Column | Als de ouder zelf verslaafd is

‘Goh, dit lijkt wel een soort van eh” – gespreksleider Jessica van Es kan een glimlach niet onderdrukken – „praatgroep”. De verwachtingsvolle blikken van ouders, ruim twintig in een kringetje, vragen om bevrijding. „Zes op de tien jongeren” – ze loopt met een stift naar de flipover – „ergeren zich aan het smartphonegedrag van hun ouders. Wat zijn die ergernissen?”

„Geen aandacht.”

„Papa, waarom mag jij wel op je mobiel terwijl je tegen ons zegt…”

„Op je mobiel tijdens het eten…”

„…En dan zo afgeleid zijn dat je opeens tien minuten op je telefoon zit.”

Dit laatste, vertelt Van Es, heet ‘phubbing’: tijdens een gesprek iets opzoeken en dan in je mobiel blijven hangen waardoor de ander het gevoel krijgt genegeerd te worden. „Binnen relaties een probleem, maar ook kinderen hebben er last van.” Schuldbewust geknik.

„Uitstel smartphones” heet de ouderbijeenkomst deze woensdagmorgen op basisschool De Spaarndammerhout in Amsterdam. De bijeenkomst is een initiatief van Smartphonevrij Opgroeien, een grassrootsbeweging van ouders die vinden dat „de kindertijd te kort duurt om op een smartphone door te brengen”. Ze is wereldwijd in opmars, actief in 35 landen, en in Nederland staan onder anderen actrice Thekla Reuten en journalist Merel Uildriks aan de basis. Zij begonnen in juli op deze Dalton-school, hun kinderen zitten erop en inmiddels hebben landelijk vijfhonderd scholen en 6.100 ouders zich eraan verbonden. Allemaal via WhatsApp – toch het handigst.

„De kracht van big tech is groot, maar de liefde voor onze kinderen groter!” klinkt bezwerend door de volle gymzaal. Houd kinderen zo lang mogelijk weg van sociale media, is het idee. Liefst tot hun veertiende. Op alweer de derde bijeenkomst op deze school, bakermat van de beweging, zijn ruim honderd ouders afgekomen en na het openingspraatje van de directeur gaat de zaal uiteen in groepen om verder te praten over diverse thema’s.

Eén ervan, die van gespreksleider Jessica van Es, heet „Hoe om te gaan met je eigen smartphone als ouder?”. Dit op verzoek van ouders die op eerdere bijeenkomsten vertelden – soms beschroomd – zélf verslaafd te zijn. En tja, zijn ouders niet de spiegel van hun kinderen?

Vooropgesteld, ook gespreksleider Van Es, docent en moeder van twee, heeft de antwoorden niet. Ze worstelt net zo goed. Maar het gaat erom die telefoon, brandend in je broekzak, te negeren en weer baas te worden over je eigen aandacht. Bewustwording, zegt ze, is stap één. „Wie is er al bewust?”

Paar handjes de lucht in.

„Ik heb m’n kinderen gewoon verteld dat ik verslaafd ben”, zegt een moeder achterin. Ze heet Manon van der Zwaal en heeft al van alles geprobeerd. Zoals haar telefoon op zwart-wit zetten, wat ’m onaantrekkelijker maakt. Maar ja, ze is fotográáf. En ook nog freelance, dus ja, wel bereikbaar blijven. Maar eerlijk zijn tegen je kinderen, zegt ze, dat helpt. „Dan zien ze wat verslaving met je doet.” Zo was haar zoontje vorige week kwaad omdat-ie niet meer op de Nintendo Switch mocht. „Hij vroeg: ‘Mam, is dit nu verslaving?’”

„Ik zet m’n notificaties gewoon uit”, zegt een ander.

„Ik hou m’n telefoon in een andere ruimte.”

„Jahaa, en als je dan gaat plassen stiekem kijken!”

Instemmend geknik.

Freek Schravesande doet elke donderdag ergens vanuit Nederland verslag.