‘Kathedraal’ voor duurzaamheid moet miljoen bezoekers trekken

Iconische gebouwen zijn altijd symbolen van een bepaalde tijdgeest. De Eiffeltoren werd hét ijzeren icoon van de Industriële Revolutie, zoals de kathedralen van vroeger uitdrukten hoe belangrijk religie was in de samenlevingen die ze bouwden. Het fossiele kapitalisme culmineerde voorlopig in de Burj Khalifa in Dubai, een superdeluxe, glimmende wolkenkrabber van ruim 800 meter hoog.

„Maar waar blijft het iconische gebouw voor de nieuwe, duurzame samenleving van de toekomst?”, vraagt Don Ritzen (41) zich hardop af, terwijl hij met een muntthee in de hand uitkijkt over het Amsterdamse IJ vanuit de 100 meter hoge A’DAM Toren. „Terwijl dat wel de shift is die we nu toch echt moeten maken. Hoe krachtig, qua symboliek, kan het zijn als je daar een iconische plek voor creëert die per jaar meer dan een miljoen bezoekers trekt?”

Waar is het gebouw dat tot in de puntjes zo duurzaam is gebouwd dat het een voorbeeld wordt voor de rest van de wereld, vraagt hij zich af. Een gebouw waar mensen massaal naartoe komen om geïnspireerd te raken voor andere, groenere, planeetvriendelijker manieren van leven en werken?

Ja, je hebt natuurlijk groene gebouwen met zelfs bomen en planten op balkons en aan gevels, zoals de ‘verticale bossen’ die de laatste jaren in steden als Milaan, Utrecht en Eindhoven verrijzen. Maar als je goed kijkt naar hoe die worden gebouwd – nog steeds met veel cement en glas – is vooral de buitenkant groen, zegt Ritzen. „En hoewel ze mooi zijn, zijn het geen bezoekersattracties maar woontorens, en kan alleen een selecte groep het zich veroorloven er te wonen.”

Dat moet anders kunnen, dacht hij. Daarom werkte hij de afgelopen vier jaar een plan uit om dan zelf maar zo’n iconisch gebouw voor een duurzame toekomst neer te zetten. Niet dat hij architect is. Of projectontwikkelaar. Of überhaupt ervaring heeft met vastgoed. En, oh ja, hij weet ook nog niet waar het nieuwe gebouw komt te staan, behalve ‘in een grote Nederlandse stad’. „We zijn in gesprek met een aantal steden, waaronder Rotterdam en Zaandam.”

Hoe het eruit komt te zien dan? Dat laat hij bewust open, zodat architecten met een visie kunnen komen.

Rijke families

Tot nu toe haalde hij met zijn onderneming Shift 1,5 miljoen euro op bij investeerders en rijke families. Dat geld gebruikt hij nu onder meer om een wedstrijd onder architecten uit te schrijven, die deze woensdag van start gaat. Met een prijzenpot van 250.000 euro hoopt hij dat de creatiefste gebouwenmakers zich melden. Voor de jury strikte hij al grote namen uit de Nederlandse architectuur, zoals ster-architect Ben van Berkel en de directeur van architectuurmuseum Het Nieuwe Instituut, Aric Chen.

Ritzen zelf maakte de laatste jaren naam als mede-oprichter van de succesvolle start-upincubator Rockstart. Zijn netwerk van financiers en ondernemers gebruikt hij nu om geld op te halen voor zijn plan. Hij verwacht dat pand en inrichting zo’n 250 miljoen euro kosten, en zijn ambitie is dat het gebouw er in 2030 staat. Uiteindelijk wil Shift wereldwijd meer gebouwen neerzetten.

Niet om meteen cynisch te doen, maar is het niet altijd duurzamer om géén nieuw gebouw te bouwen?

„Hoe ga je mensen helpen om in beweging te komen voor een duurzamere wereld? Hoe inspireer je ze tot betere keuzes? Ik geloof heel erg dat een fysieke plek de energie kan geven om dat voor elkaar te krijgen. Een ontmoetingsplek.”

Waarom moet dat een iconisch landmark zijn?

„De klimaattransitie is nogal ingewikkeld: je hebt de energietransitie, plastic, natuur, noem maar op. Om al die onderwerpen een plek te bieden, heb je veel ruimte nodig, en veel mogelijkheden voor inspiratie. Als je serieuze impact wilt maken, moet je zoveel mogelijk mensen inspireren. Laten we beginnen met een miljoen mensen per jaar. Dat kan met een bijzonder gebouw.”

Het gebouw hoeft niet hoog te worden om toch heel iconisch te zijn

Iconische gebouwen staan vaak ook symbool voor macht, groei: meer, meer, meer, hoger, hoger, hoger – niet per se duurzaam.

„Dat is een heel goed punt. Daar hebben we veel discussie over gevoerd, ook met experts en de jury van de competitie. In eerdere presentaties stonden veel plaatjes van bijzonder uitziende torens. Daarmee krijg je de indruk dat het gebouw ook een toren moet worden. We hebben er heel bewust voor gekozen al die plaatjes weg te halen. Want als je een hele hoge toren bouwt à la de Burj Khalifa, is dat totaal niet duurzaam. Als je boven 150 meter komt, gaat de mogelijkheid om duurzaam te bouwen sowieso heel hard omlaag – omdat je dan alleen met staal en cement de constructie goed krijgt. Het gebouw hoeft niet hoog te worden om toch heel iconisch te zijn. Het kunnen één of meer gebouwen zijn, dat staat nog helemaal niet vast. Ik hoop juist op veel creativiteit van de architecten.”

Hoe kun je het geld verdienen dat voor bouw en onderhoud nodig is?

„Er komen als het aan mij ligt géén appartementen en géén kantoren in. Op het moment dat je dat doet, is je prikkel eigenlijk direct om het gebouw te verkopen of verhuren aan de hoogste bieder. Terwijl ik juist wil dat zoveel mogelijk mensen gebruik kunnen maken van die plek – ter inspiratie. Inkomsten moeten van bezoekers komen, en investeerders die het om de impact te doen is, niet om een snelle exit.

„We kunnen toegangsgeld vragen, zoals bij veel andere iconische gebouwen gebeurt. Op het dak van deze A’DAM Toren staat bijvoorbeeld een grote schommel die veel bezoek trekt – het hoeft echt niet moeilijk te zijn. Ik hoop ook op het Bilbao-effect: de bouw van het iconische Guggenheimmuseum leverde die stad en de omgeving uiteindelijk vele malen meer op dan het kostte.

„Er komen ook exposities, over de schoonheid van de aarde, en manieren om ons leven duurzaam in te richten. Het gebouw gaat verhalen vertellen hoe het anders kan: over ondernemers, activisten, mensen die eigenlijk al bezig zijn met een missie die inspireert. En je kan er bijvoorbeeld tijdens je bezoek een carbon footprint-tracker laten uitzoeken wat je eigen aandeel is in de CO2-uitstoot en wat je er zelf aan kan doen.”

Don Ritzen
Foto Lars van den Brink

Zit daar niet nog een paradox? Mensen moeten naar het gebouw reizen, en dat doen ze voorlopig niet op de lucht.

„Dat is waar, maar alleen een fysieke plek kan de energie, een gedeelde ervaring en het enthousiasme creëren voor de versnelling die nodig is. En als het goed is, is het eindresultaat van dit bezoek bij de bezoeker dan: holy fuck, er is écht iets aan de hand. En : oké, ik wil wat doen, ik ga aan de slag.

„Als een bezoek leidt tot positiviteit, hoop, energie, en ook wel het besef dat het klimaatvraagstuk reëel en urgent is, kan dat veel goeds in gang zetten. Het draait ook om het creëren van verwondering over wat allemaal mogelijk is, om inspiratie door mensen die het al anders doen, en om hoe mooi de natuur en de aarde eigenlijk zijn.”

Doen musea als Nemo of Naturalis dat niet al een beetje? Die mikken ook op verwondering, ervaring, experiment. Gaat het daarop lijken?

„Misschien tot op bepaalde hoogte wel. De directeur van Nemo zit om die reden ook in onze jury. Maar het wordt wel anders. Het gaat er ook om dat je een beleving hebt van wat iemand drijft, een pionier als Boyan Slat bijvoorbeeld, van The Ocean Cleanup. Hij probeert al het plastic uit de oceanen te halen. Wat voor dingen kun je zelf doen die aansluiten bij de visie van Boyan, zodat je daar onderdeel van kan worden?

„Het gebouw moet mensen in alle aspecten uitnodigen om te denken: wat interesseert mij? Wat doet mij nu het meest? Waar kan ík de meeste impact mee maken? Voor de een zal dat zijn dat hij werk maakt van energie besparen in zijn huis. Voor de ander is dat ontspullen. Of voor weer iemand anders dat hij op zijn werk veel meer bezig wil zijn met duurzaamheid. Het gebouw moet in alles mensen aantrekken, inspireren, aan het denken en aan het werk zetten.

„We lanceren ook een online-platform om verbinding te leggen tussen bijvoorbeeld iemand die best geïnteresseerd is om anders te gaan eten met iemand die waanzinnig vegetarisch kan koken. Of zodat iemand die een regeneratieve boerderij heeft anderen bevlogen kan vertellen hoe je beter zorgt voor de natuur en de bodem.”

We moeten iets geheel nieuws verzinnen, een voorbeeld voor de wereld

Foto Lars van den Brink

Welke reacties krijg je als je een iconisch gebouw wilt bouwen in Nederland in 2025?

„Veel mensen betwijfelen of het me snel gaat lukken. Die zeggen: als het al lukt, duurt het minstens tien jaar. Maar ik denk dan: waarom kan het in godsnaam niet sneller? Daarom gaan we tot nu toe ook buiten traditionele vastgoedbedrijven om. Veel investeerders willen vooral snel hun geld terugverdienen. Ons doel is zo veel mogelijk impact creëren en een bescheiden rendement – dus het geld ophalen kostte me ook meer moeite dan ik had gehoopt. Een deel van de financiering doen we met crowdfunding, waardoor iedereen mede-eigenaar kan worden van het gebouw.

„Je hebt natuurlijk ook een stikstofuitdaging als je nu in Nederland iets wil bouwen. Maar omdat we juist een duurzaam icoon willen maken, wordt dat voor ons geen probleem. We moeten verder denken dan de huidige standaarden voor duurzame gebouwen. Daarom hebben we de jurycriteria op dit gebied opengelaten, zodat architecten er zelf invulling aan kunnen geven. We moeten iets geheel nieuws verzinnen, een voorbeeld voor de wereld, om een beweging te creëren die wél de goede kant op gaat.”