‘Lynch is de curator van de nachtmerrie.’ Reacties van Nederlandse filmmakers op overlijden David Lynch

Filmmaker Martin Koolhoven stond in het Amsterdamse Eye Filmmuseum een film in te leiden toen zijn „telefoon in zijn broekzak maar niet ophield met buzzen”. Zo hoorde hij op donderdag 16 januari met vertraging dat David Lynch was overleden. Koolhoven is een van de Nederlandse regisseurs voor wie het surrealisme en het fantastische van Lynch van grote invloed waren op zijn ontwikkeling als maker en producent. Van de droomlogica in Koolhovens vroege dubbelgangersfilm AmnesiA (2001) tot de neo-noir stijl die „belangrijk wordt in zijn misdaadfilm Emerald Butterfly” (nu in productie), die zich afspeelt in het Indonesië op de drempel van de onafhankelijkheid.

Koolhoven: „Er zijn maar weinig regisseurs met zó’n eigen stijl, zó’n eigen wereld. En dat is een wereld waar ik me graag in begeef. De Nederlandse acteur Carel Struycken die speelde in de door Lynch geregisseerde tv-serie Twin Peaks (1990-91, 2017) beschreef zijn manier van regisseren ‘alsof iedereen gehypnotiseerd was op de set’, en zo voelt het voor de toeschouwer ook. Er is een soort bezwering. Je komt in een trance, er gebeuren allerlei dingen die de logica tarten, maar die je wel pikt, omdat het gaat om het gevoel dat dat oplevert.”

Hij geeft als voorbeeld Lost Highway (1997), waarin een ter dood veroordeelde man halverwege in een compleet ander personage (gespeeld door een andere acteur) verandert: „Toen ik die voor het eerst zag, ben ik hem meteen weer gaan kijken. Ik kon gewoon niet geloven dat je daar als filmmaker mee wegkwam. Tot je ontdekt dat het waarschijnlijk de bedoeling is dat je je gaat voelen alsof je zélf uit meerdere persoonlijkheden bestaat.”

Still uit Lost Highway (1997), met actrice Patricia Arquette.

Onderbewustzijn

Voor Ena Sendijarevic (Sweet Dreams, 2023) was Lynch’ onttakeling in Mulholland Drive (2001) van een jonge vrouw die een filmster wil worden en terechtkomt in het duistere onderbewustzijn van Hollywood zo’n openbaring: „Ik wist niet wat ik zag. Ik snapte er niets van. Maar het klopte precies. Hij maakte films die zoveel meer zijn dan plot en efficiënt realisme.”

„Je wordt als maker te vaak beloond voor zo veilige mogelijke films”, ziet ze, „en hier was iemand die stijlvolle, enigmatische films maakte in het hol van de leeuw van Hollywood, en die daarmee het surrealisme naar de mainstream bracht omdat hij daar ook nog eens een groot publiek mee aansprak. Hij was natuurlijk veel meer dan filmmaker, maar ook schilder, en kunstenaar. En dat bracht hij mee die industrie in, en liet zien dat film ook kunst kan zijn. En dat kunst grappig, spannend en absurd kan zijn. En dat dat iets is om te verdedigen.”

„Als je zijn werk ziet, dan denk je: ‘Zie je wel, het kan wel’”

Sporen

Michael Middelkoop maakte afgelopen jaar zijn speelfilmdebuut met het op Prime Video uitgebrachte Dit is geen kerstfilm. Zelfs daarin zijn de invloeden van Lynch herkenbaar in scènes van performancekunstenaars in een galerie. Maar vooral in zijn eerdere korte films Cronos (2012) en Trauma Porn Club (2024) zijn de sporen van de meester zichtbaar. Middelkoop heeft net even lunchpauze van de persdag van zijn nieuwe film Straatcoaches vs Aliens (vanaf 13 februari in de bioscopen) en herinnert zich hoe ook hij voor het eerst Mulholland Drive uit de videotheek haalde: „Lynch is de curator van de nachtmerrie. Met name die scène waar iedereen naar verwijst, van die twee mannen die in een diner zitten, naar buiten gaan en waar dan opeens een monsterachtige figuur in een steegje opduikt, dat zijn iconische beelden.”

„Elke jongen gaat door een Spielberg- en een Tarantino-fase”, beschrijft hij zijn wording als maker. „Maar hier was opeens iemand die je meesleurde in een halfslaapstand tussen realiteit en fantasie, die het gevoel van angst wist te vatten in filmbeelden. Mijn eerste film Cronos was mijn black cinema-hommage aan Eraserhead (1977). Maar met name Trauma Porn Club is heel erg schatplichtig aan die subjectieve, liminale staat die Lynch in zijn films weet op te roepen.”

Acteur Kyle MacLachlan in een scene van de tv-serie Twin Peaks.
Beeld CANNES FILM FESTIVAL / HANDOUT

Stormram

Zowel Koolhoven als Sendijarević en Middelkoop noemen het belang van Lynch in het filmmaakproces; hij was iemand die regisseurs zelfvertrouwen kon geven. Koolhoven: „Hij was opeens iemand die na het floppen van Dune (1984) zijn halve salaris in zijn film investeerde en final cut, eindzeggenschap over de montage bedong. Dat bleek dus ook te kunnen.”


Lees ook

In de films van David Lynch zijn we net zo weerloos als in onze eigen nachtmerries

David Lynch in 2016.

Middelkoop: „Hij is de stormram om shit voor elkaar te krijgen. Zijn naam is een bijvoeglijk naamwoord geworden, lynchiaans, waardoor mensen bij fondsen opeens snappen wat je aan het doen bent. Mijn generatie heeft het daardoor wel makkelijker gekregen om films te maken over de schizofrenie van het postmoderne leven, om uit te leggen waar associaties vandaan komen, dat alles een remix is.”

Sendijarević: „Lynch doorbrak ontzettend veel taboes. Hij laat de donkere krochten van het bestaan zien, maakt die heel herkenbaar, maar weigert verantwoording af te leggen over de betekenis van zijn werk. Elke keer als je een stukje interview met hem kijkt, krijg je weer vertrouwen om door te gaan met films maken. Als je zijn werk ziet, dan denk je: ‘Zie je wel, het kan wel, werken vanuit intuïtie, dat vertrouwen in het maakproces’. Dat zijn grote schoenen om te vullen.”