Ook de PVV vindt nu: vochtig doekje moet zónder plastic

Weinig mensen staan erbij stil als ze de aankoop doen. Toch is het vochtige doekje een enorm commercieel succes. Het heeft zich afgelopen decennia een weg gebaand naar bijna elk huishouden.

De verschijningsvormen zijn legio. Je hebt de gewone billendoekjes en toiletdoekjes, er zijn schermdoekjes, make-updoekjes, snoetenpoetsers, speenreinigingsdoekjes, baard- en snordoekjes, intieme doekjes voor ouderen, vloerdoekjes, ontvettingsdoekjes, glasdoekjes, auto-interieurdoekjes en natuurlijk de ‘classic vochtige doekjes’.

Als vage herinnering aan wat ooit was, noemt Kruidvat zijn doekjes Vochtige Washandjes. Voor eenmalig gebruik.

Het succes van het vochtige doekje wordt jaarlijks gevierd op het meerdaagse congres World of Wipes, afgelopen jaar in Ohio, met een eigen awardshow, waar honderden doekjes-professionals van over de hele wereld samenkomen. Marktanalisten voorspellen dat de vochtigedoekjesmarkt in 2032 een omzet behaalt van 7,4 miljard dollar. Dat was in 2023 nog 4,6 miljard dollar.

De opkomst van het vochtige doekje betekent voor rioolbedrijven het tegengestelde: een grote kostenpost. Bij 90 procent van de ‘rioolverstoringen’ worden doekjes aangetroffen, aldus Stichting Rioned, de brancheorganisatie voor partijen die bij de openbare riolering betrokken zijn. Nederland telt volgens de stichting 70.000 rioolverstoringen per jaar, in sommige wijken meerdere per week.

Rioolbedrijven hebben er een bijnaam voor: schapen. De witgrijzige, vettige kluwen van tot draden uiteengetrokken doekjes die uit een geblokkeerde pijp of vastgelopen rioolpomp moeten worden verwijderd. Dat is een klus van een paar uur. Vochtig toiletpapier is – dankzij een lobby van rioolbedrijven – al plasticvrij en doorspoelbaar. Andere vochtige doekjes blijven mensen echter ook in het toilet gooien, in plaats van in de restafvalbak waar ze horen.

Die ‘schapen’ vormen in Nederland een kostenpost van 22 tot 26 miljoen euro per jaar, berekende Rioned. Dat wordt via riool- en zuiveringsheffingen doorberekend aan burgers. Het stijgende gebruik van vochtige doekjes en toename van extreme neerslag maakt de stichting bevreesd voor meer rioolverstoringen.

Door de aankomende herziening van een Europese richtlijn tegen wegwerpplastic (Single Use Plastics Directive) zien rioolbedrijven nu hun kans. Daar kan mooi de plicht aan worden toegevoegd dat alleen nog 100 procent plasticvrije doekjes gebruikt mogen worden. Dan zijn buurlanden met vergelijkbare rioolopstoppingen ook geholpen.

Rioned kreeg in december, na een lobby met onder meer de Unie van Waterschappen, PVV-staatssecretaris Chris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) aan zijn kant. Alle vochtige doekjes moeten plasticvrij worden, en de EU moet dat regelen. Jansen belooft het in te brengen bij de evaluatie van de richtlijn.

Het Verenigd Koninkrijk laat zien dat het kan: in april vorig jaar kondigde de regering, met steun van grote retailers als Tesco, Aldi en Holland & Barrett, zo’n verbod aan.

Made in Veenendaal

Weinig bedrijven kennen de geheimen van het vochtige doekje zo goed als het Veenendaalse Codi Group. Daar worden al meer dan 45 jaar vochtige doekjes gemaakt. Veel doekjes in onze winkels komen uit lagelonenlanden als Turkije en China, maar een deel is made in Veenendaal. Op 25.000 vierkante meter fabrieksoppervlak worden doekjes gemaakt voor dure merken en discounters – merknamen houdt Codi Group geheim.

„Het is een groeimarkt”, bevestigt operationeel directeur Jeroen Geelhuysen. „Met name babybillendoekjes en vochtig toiletpapier.” Door de vergrijzing neemt het aantal ouderen toe, en bij hen is vochtig toiletpapier in trek. Ook speelt gemak een grote rol.

Een goed vochtig doekje maken gaat over de kunst van het juiste materiaal kiezen, en de juiste vloeistoffen mengen om doeken mee te impregneren. Het geheim van de smid in deze fabriek is bovendien een speciale vouwkop, die de doekjes in een bepaalde hoek vouwt. Dat zorgt ervoor dat ze netjes één voor één de verpakking uitkomen. Zo trekt een billenpoetsende vader of moeder niet ongewild een handvol doekjes tegelijk uit het pak.

Codi Group wil graag helemaal van plastic af, en verkoopt inmiddels een merendeels plasticvrij assortiment aan verschillende merken. Dat doet de fabriek door bijvoorbeeld doeken van viscose te maken of houtvezels. Upcoming is doekjes maken van gerecyclede pulp. Zaak is daarbij dat de vloeistof voor de doek ook plasticvrij is. Dat schort er nogal eens aan bij ‘plasticvrije’ concurrenten, zegt Geelhuysen, en dan spoelt iemand alsnog microplastics de zee in.

Dat plasticvrij kán, betekent niet dat het makkelijk is. Plastic (polyester) in het billendoekje zorgt voor stevigheid en rekbaarheid. Codi Group moest dure machines aanschaffen om doekjes van natuurlijke varianten viscose, lyocell of gerecycled pulp te maken. Toverwoord daarbij is ‘spanningscontrole’. „Als je toiletpapier natmaakt, valt het uiteen”, zegt Geelhuysen. „Dat wil je met vochtige doekjes van papier dus niet.”

Bij de keuze voor plastic in het vochtige doekje draait het vooral om het geld. En hoewel sommige consumenten bewust plasticvrij kiezen, geldt dat voor de meeste niet. „Bovendien is de plasticvrije doek iets ruwer”, zegt Geelhuysen. „De plasticdoekjes zijn lekker zacht, met chemicaliën die een schuimig gevoel geven.”

Europese wetgeving zou Codi Group kunnen helpen concurreren, bevestigt Geelhuysen. „Dat betekent dat grote retailers ook om zouden moeten naar plasticvrij.”

Maar plasticvrij betekent dan nog niet per se: geweldig voor het milieu. Doekjes van houtvezels gebruiken om ze daarna als restafval te verbranden, heeft klimaatimpact. Zelfs als er duurzaam gekapt is, met FSC-keurmerk, zoals bij Codi Group. Bij een billendoekje is nog wat voor verbranden te zeggen, omdat een washandje met poep anders toch flink heet gewassen moet worden. Maar schermdoekjes, snoetenpoetsers, vloerdoekjes – zijn die allemaal echt nodig?

„We merken dat sommige van die doekjes na een tijd minder goed gaan verkopen omdat we ze niet echt nodig hebben”, zegt Geelhuysen. „Zoals huishouddoekjes – dat bleek toch meer een hype. Nu gebruiken de meesten gewoon weer een vaatdoekje. Wij zetten echt in op babydoekjes, gezichtsdoekjes en vochtig toiletpaper, de groeimarkten.”

Wie toch volop vochtige doekjes gebruikt, kan in ieder geval de rioolbedrijven helpen door plasticvrij te kiezen. En, belangrijker, door doekjes niet zomaar door het toilet te spoelen.

Vergeet trouwens de goedkoopste en plasticvrije optie niet: het ouderwetse washandje.