Water, contant geld en een radio op batterijen: elke Fin kan 72 uur overleven in een crisissituatie

De Finse stad Joensuu kent geen historisch fort, verdedigingsmuren of wachttorens. De grensbarrière met buurland Rusland bestaat uit houten paaltjes met drie lijntjes prikkeldraad ertussen. In de wijde omtrek zijn geen raketten, militairen of verdedigingswerken te zien.

Toch is Joensuu op elke manier voorbereid op het ergste: een inval vanuit buurland Rusland.

De rustige studentenstad, omringd door bossen en meren en bestaande uit vooral houten huizen die zijn bedolven onder een dikke laag sneeuw, kent zevenhonderd schuilkelders. Genoeg voor zeventigduizend mensen, genoeg voor bijna alle inwoners van de stad. Ook liggen geheime evacuatieplannen klaar én is vooraf bepaald welke personen bij een aanval het leger in moeten en wie de stad moet blijven runnen.

Die voorbereiding op een groot conflict met Rusland begon al na de Tweede Wereldoorlog. Maar sinds de oorlog in Oekraïne wordt de paraatheid van Joensuu daadwerkelijk op de proef gesteld door Rusland.

Twee jaar geleden begon dat met honderden migranten die de grens overstaken, opgedreven door Rusland. Al snel sloten de Finnen alle grensovergangen en weigerden ze migranten vanuit Rusland toegang. Daarna volgden de verstoringen van de gps-systemen die tot de dag van vandaag aanhouden. Vorig jaar moest een burgervliegtuig omkeren omdat het niet kon landen op de luchthaven van Joensuu. In totaal waren in het Finse vliegverkeer 2.800 gps-verstoringen vorig jaar, tegenover 200 een jaar eerder. En in de Oostzee werd recentelijk een elektriciteitskabel verwoest door een schip dat Rusland waarschijnlijk had ingezet om te saboteren.

De oorlog in Oekraïne is in Joensuu dichterbij dan de afstand tot het Oost-Europese land zou doen vermoeden. De Russen gebruiken Joensuu als testgebied om te kijken hoe ver ze kunnen gaan in het land dat sinds 2023 tot de NAVO behoort en de langste NAVO-grens kent met Rusland: 1.340 kilometer. Daarom is de stad dagelijks bezig met nóg betere voorbereidingen: zowel fysiek als in de hoofden van haar bewoners.

Hoe ziet dit er in de praktijk uit, zoals in de stad Joensuu, dat op een uurtje rijden van Rusland ligt en op zo’n vijf uur van Helsinki?

School en desinformatie

Buiten is het 15 graden onder nul, een zachte winter noemen ze dat in Joensuu. Binnen lopen de kinderen even na lunchtijd op sokken door de Nepenmaki-basisschool langs grote zware metalen deuren. Schuilkelders in oorlogstijd, die nu dienen als opslagplek en repetitieruimte voor de schoolbands – volledig uitgerust met drumstel, cello en een piano.

Docent Jaana Keränen leert scholieren kritisch na te denken over informatie die ze krijgen.
Een schuilkelder op de basisschool in Joensuu die in vredestijd gebruikt wordt als repetitieruimte voor schoolbands.

Foto’s: Jarno Artika

Elk groter gebouw, van een appartementencomplex tot school, bedrijf en parkeergarage moet volgens de Finse wet een schuilkelder hebben die een serieuze raket kan weerstaan. De plekken zijn goed geventileerd en hebben vaak een eigen aggregaat voor als de elektriciteit uitvalt. Rijkere regio’s, zoals hoofdstad Helsinki, kennen zelfs hele ondergrondse zwembaden, sportvelden en kinderspeeltuinen die in tijden van crisis kunnen dienen als schuilkelder. „Hopelijk hoeven we ze nooit te gebruiken”, zegt docent Jaana Keränen terwijl ze de deur opent van een schuilkelder met ingebouwde toiletten.

De voorbereiding van de school voor een mogelijk conflict bestaat niet alleen uit schuilkelders voor de leerlingen, maar ook uit opleiden van kritische zelfdenkende en analytische burgers, zegt Keränen (persoonlijke voorbereiding: genoeg water, voedsel, batterijen en kaarsen in huis). Het onderwijssysteem van Finland is erop gebaseerd dat alle informatie tijdens elke les kritisch wordt bekeken door de leerlingen. Welke bronnen zijn er gebruikt, wie heeft het geschreven en heeft diegene expertise over het onderwerp, zijn slechts enkele vragen die Keränen haar leerlingen voortdurend stelt. „We willen dat leerlingen hun eigen mening kunnen vormen en niet alles geloven wat docenten, ouders of filmpjes op TikTok zeggen.”

Deze methode werkt: jongeren in Finland herkennen desinformatie veel beter dan in andere landen, blijkt uit onderzoek door het Open Society Institute uit Bulgarije. In 2023 stond Finland voor de zesde keer op rij op nummer één van de 41 onderzochte landen als het ging om weerstand tegen desinformatie (Nederland staat op een achtste plek).

Die strijd tegen desinformatie is breder dan alleen op scholen, vertelt Leo Pekkala (voorbereiding: altijd een volle autotank) van het Finse Nationaal Audiovisueel Instituut in Helsinki dat toezicht houdt op media-educatie. „We hebben ook programma’s voor senioren, zodat ze moderne technologie beter snappen en desinformatie herkennen”, zegt hij in zijn kantoor in de hoofdstad. „Daarnaast leggen journalisten een paar keer per jaar uit hoe ze te werk gaan en zijn hun artikelen gratis voor scholieren.”

In een tijd die meer en meer gedomineerd wordt door desinformatie, zet Finland in op de lange adem van het onderwijs. „Wij zien uit onderzoeken dat de Finse manier van media-educatie werkt”, zegt Pekkala. „Het versterkt de democratie, leidt tot vertrouwen in de autoriteiten en onze leerlingen en studenten zijn kritische en maatschappelijk betrokken burgers.”

Burgemeester Jere Penttilä met op de achtergrond de stad Joensuu.
De plaats Joensuu bij de bevroren rivier Pielisjoki.

Foto’s: Jarno Artika

Fysieke veiligheid

Dan is er de befaamde Finse dienstplicht. Alle mannen boven de achttien moeten een halfjaar of langer dienen. Daar leren ze naast militaire vaardigheden ook overleven in de koude winters van Finland en jaarlijks worden 2.200 dienstplichtigen getraind om te vechten in de zware omstandigheden van de Noord-Finse regio Lapland, door de Jaeger-brigade. De dienstplichtigen die een militaire dienst weigeren, kunnen een jaar maatschappelijke dienst volgen. Een ruime meerderheid van de jongens kiest voor het leger. Dat merkt ook docent Keränen: „Dat is niet omdat de jongens het stoer vinden om in het leger te dienen, maar omdat het hoort bij het Fins zijn.”

Dat heeft effect. Van de 5,5 miljoen Finnen (inclusief vrouwen en kinderen) staan er negenhonderdduizend reservisten klaar om het leger te dienen. Dat is bovenop de bijna driehonderdduizend militairen die het land kan mobiliseren in oorlogstijd. Finland ging ook na het einde van de Koude Oorlog, toen veel landen in Europa stopten met de dienstplicht, door met de verplichte diensttijd. Bovendien bleef het land investeren in materieel en heeft het een van de sterkste legers van Europa dankzij vijftienhonderd artilleriestukken, waaronder 700 houwitsers en 100 raketlanceringssystemen. In 2014 kocht Finland nog honderd Leopard-tanks van Nederland.

Ook na de dienstplicht blijven veel Finnen betrokken bij de voorbereidingen op een mogelijke crisis. Een paar keer per jaar komen politici, leidinggevenden uit het bedrijfsleven en vertegenwoordigers van kerken, media en ngo’s samen om verschillende crises te simuleren. Die nationale defensiecursussen duren bijna een maand. Bovendien moeten bedrijven verplicht een deel van hun voorraad opzij zetten voor crisissituaties. Zo heeft Finland genoeg voedsel, brandstof en medicijnen ingeslagen voor minimaal zes maanden.

Maar waarom is Finland zo goed voorbereid op een oorlog met Rusland? „Simpelweg omdat we het idee hebben dat we Rusland niet kunnen vertrouwen”, zegt Markus Holmgren (altijd cash op zak), onderzoeker bij het Finse Instituut voor Internationale Zaken. De schattingen over het aantal oorlogen dat Finland door de eeuwen heen voerde met wat nu Rusland heet lopen tussen de 32 en de 42. Daarvan staat de Winteroorlog (1939-1940) bij alle Finnen in het geheugen gegrift. Die oorlog kostte ruim honderdvijftigduizend levens aan beide zijden en Finland verloor de toegang tot de Noordelijke IJszee evenals een groot stuk grondgebied, een deel van Karelië met de stad Vyborg, boven wat nu de Russische stad Sint-Petersburg is. Honderdduizenden Finnen moesten Karelië verlaten, vele grootvaders vochten mee in de Winteroorlog. „Bijna elke Fin heeft een grootvader die meevocht in die oorlog en elk gezin werd geraakt door de daaruit voortvloeiende hongersnood”, zegt Holmgren.

Leren koken

De vele oorlogen met de Russen zorgden niet alleen voor een goede militaire voorbereiding. Ook werd duidelijk dat huishoudens zich beter moesten voorbereiden. De in 1899 opgerichte organisatie Martha, een soort Vereniging van Huisvrouwen, gaf vrouwen kook- en andere huishoudlessen, zodat het thuisfront tijdens een crisis, oorlog of hongersnood makkelijker kon overleven.

Die lessen worden nog steeds gegeven, onder meer bij de Martha-afdeling in Joensuu. Zo zijn er kookcursussen voor in een open haard – iets wat elk Fins huis heeft – voor als de elektriciteit uitvalt en voorlichting welke paddenstoelen en bessen in de Finse bossen eetbaar zijn. Kennis die de meeste Finnen misschien hebben, maar migranten en jongeren niet.

De Finse overheid wil dat mensen minimaal 72 uur kunnen overleven tijdens een crisissituatie. Dus genoeg water hebben om te drinken, koken en wassen. Voedsel en brandstof voor drie dagen. Cash. En radio’s en zaklampen op batterijen. Als je in het dagelijkse leven niet goed bent voorbereid, dan ben je dat al helemaal niet in een crisissituatie – is het credo van Martha.

Ville Leinonen, Hoofd Paraatheid van Joensuu, controleert een kist vol crisisbenodigdheden in een schuilkelder.
Foto Jarno Artika

De oorlog in Oekraïne leidde tot een drastische kentering in de publieke opinie. Uit angst voor de woede van Moskou bleef Finland decennialang neutraal en wilde een meerderheid van de bevolking niet toetreden tot de NAVO. Dat veranderde volkomen nadat Rusland Oekraïne in 2022 binnenviel. Binnen een jaar, in april 2023, trad Finland toe tot de NAVO, een recordtijd voor die procedure.

Daarop reageerde Rusland door duizenden migranten illegaal de grens over te sturen. Ook Joensuu kreeg te maken met honderden migranten, zegt Mikko Kallinnen, luitentant-kolonel van de grenswacht. Daarop besloot Finland alle grensovergangen te sluiten en het de grenswacht toe te staan migranten te weigeren aan de grens. „In 2010 kenden we tien miljoen grensovergangen per jaar vanuit Rusland”, zegt Kallinen (leest defensiehandleidingen als voorbereiding). „Nu zijn dat er vijfhonderd per jaar.”

De dreiging voor Joensuu van een Russische aanval was niet eerder zo groot. Alle voorraden werden vergroot, generatoren en schuilkelders getest, geheime evacuatieplannen geactualiseerd. En alleen vorig jaar organiseerde de stad een handvol crisisoefeningen om voorbereid te zijn op een elektriciteitsuitval, watertekort, overstroming of aanval. En dat zijn serieuze oefeningen die al gauw een week duren. „Ik hoef niemand meer uit te leggen dat een Russische invasie in Finland mogelijk is”, zegt Ville Leinonen, Hoofd Paraatheid van Joensuu. „En dat we dus goed voorbereid moeten zijn.” (Zelf sport hij veel, „zodat ik fit ben tijdens een crisis en goede keuzes kan maken”.)

Vanuit de samenleving is er nauwelijks kritiek op deze opperste staat van paraatheid. Tijdens verkiezingen is het geen thema. Ook over het geld dat ermee gemoeid is, is weinig discussie. In 2024 ging 2,4 procent van het bbp naar defensie-uitgaven. En de angst voor het provoceren van Rusland? „Zwakheid is ook een provocatie voor een door expansie gedreven staat zoals Rusland vandaag de dag is”, zegt Holmgren van het Instituut voor Internationale Betrekkningen. „We provoceren Rusland eerder als we zwak zijn.”

Mikko Kallinen, de luitenant-kolonel van de Finse grenswacht in Joensuu.
Foto Jarno Artika