf jaar fossielvrij zal zijn. „Als je een groot doel hebt, weten mensen waar ze naar toe gaan en waarom. Dan zijn ze meer bereid risico’s te nemen en wat geld te investeren, want ze weten dat het toch wel gaat gebeuren.” Die boodschap is helder voor heel Samsø, zegt Meijer. „We zien vanzelf of het lukt.”
Kijk, om te beginnen, naar de kale cijfers van het dodental. Op 31 mei 2024 rapporteerde het Gazaanse ministerie van Gezondheid 36.284 doden; deze week was dat aantal opgelopen tot 46.600. Ruim tienduizend doden die wellicht niet waren gevallen als Israël en Hamas op die laatste meidag vorig jaar akkoord waren gegaan met vrijwel dezelfde overeenkomst die ze nu alsnog gesloten hebben.
Dan zijn er nog de gewonden: ruim 80.000 in mei vorig jaar, tegen 110.000 nu. De verwoestingen, van huizen, ziekenhuizen, scholen en universiteiten. En de gedode Israëlische gijzelaars.
Had al dat leed voorkomen kunnen worden? Het akkoord dat de Amerikaanse president Joe Biden vorig jaar voorstelde, vertoont in elk geval opmerkelijke overeenkomsten met de deal van deze week. Ga maar na: ook toen waren er drie fasen. Ook toen zou Hamas in eerste instantie 33 gijzelaars vrijlaten. En ook toen was er al sprake van de terugtrekking van Israëlische militairen, het vrijlaten van Palestijnse gevangenen en het toelaten van hulp tot de Gazastrook.
Er zijn maar weinig westerse onderzoekers die al jaren op de koffie komen bij Ahmed al-Sharaa. De voorman van rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS) en de de facto leider van het nieuwe Syrië had tot voor kort een Amerikaanse beloning van 10 miljoen dollar op zijn hoofd staan vanwege zijn eerdere banden met Al-Qaida. Maar dat weerhield de Zwitserse socioloog en islamoloog Patrick Haenni er niet van om bij hem aan te kloppen.
Haenni (1968) geldt als een van de best geïnformeerde Syrië-kenners van dit moment. Hij spreekt vloeiend Arabisch en doet al sinds het begin van de Syrische opstand in 2011 veldwerk in het land. De laatste jaren kwam hij vooral in de noordwestelijke provincie Idlib, de machtsbasis van HTS. Daar ontmoette hij in 2019 Ahmed al-Sharaa, die toen nog bekendstond onder zijn nom de guerre Abu Mohammed al-Jolani. Meer dan tien gesprekken zouden volgen.
In Idlib zag Haenni met eigen ogen hoe Sharaa zijn beweging deradicaliseerde, extremisten uit de gelederen werkte, nieuwe bestuursvormen opzette en de rechten van christenen en druzen beschermde. Dat de leider van Syrië tegenwoordig de mond vol heeft van inclusiviteit is dus niets nieuws – en meer dan alleen propagandapraat, weet Haenni. Sharaa heeft al een track record.
Toch houdt de onderzoeker een slag om de arm. Sharaa deradicaliseerde volgens hem niet omdat hij zo gematigd is, maar omdat hij een kans zag zijn achterban uit te breiden. Bovendien duldt de rebellenleider weinig interne kritiek.
Dat roept vragen op over hoe ver hij bereid is te gaan, stelt Haenni. „De echte vraag is niet zozeer of hij inclusieve uitspraken kan doen over lifestyle issues of over de rechten van vrouwen en minderheden, maar of hij bereid is overeenkomsten te sluiten om de macht te delen met de elite in de steden en het oude staatsapparaat.”
Wat voor iemand is Ahmed al-Sharaa?
„Het is iemand die volhoudt en weet wat hij wil, dat heb ik door de jaren heen wel gezien. Onze eerste ontmoeting was in 2019, toen het Assad-regime een offensief begon waarbij HTS bijna 40 procent van zijn gebied verloor. Zelfs toen hield Sharaa vast aan het idee dat hij uiteindelijk Damascus zou veroveren. Hij voelde zich nooit senang bij zijn rol als leider van een kleine rebellenprovincie. Sharaa is een revolutionair, iemand die groot droomt en bereid is risico’s te nemen. Tegelijkertijd weet hij wanneer je compromissen moet sluiten. Hij is een meester in het navigeren van machtsrelaties en kan best flexibel zijn, ook op ideologisch gebied. In tegenstelling tot velen in zijn entourage is hij net zozeer politicus als ideoloog.”
Hoe uitte zich dat in de provincie Idlib die Sharaa sinds 2017 bestuurde?
„Nadat hij in 2016 de banden met Al-Qaida verbrak en begin 2017 HTS oprichtte, begon hij gerichte zuiveringsacties tegen extremisten. Hij deradicaliseerde de beweging van bovenaf, maar leunde ook op een stille conservatieve meerderheid in de samenleving om de radicalen tot zwijgen te brengen. Je kunt het een soort ‘omgekeerd salafisme’ noemen: waar een salafist de samenleving wil veranderen, liet Sharaa zijn beweging veranderen door de samenleving. Zo liet hij imams in de 1.200 moskeeën in de provincie zelf bepalen wat ze prediken. Op die manier werd de in Idlib gangbare volkse islam – een mengelmoes van sociaal conservatisme, lokale tradities en soefisme – gaandeweg dominanter en werden jihadisten buitenspel gezet.
„Bovendien liet hij christenen en druzen hun religie beoefenen en heeft hij ervoor gezorgd dat ze terug konden naar hun afgenomen huizen en land. Daarbij was zijn beoogde publiek overigens niet het Westen, zoals nu veel gezegd wordt, maar de rest van Syrië: toen al was Sharaa bezig een imago op te bouwen als nationaal leider. Zijn deradicalisering was gelinkt aan een machtsstrategie.
„Tot slot richtte hij de zogeheten Verlossingsregering op om dienstverlening te herstellen en de economie op te krikken. Idlib bleef natuurlijk arm, maar Syriërs waren er beter af dan in regimegebied en het gewone leven keerde er sinds een staakt-het-vuren in 2020 langzaam terug. Er kwamen cafés, winkelcentra, dierentuinen en zelfs een restaurant met de naam Disneyland. Ook HTS-leden investeerden in dit soort ondernemingen.”
Toch wilde de regering in Idlib eind 2023 een ‘zedenpolitie’ oprichten om islamitische leefregels op te leggen.
„Dat klopt, maar dat wetsvoorstel kwam niet uit de koker van Sharaa. Integendeel: het was juist de wens van conservatieve notabelen in Idlib, die grote moeite hadden met de nieuwe gemixte publieke ruimte in cafés, winkelcentra, parken en universiteiten, en klaagden dat HTS de zedenpolitie nooit had mogen afschaffen. Sharaa was niet enthousiast over de wet, maar wilde zijn conservatieve critici ook niet te veel tegen zich in het harnas jagen, dus hield hij zich afzijdig. Maar toen het uitlekken van de conceptwet leidde tot sociaal protest en klachten van internationale hulporganisaties, begreep hij dat de wet hem op internationaal vlak veel zou kosten en verdween het voorstel van tafel.”
Wat wordt de invloed van deze conservatieve krachten binnen het nieuwe Syrië?
„Sharaa moet nu het tegenovergestelde doen van de evenwichtsoefening die hij gewend is. In plaats van conservatieve critici krijgt hij te maken met een kosmopolitische middenklasse in de grote steden die een veel minder rigoureuze variant van de islam aanhangt dan de bevolking in Idlib. Vooralsnog zien we dat hij hun zorgen probeert te temperen. Zo is een voorstel van de transitieregering om het schoolcurriculum te islamiseren geschrapt en greep de HTS-leiding in Aleppo in toen bleek dat rebellen vrouwelijke rechters verboden hadden deel te nemen aan debatten binnen de orde van advocaten.
„Maar de conservatieven blijven invloedrijk en de vraag is hoeveel politiek kapitaal Sharaa wil verbranden aan het alsmaar terugfluiten van zijn eigen mensen. En hij is zelf natuurlijk ook geen liberaal. Ik denk zeker dat we een conservatievere publieke ruimte kunnen verwachten en dat islamitische referenties een belangrijkere rol gaan spelen in het nieuwe rechtssysteem.
„De echte vraag is niet of Sharaa vrouwen de hand schudt maar of hij bereid is macht uit handen te geven”
„Wat me daarnaast vooral zorgen baart, is dat Sharaa kampt met een capaciteitsprobleem. Radicalen maken gebruik van het gebrek aan controle door snel hun invloed te vergroten binnen het religieuze veld. Zo klagen mensen in Damascus dat er op het vrijdagmiddaggebed ineens veel types met een salafistisch of jihadistisch uiterlijk rondlopen. Er speelt hier overigens een dubbele angst: enerzijds voor een ideologisch project, maar anderzijds ook voor klassenwraak.”
Wat bedoelt u met dat laatste?
„Het platteland is de stad binnengevallen. Er is niet alleen angst voor een islamisering van de macht, maar ook voor een provincialisering ervan. De revolutionairen in 2011 kwamen grotendeels uit de steden en waren vaak hoogopgeleid, die van 2024 zijn veelal mannen uit de provincie die zich bij HTS hebben aangesloten. Bovendien zijn ze niet aan de macht gekomen middels een brede civiele beweging, zoals bijvoorbeeld de Moslimbroederschap in Egypte, maar door een militaire blitzkrieg. Dat zorgt voor een plotselinge onrust onder de stedelijke elite in Damascus, die in termen van klassendynamiek ironisch genoeg doet denken aan de staatsgreep van de Ba’ath Partij [de partij van de Assads, red.] in 1963, die de gemarginaliseerde Alawieten aan de macht bracht en ook voor veel klassenangst zorgde.”
Een Westerse diplomaat zei onlangs tegen me: het risico met Sharaa is eerder dat hij op Assad gaat lijken dan weer jihadist wordt.
„Assad heeft op industriële schaal zijn eigen bevolking uitgemoord. Dat zie ik Sharaa niet doen. Kijk bijvoorbeeld naar de manier waarop hij vorig jaar omging met de tien maanden lange protestbeweging in Idlib tegen zijn bewind en zijn persoon. Demonstranten gingen ver, ze eisten Sharaa’s vertrek met dezelfde leuzen die in 2011 tegen Assad werden gebruikt. Toch viel de repressie relatief mee: er zijn enkele tientallen mensen opgepakt en voor zover ik weet is iedereen uiteindelijk weer vrijgelaten.
„Maar tegen interne dissidenten treedt hij veel harder op. In het verleden heeft zijn veiligheidsdienst veel hoge commandanten laten oppakken en laten martelen. Zijn grootste angst is factievorming of een staatsgreep, daar kan hij paranoïde van worden. Daarin schuilt zijn autoritarisme, veel meer nog dan in zijn houding naar de samenleving.”
Hij is dus niet om bereid de macht te delen?
„Revolutionairen die de macht nemen, geven die zelden weer uit handen. Psychologisch speelt bovendien mee dat Sharaa weet dat hij deze overwinning bovenal aan zichzelf te danken heeft. Terwijl de Syrische oppositie in ballingschap, de VN en de landen in de regio hem negeerden of het conflict bevroren wilden houden, heeft hij een blitzkrieg ondernomen en gewonnen.
„Vooralsnog omringt Sharaa zich met enkele mannen met wie hij jarenlang in Idlib heeft samengewerkt en die hij vertrouwt. Dat is begrijpelijk in de eerste fase van de transitie, maar om een staat te regeren moet hij meer kennis en kunde in huis halen door de macht te delen met de oude stedelijke en bestuurlijke elite. Idlib besturen is iets heel anders dan een staat regeren. En met de zevenduizend personeelsleden van de Verlossingsregering gaat hij dat niet redden.”
Kan het Westen hem bijsturen om inclusiever te worden?
„Ja, maar dat vergt strategisch nadenken over hoe je dat echt bewerkstelligt. In plaats van garanties te vragen over de rechten van vrouwen of minderheden op de lange termijn lijkt het me effectiever om het concept inclusiviteit iets minder identitair te benaderen en meer nadruk te leggen op machtsverdeling op de korte termijn. Zo is het essentieel dat oude en nieuwe elites onderhandelen over het bestuur van ministeries, de controle van territorium en de hervatting van dagelijks bestuur. Als de stedelijke elite en het maatschappelijk middenveld daarbij al vóór de verkiezingen meer concrete macht in handen krijgt, kunnen zij hun rechten later beter verdedigen.”
Hoe ziet Sharaa zijn relatie met het Westen?
„Al toen ik hem in 2019 ontmoette, had hij daar een stabiel standpunt over. Hij ziet de band als een strategische. Het Westen en hij hebben gedeelde tegenstanders – Iran en Rusland – en gedeelde belangen, van contraterrorisme tot het managen van de terugkeer van vluchtelingen. Sharaa wil niet in een bepaald regionaal kamp zitten en voert een buitenlandpolitiek gebaseerd op strategische samenwerking en het vermijden van conflict, inclusief met Israël. In het Arabisch is daar een term voor die hij graag gebruikt: tasfir al-mashakil, het naar nul brengen van problemen.”
Daarbij helpt het misschien niet dat hij de Duitse minister van Buitenlandse Zaken laatst geen hand wilde geven omdat ze een vrouw is.
„Om eerlijk te zijn vind ik het behoorlijk vermoeiend dat de media vaak op dit soort identitaire kwesties springen. Het zorgt meteen voor heel veel hype en leidt af van de belangrijke vraagstukken. De echte vraag is immers niet of Sharaa vrouwen de hand schudt – zo veel conservatieve mannen in Syrië doen dat niet – maar of hij bereid is macht uit handen te geven.”
Hoe ver in de geschiedenis moet je teruggaan om Donald Trump te duiden? Volgens sommigen wel tweeduizend jaar: tot keizer Caligula die er óók groot genoegen in schepte zijn tegenstanders te vernederen. Toen de aanstaande Amerikaanse president eind vorig jaar kortstondig de Republikeinse provocateur Matt Gaetz nomineerde als minister, werd daarom niet voor het eerst een parallel getrokken met de Romeinse potentaat. Zoals Trump het bestond de van drugsgebruik en seks met een minderjarige beschuldigde Gaetz voor te dragen op Justitie, zo zou Caligula de senatoren in Rome immers ooit gevraagd hebben zijn paard tot consul te benoemen.
Vaker nog wordt Trump vergeleken met een latere heerser uit Rome, de oer-fascist Benito Mussolini. Of nog afgezaagder: met diens Duitse bond- en tijdgenoot. Maar als je Trump al wil vergelijken met een Italiaanse populist, dan eerder met Silvio Berlusconi. Ook een rijke ondernemer met mediamacht die een vermoeid tweepartijenstelsel danig wist op te schudden en wiens populariteit nooit leed onder zijn verbale uitglijders, schandalen of juridische problemen.
Trump komt ook nog eens van de andere kant van de oceaan. Beter dan met Hitler, Mussolini of Caligula kan hij worden vergeleken met het type autoritair staatshoofd dat sinds twee eeuwen in zijn eigen, Amerikaanse contreien met grote regelmaat komt bovendrijven: de caudillo. Zo’n ‘sterke man’ (zelden is het een vrouw) presenteert zich als ‘man van het volk’ door permanent de strijd aan te binden met oude elites, de vrije pers of kritische rechters. Met een messianistische boodschap weet hij een sterke persoonlijke band op te bouwen met zijn achterban.
Oscar R. BenAvides„Voor mijn vriend: alles. Voor mijn vijand: zelfs niet de wet.”
Het zijn leiders die regelmatig (veel te) lang aan de macht blijven. Naar eigen zeggen voor het landsbelang; in de praktijk omdat hun bewind is samengesmolten met de eigen zakelijke of zelfs criminele nevenactiviteiten. Ook na hun overlijden of terugtreden kunnen ze lang invloed houden. Omdat ze een dynastie stichtten (van de Somoza’s in Nicaragua tot de Kirchners in Argentinië) of omdat hun beleid een ideologie op zich is geworden: peronisme, chavisme, castrisme, etc. Dit is geen puur ‘Amerikaans’ verschijnsel. Ook voormalige Afrikaanse of Aziatische koloniën kregen na hun onafhankelijkheid dynastieën van eigen bodem: recent nog de Marcos- en Duterte-clans in de Filippijnen of die van Santos in Angola.
De Verenigde Staten ontsprongen deze post-koloniale vloek lang. Hun stichting was eind achttiende eeuw het werk van overwegend witte, protestantse en Angelsaksische elites, uit het noordoosten van het land. De zuidelijke en westelijke staten werden echter ooit als eerste gekoloniseerd door Zuid-Europese, katholieke landen. Een geduldige, decennialange lobbycampagne van de oerconservatieve juristenclub Federalist Society heeft de afgelopen decennia de rechtspraak tot aan de hoogste hoven volgepropt met honderden behoudende katholieke magistraten. En na ruim twee eeuwen natuurlijke bevolkingsgroei en grote migratiegolven, uit onder andere Italië, Ierland en recenter vooral Latijns-Amerika, zijn de VS zo gaandeweg een veel katholieker, gekleurder en ‘Latijnser’ land geworden dan bij hun stichting.
Ze zijn daarmee sterker gaan lijken op de regio waar ze een halfrond mee delen: Midden- en Zuid-Amerika en de Caraïben. Trumps herverkiezing is de climax van die langlopende trend. Hij kan net zolang op een podium staan als Fidel Castro, echoot de wij-zij-retoriek van Hugo Chávez, bespeelt de arme massa’s net zo slim als Juan Perón en pocht net zo openlijk over autoritair ingrijpen als menig onderbuurman op het continent.
In de ‘Nieuwe Wereld’ kwam de caudillo op zodra landen zich vanaf begin negentiende eeuw ontworstelden aan het koloniale juk van de Portugezen, Fransen en vooral de Spanjaarden. De onderkoningen en gouverneurs die namens de Europese monarchen overzees de lakens hadden uitgedeeld, werden verjaagd. Hier kwamen al snel nieuwe ‘koninkjes’ voor in de plaats: leiders met een lastig te missen eigendunk en autoritaire inborst, die de macht kregen (vaker: grepen) om vervolgens te stellen: ‘Aquí mando yo’, hier ben ik nu de baas.
De ervaring leert dat elke caudillo (of zijn dynastie) een keer gaat wankelen
Aanvankelijk verwierven caudillos de macht via militaire coups of politieke intriges. Maar sinds staatsgrepen deze eeuw zeldzamer werden in de Amerika’s zijn het vaker burgerpolitici. Al flirten ze graag met geweld, ze grijpen de macht democratisch, via de stembus.
Doorgaans wel als politieke buitenstaander. Sommigen zijn net als Trump ondernemer en beloven het land te besturen als hun bedrijf. In de praktijk leidt zo’n zakenachtergrond niet zelden tot belangenverstrengeling en nepotisme, maar voor volgelingen geldt die als pluspunt. De nieuwe leider offert zich op voor het land en zal het nooit bestelen, geloven ze.
Burgers hopen dat de anti-establishment-kandidaat de ‘puinhopen’ van de oude corrupte politieke klasse wél zal opschonen. Diens slogans zijn altijd variaties op ‘met harde hand’, ‘schoon schip’, ‘laat ze allemaal ophoepelen’. Dat de caudillo bereid is instituties of wetten te negeren om ‘orde op zaken’ te stellen is geen autocratische alarmbel maar een electorale aanbeveling.
Als caudillo’s werkelijk daadkracht tonen, kan de bevolking eenzelfde slaafse bewondering voor hen aan de dag leggen als voorheen voor een adellijke vorst. Als ze vervolgens hun kinderen of echtgenotes aan de macht proberen te helpen, wordt dat toegejuicht.
Het cliché wil dat zo’n tribuun dankzij zijn personalistische, bijna bovennatuurlijke connectie met kiezers zelfs wegkomt met opzichtig falen. Zo stelde Trump ooit „dat ik iemand zou kunnen neerschieten op 5th Avenue en er geen kiezers mee zou verliezen”. Toch leert de Latijns-Amerikaanse ervaring dat elke caudillo (of zijn dynastie) een keer gaat wankelen.
Een caudillo mag best goed voor zichzelf en zijn familie en entourage zorgen. Dat Trump als miljardair jarenlang zelf amper belasting betaalde, is voor veel van zijn kiezers geen schandaal. Integendeel. Als zij de ophef over zijn ‘belastingoptimalisatie’ in de kwaliteitspers al meekregen, zullen zij die juist zien als nastrevenswaardig voorbeeld: wie wil dat nu niet? Dat van Trumps tax cuts bovenal zijn rijke donateurs profiteren, voedt de droom dat ook zij ooit rijk genoeg zullen zijn om de belasting te ontwijken.
Arnoldo Alemán‘We kunnen hem altijd nog opeten’, zeiden de Nicaraguanen
Toch zijn er grenzen aan kleptocratie en nepotisme, leert het voorbeeld van Arnoldo Alemán. Als president van Nicaragua (1997-2002) groeide hij rond de eeuwwisseling uit tot een van de corruptste leiders op het continent. Terwijl de straatarme bevolking honger leed, zag zij Alemán met de dag vadsiger worden en meer persoonlijke luxe vergaren. Nicaraguanen noemden hem ‘El Gordo’, de Vetzak, over wie ze de cynische grap maakten dat ze hem altijd nog konden opeten. Ze werden hem echter beu toen de economie in het slop raakte, er protesten uitbraken en hij het leger afstuurde op betogers. Na het aflopen van zijn termijn werd Alemán veroordeeld voor zijn grootscheepse corruptie.
De miljardairs, cryptospeculanten, oliebaronnen, casinomagnaten en techbro’s die zijn campagnekas volop spekten en nu zijn regering adviseren, wil Trump tevreden houden door zijn belastingverlagingen te verlengen. Hun vermogens en bedrijven wil hij verder laten groeien, door allerlei wetten en regels te schrappen die ondernemen maar lastig maken. Door speculatie met cryptovaluta vrij baan te geven. Door op nog meer plekken gas- en oliewinning toe te staan. Alleen door de overheid tot op het bot te saneren, kan de economie blijven groeien en de VS concurreren met China, stellen trumpistische economen en libertaire techmiljardairs.
Porfirio DíazMexico werd in de uitverkoop gedaan door schaamteloos cliëntelisme
Deze rechtvaardiging voor schaamteloos cliëntelisme doet denken aan caudillo Porfirio Díaz, die van 1876 tot 1911 Mexico ruim drie decennia in zijn greep had. Na een coup verzamelde hij een kliek technocratische adviseurs om zich heen die het positivisme aanhingen, een uit Frankrijk afkomstig vooruitgangsgeloof met een flink vleugje sociaal darwinisme.
Deze ‘científicos’ haalden hem over het land versneld te industrialiseren, tegen elk maatschappelijk bezwaar in. Als ‘geleerden’ wisten zij wel wat goed was voor het klootjesvolk; in werkelijkheid hadden ze ook eigen zakelijke belangen. Het land werd in de uitverkoop gedaan. Miljoenen werden van hun grond of uit hun huizen verjaagd om plaats te maken voor infrastructuur of mijnbouw. Macro-economisch leek dit goed te gaan. Maar onder de verarmende plattelandsbevolking broeide de onvrede, tot er in 1910 een revolutie uitbrak.
Alberto FujimoriZette met een ‘zelfcoup’ de Peruaanse democratie buitenspel
Dat de economie ook dé achilleshiel is van een hedendaagse caudillo, ondervond Alberto Fujimori. Hij veroverde in 1990 als totaal onbekende buitenstaander het presidentschap van Peru, surfend op een golf van onvrede. Fujimori kreeg te maken met een werkelijke ‘vijand van binnenuit’: communistische guerrillero’s, tegen wie hij een vuile oorlog ontketende.
Bijna dertig jaar voor de Capitoolbestorming pleegde hij in 1992 wél een succesvolle ‘autogolpe’ tegen de democratie, door de onafhankelijke rechtspraak en het Congres buitenspel te zetten. Zo hield hij bijna een decennium lang de steun van zowel grote delen van de bevolking als van zakelijke elites. Maar toen de economie in het slop raakte en hij met kiesfraude aan de macht probeerde te blijven, kwam ook hij ten val.
Trump heeft juridisch geen verantwoording hoeven afleggen voor zijn poging tot ‘zelfcoup’ of pogingen de uitslag van 2020 te saboteren. Met zijn herverkiezing zijn de nog lopende strafzaken tegen hem stilgevallen. En als president wil hij het justitieapparaat de komende vier jaar volledig loyaal aan hem maken. De ‘vergelding’ waarmee hij tegenstanders dreigt, plaatst de VS in een traditie die Óscar Benavides in de eerste helft van de 20e eeuw als president van Peru al schetste: „Voor mijn vriend: alles. Voor mijn vijand: zelfs niet de wet.” Het is deze eeuw lawfare gaan heten: politieke tegenstanders uitschakelen via de rechter. Zo is elke Peruaanse president die deze eeuw regeerde na vertrek uit het paleis strafrechtelijk vervolgd, vooral wegens veronderstelde corruptie.
De Latijns-Amerikaanse ervaring met ‘wraakrechtspraak’ leert dat die snel ontaardt in een onontwarbare keten van juridische gevechten tussen rivaliserende politieke kampen. Zo werd Brazilië deze eeuw in een politieke crisis gestort toen een kolossaal corruptieschandaal nagenoeg alle partijen in opspraak bracht. Als burgers deze zaken al volgen, kunnen ze amper nog beoordelen of een vervolging of afzettingsprocedure politiek gemotiveerd is of juridisch gegrond. Ook Trumps juridische perikelen werden door de Amerikanen als op een split-screen gevolgd, waar Democraten en Republikeinen elk met een eigen versie van de waarheid leefden. Voor een politicus die zijn hele leven al de randen van de wet opzoekt, zoals Trump, een ideaal scenario.
Naast een gelijkgeschakeld justitieapparaat, zijn een loyaal leger en veiligheidsapparaat minstens zo cruciaal voor een caudillo. Zeker als de economische groei alleen nog maar bij een kleine corrupte kliek terechtkomt en de bevolking begint te morren, zoals momenteel in Cuba, Nicaragua en Venezuela. Sinds hun economieën door corruptie en socialistisch wanbeleid vastliepen, weten hun caudillo’s (of hun opvolgers) alleen aan de macht te blijven door hun land in een politiestaat te veranderen. Elke kansrijke oppositie is uitgeschakeld, opgesloten of in ballingschap gejaagd. Burgers kunnen er alleen nog met hun voeten stemmen: miljoenen zijn de afgelopen jaren deze landen ontvlucht, niet zelden naar de VS.
Nayib BukeleZelfverklaard „coolste dictator van de wereld” kondigde noodtoestand af in El Salvador
Dat doet president Nayib Bukele gehaaider. Hij greep het epidemische bendegeweld in zijn El Salvador in maart 2022 aan om de noodtoestand af te kondigen, waardoor politie en leger veel meer bevoegdheden krijgen. Tienduizenden bendeleden én duizenden onschuldige burgers zijn opgesloten in een nieuwe megagevangenis. De meeste Salvadoranen zijn hierover enthousiast: in ruil voor veiligheid zijn ze bereid burgerlijke vrijheden in te leveren. Bukele negeerde de grondwet en kreeg een illegale tweede termijn. Maandag is de zelfverklaarde „coolste dictator van de wereld” uitgenodigd op Trumps inauguratie.
Zelfs voor een doorgewinterde caudillo zijn vier jaar bepaald kort om de democratie af te schaffen
De tweede hedendaagse caudillo die voor maandag is uitgenodigd heet Javier Milei. Deze zelfverklaarde anarchokapitalist won eind 2023 in Argentinië de macht met de belofte om „met de kettingzaag” eindelijk de overheidsfinanciën op orde te brengen. Zijn campagne kreeg vleugels nadat geestverwant Musk hem op X steeds trending liet gaan.
In zijn eerste jaar heeft Milei inderdaad voor het eerst deze eeuw een begrotingsoverschot weten te bereiken. Deels door ‘linkse hobby’s’ weg te bezuinigen op het gebied van vrouwen- en mensenrechten. Maar vooral door tienduizenden ambtenaren te ontslaan en de pensioenen te bevriezen. Grote banken, energiebedrijven en beursfondsen boeken weer enorme winsten, terwijl gepensioneerden en ambtenaren erop achteruit gaan. Argentijnen lijken vooralsnog bereid deze pijnlijke ingrepen te doorstaan. Een jaar na zijn aantreden blijft Milei populairder dan de oppositie.
Javier MileiOntsloeg tienduizenden ambtenaren en bevroor de Argentijnse pensioenen
Trump heeft Musk de opdracht gegeven dit kunstje te herhalen. Hij mag binnen de federale overheid gaan doen wat hij al bij veel van zijn bedrijven deed: keihard saneren en massaontslagen doorvoeren. Op het X-account van zijn fictieve ‘Departement voor Overheidsfinanciën’ plaatst hij regelmatig begrotingsposten waarvan hij zegt dat ze makkelijk wegbezuinigd kunnen worden: van subsidies voor ‘diversiteit in vogelspottersgroepen’ tot ‘op meisjes gerichte klimaatactie in Brazilië’. Ook moeten federale ambtenaren gewoon weer vijf dagen in de week naar kantoor komen.
Zulke provocaties dienen de rechtse cultuurstrijd tegen vermeend woke Washington, maar alles bij elkaar tellen zulke besparinkjes nimmer op tot 2.000 miljard dollar. Waarmee onvermijdelijk lijkt dat óók gesneden moet worden in megaposten als de sociale zekerheid, zorgfondsen Medicare en Medicaid en de veteranenpensioenen. Het zou betekenen dat de belastingverlagingen voor miljardairs gefinancierd gaan worden door het versoberen van het sociale vangnet van miljoenen gewone Amerikanen.
Trump brengt al veel lessen van zowel de klassieke als de moderne caudillo in de praktijk. Maar of hij zijn kiezers zal weten te blijven betoveren, zal bovenal afhangen van de economie, leert het lot van zijn voorgangers uit zuidelijkere delen van het continent. Als 21ste-eeuwse científico mag Musk het land het liefst als een bedrijf willen besturen – zodra zijn winstoptimalisatie vooral over de rug van burgers wordt behaald, kunnen zij hun bekomst krijgen van dit libertaire experiment.
Tegelijkertijd lijkt Trumps uitgangspositie veel gunstiger dan die van veel Latijns-Amerikaanse collega’s. Zowel politiek, juridisch, maatschappelijk als economisch.
Zo kan hij rekenen op een loyaal Hooggerechtshof dat hem recent schier koninklijke immuniteit verschafte. Op een partij die zich door hem laat koeioneren. Op een justitieapparaat dat een politiek vergeldingswapen moet worden. Media die onder dreiging van dure rechtszaken nu al minder kritisch over hem lijken te berichten, terwijl hun miljardair-eigenaars naar Mar-a-Lago afreizen om de ring van de keizer te kussen.
De VS blijven de belangrijkste markteconomie ter wereld, hun munt is de mondiale reservevaluta. Beginnen minder rijke landen nog wel eens te wankelen omdat internationale marktpartijen het vertrouwen in hun staatsschuld of munt opzeggen; dat zal Amerika met zijn gewilde dollar en veilig geachte staatsobligaties minder snel overkomen.
Houdt de democratische rechtsstaat hiertegen stand? Zelfs voor een doorgewinterde caudillo zijn vier jaar bepaald kort om de democratie af te schaffen – of minstens een extra termijn te regelen. En de Amerikaanse grondwet laat zich net wat minder makkelijk herschrijven of negeren dan de Boliviaanse of Salvadoraanse.
Ook blijft Trumps geboortejaar 1946. Toen de Cubanen maar niet afkwamen van hun eigen caudillo Fidel Castro begonnen ze eufemistisch te smoezen over de ‘biologische oplossing’ – ooit zou hij toch een keer doodgaan? Castro liet zich opvolgen door zijn broer Raúl, van Trump moet nog blijken of hij een dynastie weet te stichten. Oudste zoon Don jr. blijft tegenvallen, oogappeltje Ivanka wil zelf niet, waardoor Trump nu toenemend zijn schoondochter Lara (getrouwd met tweede zoon Eric) als mogelijke troonpretendent naar voren schuift.
In zijn overwinningstoespraak sprak Trump zelf van een ‘historische herschikking’ van het Amerikaanse electoraat. „We wisten mensen van allerlei achtergronden te verenigen rond een gemeenschappelijke kern van gezond verstand”, ronkte hij over alle nieuwe kiezersgroepen die hij heeft weten aan te spreken. Hij somde ze op: moslims, latino’s, Aziatische en zwarte Amerikanen, vakbondslid of niet.
Trumps kiezers zijn lang niet allemaal Republikeinen voor het leven. Een deel is uit ideologische of religieuze motieven idolaat van Trump en de standpunten van zijn partij. Maar het zijn deels ook pragmatische kiezers die, als Trump de economie in de soep laat draaien, de volgende keer net zo makkelijk op een Democraat stemmen. Zodra zulke kiezers teleurgesteld afhaken, zullen ook Trump en zijn Republikeinen ontdekken dat ze het Witte Huis en Congres niet met een ‘landslide’ veroverd hebben, maar met best wel smalle marges.
De belangrijkste vraag is of de democratische instituties op dat moment nog overeind staan. Onder Trump-I hielden ze stand. Maar dat de VS zo’n lange traditie van min of meer democratisch bestuur kennen, maakt het land niet immuun voor een autocratisch bewind. Integendeel, die traditie kan ook gemakzuchtig maken. Bevolkingen die pas recenter democratie kregen, bewaken die doorgaans alerter. Zie Brazilië, dat wél juridisch afrekende met ex-president Jair Bolsonaro na de trumpistische bestorming waartoe hij aanzette. Of de Zuid-Koreanen die hun president recent niet lieten wegkomen met een zelfcoup à la Fujimori.
Ook Amerikanen die Trump de komende vier jaar liever zouden negeren, moeten waakzaam blijven dat één campagnebelofte die hij deze zomer deed, ieder geval niet wordt ingelost: „Over vier jaar zullen jullie niet opnieuw hoeven te stemmen.”
Dit artikel is een voorpublicatie uit het boek ‘De koning van Amerika’ van NRC-redacteur Merijn de Waal, dat maandag verschijnt.