‘Get your shit in order’, waarschuwde Van Lienden zijn medeverdachte kort voor arrestatie

Mondkapjesdeal Sywert van Lienden en partners probeerden zich kort voor hun arrestatie van gevoelig materiaal te ontdoen, blijkt uit een vonnis in handen van NRC.

Sywert van Lienden.
Sywert van Lienden.

Foto Robin Utrecht/ANP/Hollandse Hoogte

De mondkapjesondernemers Sywert van Lienden en Bernd Damme weigeren hun telefoons en drie harde schijven van computers aan justitie te overhandigen in het strafrechtelijk onderzoek dat sinds een jaar naar hen loopt. Zowel de rechter-commissaris als de rechtbank Rotterdam heeft geoordeeld dat ze deze spullen aan het Openbaar Ministerie (OM) moeten overhandigen, met uitzondering van informatie die onder het verschoningsrecht valt.

Om inzage in hun gegevens te voorkomen, is de advocaat van Van Lienden nu naar de Hoge Raad gestapt, bevestigt een woordvoerder van de Hoge Raad aan NRC. Een zittingsdatum is nog niet bekend.

Telefoontaps

Uit het vonnis van de rechtbank Rotterdam, dinsdagavond gepubliceerd na vragen van NRC, blijkt dat Van Lienden en zijn partners – Camille van Gestel is de derde verdachte – door justitie getapt werden op het moment dat het strafrechtelijk onderzoek tegen het drietal werd aangekondigd.

Die dag, 28 februari 2022, belde Van Lienden om 9.26 uur met medeverdachte Van Gestel om, volgens justitie, een „heads-up te geven dat er om twaalf uur een persbericht zal verschijnen van het Openbaar Ministerie dat wij verdachte zijn van oplichting en dat ze onderzoek zullen instellen naar aanleiding van de aangifte van [uitzendbureau Randstad] en tegelijkertijd ook zullen gaan vermelden dat er ook al langer een civielrechtelijk onderzoek loopt.”

Van Lienden tegen Van Gestel: „Dus je bent vanaf twaalf uur vanmiddag verdachte van oplichting samen met ons. En het betekent ook dat je mag verwachten dat vanaf twaalf uur ook echt onderzoek, opsporingsmiddelen gebruikt kunnen worden en als ze dat doen, dan is dat meestal vrij kort nadat dit bekend wordt gemaakt.”

Van Lienden waarschuwde Van Gestel daarop zich zo snel mogelijk van alle gevoelige informatie te ontdoen: „Dus als je het hebt over computers, mobieltjes, schijven, get your shit in order. Wij gaan zelf laptops, telefoons, schijven even wegbrengen bij [hun advocaat]. Heel even kijken wat er nou gebeurt, misschien gebeurt er wel helemaal niks, maar in ieder geval preventief zorgen dat we niet in de eerste twee dagen een knock-out hebben.”

Van Gestel daarop: „Oké ik zal al mijn schijven even nalopen en zet alles op encrypted en dan maak ik mijn schijven verder leeg.”

Van Lienden: „Ja en denk ook even na over je mobiel, waar je die neerlegt. Misschien even een andere telefoon tijdelijk gebruiken, of zo. Leg het gewoon niet in het zicht.”

Zelf nam hij ook meteen de nodige maatregelen, zei Van Lienden: „Ik ga hem nu wegbrengen en ik ga zo een Nokiaatje even kopen en dan wacht ik wel even een week of twee weken.”

Telefoons op de balie

Kort daarop, blijkt uit het vonnis, bracht een medewerker van Van Lienden en Damme hun mobiele telefoons en drie externe harde schijven langs bij de balie van het advocatenkantoor van Van Liendens advocaat, Han Jahae. Dezelfde dag werd het tweetal gearresteerd, evenals derde verdachte Van Gestel.

Van Lienden en Damme claimen sindsdien dat alle informatie op deze gegevensdragers onder het verschoningsrecht valt (de vertrouwelijkheid tussen cliënten en hun advocaat), en daarom niet overhandigd hoeft te worden aan justitie.

Ook stellen ze sinds juli 2021 stukken met hun advocaten te delen in het kader van een mogelijk strafrechtelijk onderzoek. In de maanden daarvoor was aan het licht gekomen dat het drietal miljoenen had overgehouden door een mondkapjesdeal met de overheid niet via hun non-profitstichting Hulptroepen Alliantie te laten lopen, maar via een commerciële bv, Relief Goods Alliance.

Het Openbaar Ministerie legde in mei vorig jaar beslag op de telefoons en schijven. Sindsdien lopen er procedures over de vraag of het gevoelige materiaal wel of niet met het OM moet worden gedeeld. Tijdens de zitting in Rotterdam, afgelopen september, besloot de rechtbank dat de spullen die kort voor hun arrestatie in allerijl naar het advocatenkantoor waren gebracht niet onder het verschoningsrecht vallen.

Het vonnis: „De wijze van aanleveren van de betreffende gegevensdragers door een medewerker van Van Lienden en Damme, te weten het onaangekondigd en onverpakt neerleggen op de balie van het kantoor van de klager van drie losse harddisks en twee mobiele telefoons, zonder enig begeleidend schrijven waaruit [de inhoud] zou kunnen blijken, kan bezwaarlijk worden aangemerkt als een gebruikelijke manier om (vertrouwelijke) stukken tussen cliënt en advocaat in het kader van de juridische bijstand uit te wisselen.”

Tot de Hoge Raad een definitieve uitspraak in deze kwestie heeft gedaan, liggen de spullen in een kluis in het kabinet van de rechter-commissaris in Rotterdam.

‘Alle vertrouwen’

In publieke verklaringen beweerde Van Lienden tot nu toe juist dat hij en zijn partners aan elk onderzoek naar hun activiteiten meewerkten „zodat helder zal worden dat er oprecht en integer is gehandeld”. Afgelopen maandag riep hij de Tweede Kamer nog via Twitter op „een openbare parlementaire ondervraging onder ede” te organiseren „met verschijningsplicht voor de direct betrokkenen. Alle vertrouwen in.”

Eerder bleek ook al dat Van Lienden en zijn partners slechts beperkt meewerkten aan onderzoek door accountants van Deloitte naar hun miljoenentransactie met de overheid. Zo kreeg Deloitte naar eigen zeggen geen inzage in de financiële administratie, weigerden Van Lienden en partners „ondanks herhaald verzoek” geluidsopnames te verstrekken en mocht Deloitte ook geen kopieën maken van „ict-systemen, laptops, telefoons of andere datadragers”, zo was te lezen in het eindrapport.

Sywert van Lienden, Bernd Damme en advocaat Han Jahae reageerden nog niet op verzoeken om commentaar. De derde verdachte, Camille van Gestel, zegt in een telefonische reactie dat hij de inhoud van het getapte telefoongesprek herkent: „Zoiets zou ik best gezegd kunnen hebben.” Van Gestel zegt zelf alle medewerking aan het strafrechtelijk onderzoek te verlenen. Ook heeft hij geen gegevensdragers bij advocaten ondergebracht.