Wat vindt NRC | Het is tijd om keuzes te maken over drinkwater

De kraan opendoen en een glas water drinken. De kraan opendoen en je wassen. De wc doortrekken. De vaatwasser aan, de wasmachine, de tuinsproeier. Sinds vrijwel alle huishoudens sinds begin jaren zestig aangesloten zijn op de waterleiding, weet Nederland niet beter dan dat er stromend – én schoon – water is.

Waarom ook niet? Water in overvloed toch, op wat droge zomers na? Stroom leek het probleem van de eenentwintigste eeuw te worden, gas dat van de laatste jaren. Wie zuinig doucht, doet dat meestal om energie te besparen. Water is in de hoofden van de meeste inwoners van dit land iets dat of buiten de deur gehouden moet worden door dijken, of iets is dat thuis gewoon uit de kraan komt.

De vijf-voor-twaalf-waarschuwingen dat schoon water op waarde moet worden geschat en eindig is, die elkaar de laatste jaren in rap tempo opvolgden, leken daardoor in het diepe te verdwijnen. Of alleen voor droge zomers bedoeld, als er een sproeiverbod kwam. Zelfs het meest alarmerende rapport, in 2023 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), leek een druppel op een gloeiende plaat.

Het RIVM constateerde toen dat het onzeker is of er in 2030 genoeg water is voor de productie van drinkwater. Alle tien waterbedrijven, die de wettelijke plicht hebben drinkwater te leveren, kampen met een veelvoud aan problemen waardoor waterwinning steeds moeilijker is. Landelijk is er nét voldoende drinkwatercapaciteit, maar regionaal zijn er al problemen. In drie regio’s is al een tekort.

Onmiddellijk actie was nodig, schreef het RIVM. Drie jaar overigens nadat het instituut een ‘escalatiesysteem drinkwaterbeperking’ had opgesteld, waarmee het kabinet kon ingrijpen bij ernstige tekorten. 2030 is inmiddels over vijf jaar.

Dat er deze week een Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen werd gepresenteerd, is dan ook rijkelijk laat. Toe te juichen is dat de handtekeningen van zowel de minister van Infrastructuur en Waterstaat, als die van de provincies en drinkwaterbedrijven eronder staan.


Lees ook

Zo moet het water uit de kraan drinkbaar en betaalbaar blijven

Een drinkwaterbassin in de buurt van het dorp Vroomshoop in de provincie Overijssel.

Tegelijkertijd baart het Actieprogramma zorgen. Het staat er mooi: „Tezamen kunnen de op regionaal en landelijk niveau geformuleerde acties ervoor zorgen dat de drinkwatervoorziening in de periode tot 2030 wordt gewaarborgd.” Het cruciale zinnetje daarna is: „Onder de nadrukkelijke voorwaarde dat alle betrokken partijen de gemaakte afspraken daadwerkelijk én tijdig kunnen nakomen.”

De voorzitter van de vereniging van waterbedrijven Vewin klonk bij het tv-programma Nieuwsuur nog minder geruststellend. Hij kon niet met „100 procent zekerheid zeggen” dat de benodigde 100 miljoen kubieke meter extra er in 2030 zal zijn. Het fijne aan het Actieprogramma was dat de partijen „in elk geval elkaar weten te vinden” en dat iedereen „het belang onderkent”. Zoals het spreekwoord zegt: „Dat is warm water (her)uitvinden.” Oftewel: daar had geen Actieprogramma voor nodig hoeven te zijn.

De urgentie is er al jaren, nu moet er actie worden ondernomen. Door de overheid, die waterbedrijven voorrang zal moeten geven op andere ruimtevragers. Door de waterbedrijven zelf, die ook in droge zomers nog zeiden dat er om één voor twaalf ook nog water uit de kraan zou komen. Door bedrijven, die zich moeten afvragen of er bij productieprocessen wel water van drinkwaterkwaliteit nodig is. En door de burger, die dagelijks 129 liter drinkwater verbruikt. Waarvan 46 liter onder de douche.