Tv-recensie | De autistische interviewers zijn interessanter dan de geïnterviewde

Hoe ontwapenend zijn interviewers ook zijn, Youp van ’t Hek blijft een beetje de kat uit de boom kijken. Armen over elkaar, zijn gebruikelijke gemelijke uitstraling. God, begint hij wéér te zeuren over alcoholvrij bier. In Een buitengewoon gesprek (NPO 1) wordt de cabaretier ondervraagd door een groep mensen met autisme.

Helemaal ongevaarlijk is dat niet. Een van de interviewers noemt hem „ouwe lul” en „de kleine, ouwe Youpie”. Een ander noemt hem „een beetje dom” omdat hij acht jaar over de mavo heeft gedaan. De cabaretier maakt er een onderonsje van; ze zitten daar immers allemaal zonder diploma en dat gaat toch best aardig. Eén man protesteert. Hij wijst erop dat hij drie zwemdiploma’s heeft.

Dit nieuwe interviewprogramma is van oorsprong Frans, Les Rencontres du Papotin. De makers van de filmhit Intouchables werden ooit geïnterviewd door Le Papotin, een tijdschrift waar alleen journalisten met autisme werken. De filmmakers waren zo onder de indruk van dit onvoorspelbare, levendige gesprek dat ze een variant voor televisie bedachten. De uitzending met president Macron bezorgde de zender France 2 in 2023 een kijkcijferrecord.

De interviewers zijn eigenlijk interessanter dan Van ’t Hek. Intrigerende koppen, bijzondere persoonlijkheden. Je zou eigenlijk meer van ze willen weten. En het concept werkt: je krijgt verrassende, bijzondere televisie. Een van de deelnemers zingt voor de gast een bewerking van diens kersthit ‘Flappie’ waarin zij stevig uithaalt naar het onderwijs. De cabaretier krijgt een schilderij van het betreurde kerstkonijn. Een andere interviewer wil president van Nederland worden. Hoe zou Van ’t Hek dat aanpakken? De omgang met denkbeeldige vrienden is in deze setting ook een normaal gespreksonderwerp.

Vreemd genoeg gaat Een buitengewoon gesprek pas verder in april. Het is nog onbekend wie de gasten zullen zijn.

Onschuldige mensen

In het NOS Journaal van vrijdag luidde het oorlogsinstituut NIOD de noodklok over het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) dat sinds 1 januari online staat. Hierin zitten dossiers van 425.000 Nederlanders die werden verdacht van samenwerking met de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog. Door een ingreep van de minister kun je nu wel op naam zoeken, maar krijg je verder geen dossier te zien. Dat leidt tot veel onrust omdat je niet kunt zien of iemand wel of niet terecht was beschuldigd. Nogal relevant – na de oorlog waren de Nederlanders zo enthousiast over het aangeven van landgenoten dat de namenlijst voor zeker 85 procent uit onschuldige mensen bestaat.

Lex Runderkamp volgt voor de driedelige serie De oorlog die nooit ophoudt (vrijdag, NPO 2) burgers die onderzoek doen in het archief. In het tweede deel zit Stephanie Biesheuvel. Terwijl ze blauwe mappen openslaat, mompelt ze: „Tante Miep… weer ome Wim… ome Cor van het moordcommando… … Jeetje mijn hele familie komt voorbij”. Biesheuvel heeft gaandeweg ontdekt dat haar familie vol zat met actieve nazi’s. Sommige dikke dossiermappen, die bijeengehouden worden door een touwtje, krijgen extra aandacht: „Op het moment dat je een touwtje hebt, heb je veel op je kerfstok.”

Haar overgrootvader had een groentewinkel in de Jordaan, met uitzicht op het Anne Frank Huis, en schuin tegenover een concurrent die de onderduikers van groente voorzag. Was hij de verrader, vraagt Biesheuvel zich af. Een onderzoeker van het Anne Frank Huis acht het onwaarschijnlijk. Hij denkt zelfs dat er helemaal geen sprake van verraad was, maar van een inval om een andere kwestie. Pech dus.

Biesheuvels redenen om zich zo grondig te verdiepen in haar foute familie, zijn niet helemaal helder. Nou ja, ze wil het gewoon wéten. Waarschijnlijk is dat is genoeg.