N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
Aftreden premier Schotland Hoewel ze behoorlijk onder druk stond, lag de populariteit van Nicola Sturgeon nog altijd op een niveau waar de politieke leiders in Londen „met liefde een arm voor zouden opofferen”.
Haar hele leven is ze „de politicus Nicola Sturgeon” geweest en nu hoopt ze dat ze meer tijd krijgt voor „de mens Nicola Sturgeon”.
Woensdag maakte de Schotse premier Nicola Sturgeon (52) bekend dat ze vertrekt. Ze was de eerste vrouwelijke regeringsleider, en de langst zittende uit de Schotse geschiedenis. Haar besluit nam ze „bijna instinctief”, zei ze in haar toelichting. Het leven van een politicus vond ze, „durf ik het te zeggen, meedogenloos”, met amper privacy en geen vrije tijd. Haar uitleg deed sterk aan die van de Nieuw-Zeelandse Jacinda Ardern denken, die ook een gebrek aan energie als reden gaf om te stoppen.
Ruim acht jaar was Sturgeon de eerste minister van Schotland. Voor het overgrote deel van die periode wist ze grip te houden op haar partij, de Scottish National Party (SNP), én op de publieke opinie – bijzonder voor een politicus die zo lang aan de macht is. Ze bleef stabiel populair bij de Schotten.
Tot begin dit jaar dan. Want al kwam deze bekendmaking heel plotseling en zei Sturgeon dat haar besluit om te stoppen niet is ingegeven door de recente negatieve publiciteit („daar ben ik wel aan gewend”), ze stond de afgelopen maanden wel onder druk.
Omstreden transgenderwet
Het Schotse parlement nam in december een omstreden wet aan waardoor trans personen geen diagnose van een psychiater meer nodig zouden hebben om de registratie van hun geslacht te veranderen. En de periode dat ze al als het andere geslacht door het leven moesten gaan, zou ingekort worden van twee jaar naar drie maanden. Maar voor het eerst in de geschiedenis maakte de Britse regering in Londen van haar mogelijkheid gebruik om bezwaar aan te tekenen en geen goedkeuring te verlenen.
Nicola Sturgeon bleef de wet verdedigen, noemde het ingrijpen van Westminster „een aanval op de Schotse democratie” en kondigde een rechtszaak aan. Maar uit peilingen bleek dat veel Schotten aan de kant van de Britse regering staan en de zelfidentificatie voor transgenders niet steunen. Ook binnen de SNP bestond weerstand en meerdere parlementsleden stemden tegen de wet. De zaak rond Isla Bryson, een trans vrouw die werd veroordeeld voor twee verkrachtingen maar naar een vrouwelijke gevangenis mocht, bemoeilijkte Sturgeons positie verder: ze wilde pertinent niet zeggen of Bryson een man of een vrouw is.
Niet eerder vielen SNP’ers Sturgeon publiekelijk zo af als nu. Haar oude politieke mentor en voorganger als partijleider Alex Salmond zei in een interview dat „dertig jaar van voorzichtig bouwen, bouwen, bouwen tot we de steun voor onafhankelijkheid over de 50 procent hebben gekregen, is weggegooid met wat zelfzuchtige onzin”. Want na de ophef over de transgenderwet duikelden de populariteit van Sturgeon, de SNP en de steun voor een onafhankelijk Schotland gezamenlijk naar beneden in de peilingen.
Die droom van Schotse onafhankelijkheid definieerde ook Sturgeons politieke carrière. Al op haar zestiende werd ze lid van de SNP, in 1999 kwam ze in het Schotse parlement. Acht jaar lang was ze vicepremier en in 2014 trad ze aan als partijleider, na het eerste referendum over Schotse onafhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk. Toen stemde 55 procent van de Schotten er nog voor om in het VK te blijven. Maar sindsdien nam de steun voor onafhankelijkheid onder de bevolking langzaam toe en dat schreven veel analisten op conto van haar leiderschap.
Contrast met Boris Johnson
Onder Sturgeon won de SNP elke verkiezingen opnieuw. Ze kreeg veel lof voor haar optredens tijdens de coronapandemie, waar haar gedecideerde en vriendelijke kalmte een scherp contrast vormde met de rommelige Britse premier Boris Johnson. En hoewel Schotland zeker ook problemen heeft met toegang tot de gezondheidszorg, zijn de wachtlijsten er niet zo lang als in Engeland. Schotland trekt meer buitenlandse investeringen aan dan Engeland, de criminaliteit ligt er lager en de ambities om klimaatverandering tegen te gaan zijn groter.
Maar Sturgeon stopte de meeste energie in het organiseren van een tweede referendum over de toekomst van Schotland buiten het VK. Zeker nadat het VK, tegen de zin van de meeste Schotten, de Europese Unie had verlaten, zag ze daar een nieuwe kans voor. Sturgeon had de datum voor ‘Indyref2’ al in haar agenda gezet, in oktober dit jaar zou het ervan komen. Alleen eind vorig jaar bepaalde het Hooggerechtshof dat de Britse regering met zo’n volksraadpleging moet instemmen – en dat zit er niet in. De regerende Conservatieve Partij vindt het vorige referendum te kort geleden en wil vooral niet dat Schotland het VK verlaat.
Na die uitspraak raakte de SNP verdeeld over de vraag hoe het verder moet. Sturgeon wilde het liefst de komende landelijke verkiezingen – dus die voor het Lagerhuis in Londen, ergens volgend jaar – als de facto referendum opvatten. De SNP zou dan geen verkiezingsprogramma maken met standpunten over de economie, gezondheidszorg of onderwijs, maar alleen campagne voeren voor de onafhankelijkheid. Bij winst zou Sturgeon dat als mandaat zien voor onderhandelingen met Westminster. Binnen haar partij leverde het ongemak op en aarzelingen over het democratische gehalte van zo’n actie.
In maart houdt de SNP een partijcongres dat helemaal over de nieuwe strategie gaat en Sturgeon wil haar partij daar niet meer voor de voeten lopen met haar mening, zei ze woensdag. Ze had zich afgevraagd of haar aanblijven nog goed was voor haarzelf en voor de partij en kwam „tot de moeilijke conclusie dat dat niet het geval is”. En al ligt haar populariteit bij de bevolking nog altijd flink hoger dan die van leiders van de politieke partijen in Westminster, „met percentages waar zij met liefde een arm voor zouden opofferen”, ze besloot dat het tijd was om te gaan.