Column | Dan is het einde zoek

Vlak na de kerstvakantie hebben sommige leerlingen nog een jetlag van al dat uitslapen, waardoor je als docent extra moet opletten. Ze dolen die eerste dagen van het jaar half comateus door het gebouw, voor je het weet heb je er een omvergelopen en hangt er weer een boze ouder aan de lijn.

Op een zeker moment sjokte ik een gang in waar twee jongens uit de vierde aan het stoeien waren. Eentje had zijn capuchon zo ver over zijn hoofd getrokken, dat hij me onmogelijk kon zien aankomen, hij had nog net genoeg zicht om de graaiende handen van de ander weg te slaan. Ik wilde aan de koffie, het liefst voordat Amerika Groenland had ingenomen, dus in plaats van te vragen of ik erlangs mocht nam ik maar de buitenbocht richting de trap. De Capuchon sprong helaas zelf net achteruit waardoor we alsnog tegen elkaar op botsten en ik de trapleuning moest vastgrijpen om niet naar beneden te denderen.

„Ik bedoelde het niet zo!”, zei hij snel.

„Dat geloof ik best, maar het gebeurde wel”, haperde ik.

„Maar u had toch kunnen zien dat ik u niet kon zien”, riep hij verontwaardigd.

„Bro”, proestte zijn vriend, „doe normaal.”

De jongen zag in dat hij er niet mee wegkwam, giechelde en bood zijn excuses aan.

In de lerarenkamer vertelde ik wat me was overkomen.

„Hij vond dat jíj had moeten zien dat híj je niet kon zien!”, zei de aardrijkskundedocent geïntrigeerd. „Nou wordt-ie helemaal mooi.”

„Ergens snap ik het wel, bepaalde kinderen voelen zich onzichtbaar, is het niet letterlijk, dan wel figuurlijk”, mijmerde de docent filosofie. „Misschien is dat wel de ware volwassenheid, het besef dat je wél zichtbaar bent en daar verantwoordelijkheid voor moet nemen, of je op het minst toe leren verhouden.”

Het was in ieder geval een leermoment. Het is voor sommige bovenbouwers echt een schok dat ze niet meer het voordeel van de twijfel krijgen wanneer ze iets stoms doen.

„En toch”, zei zijn mentrix, „zal hij het niet zo slecht hebben bedoeld.”

„Waarschijnlijk niet” zei ik. „Maar stel nou dat hij dat wel deed, uit een soort nieuwsgierigheid of erger nog, sensatiezucht? Wachten tot het misgaat en kijken wat er dan gebeurt?”

„Zo wil ik niet denken over onze leerlingen”, zei ze zacht. „Dan kan ik dit werk echt niet meer doen.”

Ze duwde een draadje terug in haar trui.

„Dan is het einde zoek.”