Veel hoogopgeleide arbeidsmigranten zijn overgekwalificeerd voor het werk dat ze doen. Dat is niet alleen voor hen frustrerend, maar het kost ook de rest van de samenleving miljarden, vertelt datajournalist Karel Berkhout. Waarom is het zo moeilijk om een baan op niveau te vinden, terwijl in onder meer de zorg en het onderwijs het personeelstekort enorm is?
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
Gast:
Karel Berkhout
Presentatie:
Egbert Kalse
Redactie:
Ignace Schoot en Henk Ruigrok van der Werven
Montage:
Yeppe van Kesteren
Eindredactie:
Nina van Hattum
Coördinatie:
Henk Ruigrok van der Werven
Onderzoek in samenwerking met:
Sezen Moeliker, Evaline Schot en Lighthouse Reports
Afgezien van het polshorloge van een miljoen dollar was het net een gijzelingsfilmpje. Op 7 januari postte Mark Zuckerberg een clip op Facebook en Instagram waarin hij veranderingen aankondigde in de contentmoderatie op zijn sociale netwerken, als reactie op wat hij het „culturele omslagpunt” van de verkiezing van Donald Trump noemde. Volgens hem was er „te vaak sprake van fouten en censuur”, waaraan hij toevoegde dat Trumps terugkeer „een kans biedt om de vrijheid van meningsuiting te herstellen”. Ook benoemde hij Dana White, een medestander van Trump, tot lid van de raad van bestuur van Meta (evenals John Elkann, de baas van Exor, dat mede-eigenaar is van het moederbedrijf van The Economist).
Ondanks al het gepraat over vrijheid illustreerde Zuckerbergs filmpje eens te meer hoe de aankomende president de Amerikaanse zakenwereld intimideert en in zijn greep heeft. Eerder noemde Trump Facebook een „vijand van het volk” en dreigde hij ervoor te zorgen dat Zuckerberg „de rest van zijn leven achter de tralies zou doorbrengen”.
Zuckerberg is niet de enige bestuurder die zich gewonnen geeft: iedereen, van Tim Cook van Apple tot Sam Altman van OpenAI, heeft naar verluidt gedoneerd aan Trumps ijdele inauguratiefonds. Deze week kondigde Amazon een 40 miljoen dollar kostende biopic aan over de aankomende First Lady.
Holocaustontkenning
Maar al zijn de omstandigheden nog zo grotesk en de motieven nog zo dubieus, de radicale ommezwaai van Meta is terecht. De vrijheid van meningsuiting online moet hoognodig worden verruimd, om de Amerikaanse democratie bestand te maken tegen alles wat ze komende jaren voor haar kiezen zal krijgen.
Zuckerberg was ooit een vurig pleitbezorger van de vrijheid van meningsuiting, die inhoud zoals Holocaustontkenning ondanks talrijke protesten toestond. Maar na beweringen over Russische online-inmenging in de eerste verkiezing van Donald Trump in 2016 en een golf van desinformatie rond de Covid-19-pandemie in 2020 trad het bedrijf hard op tegen een breed scala van ‘legale maar verwerpelijke’ content, van kwakzalverij tot bizarre groeperingen als QAnon.
Over transgender-rechten kan op Facebook niet meer vrij worden gedebatteerd
Wat eerst nog gezond verstand leek, is steeds meer ten koste gegaan van de vrijheid van meningsuiting van gebruikers. Om nog maar te zwijgen van de vrijheid van vergissing; in enkele gevallen zijn volstrekt juiste beweringen geblokkeerd, zoals toen Facebook een New York Post-verhaal over Joe Bidens zoon Hunter tegenhield, dat waar bleek te zijn.
De definitie van haatzaaien is dusdanig verruimd dat er bijvoorbeeld niet meer vrijelijk over transgenderrechten kan worden gedebatteerd. De geautomatiseerde filters zijn zo streng dat Meta zelfs toegeeft dat 10 à 20 procent van de verwijderde content ten onrechte is verwijderd. Het is dan ook verheugend dat Zuckerberg heeft toegezegd factchecking te vervangen door meldingen die gebruikers zelf kunnen plaatsen, en de regels voor gevoelige onderwerpen als gender te versoepelen.
Toch zijn er ook risico’s. Zuckerberg erkent dat moderatie vaak een kwestie van water bij de wijn is en dat zijn nieuwe regels voor meer „narigheid” online zullen zorgen. Adverteerders, die gebrand zijn op ‘merkveilig’ inhoud, zullen zich hiertegen verzetten.
Een ander gevaar is dat platforms ‘vrijheid van meningsuiting’ als excuus gaan gebruiken om te beknibbelen op het indammen van illegale content, wat immers een kostbare en ingewikkelde procedure is. Op X, waar Elon Musk een groot deel van het moderatieapparaat heeft ontmanteld, nam tijdens een recente reeks rellen in het Verenigd Koninkrijk het aantal berichten dat aanzette tot geweld – een strafbaar feit – hand over hand toe. Telegram, een libertair netwerk dat populair is in Rusland, is vanwege zijn gebrek aan toezicht en beheer een toevluchtsoord geworden voor criminelen.
Lees ook
Zuckerberg verspreidt nu zelf misinformatie
Paniekerige topman
De beste manier om je tegen deze gevaren te wapenen is door transparant te zijn over hoe de regels tot stand komen. De onafhankelijke raad van toezicht van Meta die sinds 2020 over de waarden en normen waakt, lijkt door de aankondiging van deze week op het verkeerde been gezet. Na de maatregelen eerst nog te hebben gesteund, heeft de raad er nu zijn zorgen over geuit. De regels voor wat al dan niet online kan worden gezegd, moeten transparant worden uitgelegd en verdedigd, en niet al vóór de inauguratie van Trump door een paniekerige topman worden afgeschaft.
Desondanks heeft Meta een stap in de goede richting gezet. Sociale netwerken moeten illegale inhoud weren. En met het oog op adverteerders en gebruikers willen ze het waarschijnlijk beschaafd houden. Maar ze moeten zich niet langer bezighouden met wat goed of fout is. Alleen een dwaas gelooft alles wat op zijn tijdlijn verschijnt.
Dit artikel verscheen eerder in The Economist en werd geselecteerd en vertaald in samenwerking met 360 Magazine. The Economist vermeldt geen auteursnamen bij zijn stukken.
Hoe ontwapenend zijn interviewers ook zijn, Youp van ’t Hek blijft een beetje de kat uit de boom kijken. Armen over elkaar, zijn gebruikelijke gemelijke uitstraling. God, begint hij wéér te zeuren over alcoholvrij bier. In Een buitengewoon gesprek (NPO 1) wordt de cabaretier ondervraagd door een groep mensen met autisme.
Helemaal ongevaarlijk is dat niet. Een van de interviewers noemt hem „ouwe lul” en „de kleine, ouwe Youpie”. Een ander noemt hem „een beetje dom” omdat hij acht jaar over de mavo heeft gedaan. De cabaretier maakt er een onderonsje van; ze zitten daar immers allemaal zonder diploma en dat gaat toch best aardig. Eén man protesteert. Hij wijst erop dat hij drie zwemdiploma’s heeft.
Dit nieuwe interviewprogramma is van oorsprong Frans, Les Rencontres du Papotin. De makers van de filmhit Intouchables werden ooit geïnterviewd door Le Papotin, een tijdschrift waar alleen journalisten met autisme werken. De filmmakers waren zo onder de indruk van dit onvoorspelbare, levendige gesprek dat ze een variant voor televisie bedachten. De uitzending met president Macron bezorgde de zender France 2 in 2023 een kijkcijferrecord.
De interviewers zijn eigenlijk interessanter dan Van ’t Hek. Intrigerende koppen, bijzondere persoonlijkheden. Je zou eigenlijk meer van ze willen weten. En het concept werkt: je krijgt verrassende, bijzondere televisie. Een van de deelnemers zingt voor de gast een bewerking van diens kersthit ‘Flappie’ waarin zij stevig uithaalt naar het onderwijs. De cabaretier krijgt een schilderij van het betreurde kerstkonijn. Een andere interviewer wil president van Nederland worden. Hoe zou Van ’t Hek dat aanpakken? De omgang met denkbeeldige vrienden is in deze setting ook een normaal gespreksonderwerp.
Vreemd genoeg gaat Een buitengewoon gesprek pas verder in april. Het is nog onbekend wie de gasten zullen zijn.
Onschuldige mensen
In het NOS Journaal van vrijdag luidde het oorlogsinstituut NIOD de noodklok over het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) dat sinds 1 januari online staat. Hierin zitten dossiers van 425.000 Nederlanders die werden verdacht van samenwerking met de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog. Door een ingreep van de minister kun je nu wel op naam zoeken, maar krijg je verder geen dossier te zien. Dat leidt tot veel onrust omdat je niet kunt zien of iemand wel of niet terecht was beschuldigd. Nogal relevant – na de oorlog waren de Nederlanders zo enthousiast over het aangeven van landgenoten dat de namenlijst voor zeker 85 procent uit onschuldige mensen bestaat.
Lex Runderkamp volgt voor de driedelige serie De oorlog die nooit ophoudt (vrijdag, NPO 2) burgers die onderzoek doen in het archief. In het tweede deel zit Stephanie Biesheuvel. Terwijl ze blauwe mappen openslaat, mompelt ze: „Tante Miep… weer ome Wim… ome Cor van het moordcommando… … Jeetje mijn hele familie komt voorbij”. Biesheuvel heeft gaandeweg ontdekt dat haar familie vol zat met actieve nazi’s. Sommige dikke dossiermappen, die bijeengehouden worden door een touwtje, krijgen extra aandacht: „Op het moment dat je een touwtje hebt, heb je veel op je kerfstok.”
Haar overgrootvader had een groentewinkel in de Jordaan, met uitzicht op het Anne Frank Huis, en schuin tegenover een concurrent die de onderduikers van groente voorzag. Was hij de verrader, vraagt Biesheuvel zich af. Een onderzoeker van het Anne Frank Huis acht het onwaarschijnlijk. Hij denkt zelfs dat er helemaal geen sprake van verraad was, maar van een inval om een andere kwestie. Pech dus.
Biesheuvels redenen om zich zo grondig te verdiepen in haar foute familie, zijn niet helemaal helder. Nou ja, ze wil het gewoon wéten. Waarschijnlijk is dat is genoeg.
Het vuur dat Los Angeles bij de strot heeft, is gulzig tekeergegaan in de wijk Altadena. Van de meeste huizen staan alleen de schoorstenen nog overeind. Her en der ook een stenen buitenmuur. Verwrongen speeltoestellen. Gesmolten stoelen en vuilnisbakken. Karkassen van auto’s. Omringd door grijswitte, verpulverde, onherkenbare resten van al het dierbare dat families hier generatieslang hadden opgebouwd.
De krachtige wind die de dinsdag uitgebroken brand oncontroleerbaar maakte, blies vonken in alle richtingen en die de wijk grotendeels in de as legden. Van de 24 tot nu toe bekende dodelijke slachtoffers van de branden in de stad kwamen er 16 om in Altadena.
De geur en smaak van rook hangen nog in de lucht, waar af en toe stofjes opvlammen. Een rit door de wijk voelt post-apocalyptisch omdat er nauwelijks een levende ziel op straat is. De wijk is afgegrendeld en bewoners mogen niet terug om te zien hoe groot de schade is. Alleen brandweermannen en monteurs die gas- en waterleidingen afsluiten rijden rond tussen de omgevallen elektriciteitspalen. Het geluid van overvliegende blushelikopters doorbreekt de stilte. De brand in de Eaton-kloof is nog niet onder controle.
Enkele huizen staan nog overeind, van schutting tot en met dakgoot, alsof er niets gebeurd is. Uit één zo’n bungalow stapt Antonio Antonetti (66). Hij heeft het roet nog op zijn handen, kleine gaatjes in zijn blauwe T-shirt, rode ogen van de rook waaraan hij is blootgesteld, haast in zijn stem alsof het vuur hem nog op de hielen zit. Met twee Mexicaanse buurmannen en enkele tuinslangen heeft de Venezolaan zeven huizen van de vlammen gered, vertelt hij.
„Toen de meeste buren vertrokken en mij aanspoorden ook te evacueren, wist ik meteen dat ik zou blijven om mijn huis te redden. Dit is alles wat ik heb. Als ik dit kwijtraak, krijg ik nooit meer zoiets terug.”
In zijn tuin met een sinaasappel- en avocadoboom laat Antonetti zien waar hij het vuur bevocht, toen het de schutting tussen zijn achterburen en hem verzwolg. „Toen dit neerging heb ik wel even gedacht: hier zijn we niet tegen opgewassen. Zeker omdat er nauwelijks water uit de tuinslang kwam, maar we hebben het in bedwang gehouden.” De brandweer heeft hij niet gezien. „Ze hebben het hier laten fikken tot het uitgebrand was.”
Gemengde wijk
Antonetti kwam eind jaren zeventig voor zijn studie naar de VS en kocht dit huis in 1996. De bergkam van San Gabriel waar hij tegen opkijkt, doet hem denken aan de bergen ten noorden van Caracas. Tot de financiële crisis werkte hij als manusje-van-alles aan de productie van televisieprogramma’s en -reclames. Ruim vijftien jaar geleden verloor hij zijn huis ook bijna. „Toen heb ik de bank net zo hard bestreden als dit vuur.”
Altadena is geen Pacific Palisades, de rijke enclave aan de kust waar de afgelopen week veel beroemdheden hun villa’s aan het vuur verloren. Waar films werden opgenomen en een huis in december gemiddeld bijna vijf miljoen dollar kostte. Dit is een gemengde wijk waar leraren, winkeliers, koeriers en andere mensen uit de middenklasse het zich nog kunnen veroorloven om in Los Angeles in een vrijstaand huis dicht bij de natuur te wonen. Vaak omdat de huizen, die tot de brand gemiddeld ruim een miljoen dollar waard waren, al decennia in dezelfde familie zijn. Het was één van de eerste plekken in Los Angeles waar zwarte mensen een hypotheek konden krijgen en waar ook de Mexicaanse bouwvakkers naast Antonetti al 25 jaar wonen. Het is de vraag of zij de kans krijgen om de huizen die ze verloren te herbouwen.
„Niemand vertrekt uit Altadena”, zegt Shari Shaw (62). Ze groeide er op en ging er naar school en woont nu vlak ten zuiden van de wijk in een appartement. Toen het vuur dinsdagavond uitbrak, reed ze in het donker naar haar ouderlijk huis, waar haar chronisch zieke broer Victor (66) woonde. En het lukte haar niet om hem aan te sporen te vluchten.
Terwijl zij de auto inpakte met documenten en persoonlijke spullen, bleek dat hij medicatie had genomen om zichzelf te kalmeren en in slaap viel. Ze bleef bij hem tot ze een oranje gloed zag. Toen ze naar buiten ging, sprong het vuur voor haar ogen over op het huis van de buren. „Ik rende naar binnen en schudde en schopte hem: het is tijd, wordt wakker, we moeten gaan.”
Victor werd wakker en vroeg een paar minuten om bij te komen, maar toen zij de laatste dingen naar de auto bracht, vlogen er gloeiende brokstukken door de lucht. „Ik sloeg op de deur om hem aan te sporen, maar de wind van warmte, rook en vonken werd overweldigend. Ik dacht: als de auto in brand vliegt, kom ik hier zelf niet weg.”
Sindsdien pijnigt ze zichzelf met de vraag wat ze nog meer had kunnen doen. „Ik had hem nooit kunnen tillen. Had ik nog een paar minuten bij hem moeten blijven om hem te overtuigen?”
Aan het eind van de straat zag ze een politieagent, maar die wilde haar niet helpen. „Ik ben omgekeerd, de straat weer in, nog één poging, maar ik kon door de rook niets zien. Ik kon alleen maar bidden dat hij in zijn eigen auto was gestapt.” De volgende dag vonden zij en een buurman Victor in de smeulende puinhoop van zijn huis. Op zijn rug, met een tuinslang in zijn hand.
Shaw en andere inwoners van Altadena hebben het gevoel dat ze door de autoriteiten en bestuurders in de steek gelaten zijn. Ze kunnen het niet bewijzen, maar ze hebben het idee dat er meer water en mankracht werden ingezet in het chique Palisades. Dat er onvoldoende gedaan is om mensen te evacueren.
Politieke strijd
Aanstaand president Donald Trump en zijn trawant Elon Musk beschuldigen Democratische politici, van president Joe Biden tot burgemeester Karen Bass en vooral de ambitieuze gouverneur Gavin Newsom, van incompetentie bij het bedwingen van het vuur. De twee verspreiden desinformatie over het beleid in Californië en doen alsof het redden van een vis en diversiteitsbeleid ten koste is gegaan van brandpreventie- en bestrijding.
Feit is dat Los Angeles werd overvallen door branden in januari. Californië kampt elke zomer en herfst met natuurbranden. Nu had het in januari al acht maanden bijna niet geregend, toen een sterke wind opstak. Er zijn aanwijzingen dat het vuur in ieder geval op sommige plekken is aangestoken. Die combinatie leidde tot een soort orkaan van vuur die door delen van Los Angeles raasde.
Water is er in theorie genoeg: na flinke sneeuwval in de afgelopen winters zijn de reservoirs in het achterland van LA vol. Maar een belangrijk bassin in de stad lag al maanden droog vanwege onderhoud. En tijdens het blussen viel de druk weg in brandkranen in de straten van zowel Palisades als Altadena, waarschijnlijk omdat op zoveel plekken tegelijk afgetapt werd.
De uitdaging was om het water snel genoeg naar de juiste brandhaarden te krijgen, zegt brandweerman Matt Sanchez (44), die geparkeerd staat in de straat waar Victor Shaw omkwam. Hij is woensdag met collega’s en vier bluswagens uit Watsonville komen rijden, vijf uur ten noorden van Los Angeles, om te helpen.
Toen hun eigen voorraad opraakte – tot het niveau van bijna vierhonderd liter dat ze altijd houden om zichzelf te kunnen beschermen – moesten ze telkens zo’n twintig minuten wachten op een rijdende tanker die elders in de stad werd volgepompt vanuit brandkranen daar. Maar ook mét snellere watertoevoer was de schade gigantisch geweest, denkt Sanchez. „Ik doe dit werk al twintig jaar en ik heb nog nooit zo’n brand gezien als deze. De rondwaaiende vonken waren niet te bedwingen.”
In Altadena wordt naar geen enkele politicus persoonlijk gewezen, ook niet door de Republikeinse kiezer Jim Orlandini (41). Hij wist het huis, waar hij met zijn vrouw en drie kinderen woont, voldoende nat te houden, maar is zijn ijzerwarenwinkel kwijt. „Ik denk er vaak over om deze staat te verlaten, vanwege de hoge kosten en problemen met criminaliteit en dakloosheid, maar dit blijft een geweldige plek.” Hij hoopt dat de wijk zijn oude karakter en middenklassebevolking kan behouden. „Je zag recent al dat rijke types uit Hollywood dit gebied ontdekt hebben.”
Wederopbouw
Susan en Darrell Carr weten zeker dat ze op de plek waar hun huis stond zullen herbouwen. Zij hebben zaterdag hun weg het rampgebied in gevonden, wat onder andere beveiligd wordt tegen plunderaars. „Dit is ons huis”, roept Susan van een afstandje. „We zijn alles kwijt.”
Dat is niet helemaal waar. Het gietijzeren hek ter ere van hun zoon Justin, die in 2013 op 16-jarige leeftijd overleed aan een ongediagnostiseerde hartkwaal, oogt ongedeerd. Ze hebben ook zijn foto’s en schilderijen kunnen redden. Die stonden opgeborgen in een speciale doos sinds hun huis bij een eerdere brand rookschade opliep. Zij waren op evacuatie voorbereid.
„We moeten een nieuw huis bouwen dat brandwerend is, aardbevingen en orkanen kan doorstaan. Het weer verandert overal ter wereld zo erg dat we op alles voorbereid moeten zijn”, zegt Darrell Carr (72), een gepensioneerde leraar.
Op dit moment is Altadena onbewoonbaar. Het vuur is nog niet overal onder controle. In de huizen die nog staan, zijn water, stroom en gas afgesloten. Er zal veel puin geruimd moeten worden voordat iemand kan beginnen met wederopbouw. „Terwijl je gewoon je hypotheek moet blijven betalen”, zegt Susan Carr (66), die voor de pretparken van Disney werkte. „Ik weet hoelang vergunningen duren.”
Darrell: „Onze wijk is hoe dan ook verdwenen: de scholen, de apotheek, het postkantoor, de restaurants, de gemeenschap. Het zal nooit meer hetzelfde zijn.”
Het is daarom waarschijnlijk dat veel inwoners elders hun leven oppakken en de kostbare grond onder hun verbrandde huis verkopen. De Carrs kennen mensen die nu al door projectontwikkelaars benaderd zijn. Die kunnen er villa’s gaan bouwen die voor mensen uit Altadena onbetaalbaar zouden zijn. Darrell vreest een scenario zoals na orkaan Katrina, toen een groot deel van de arme, zwarte bevolking nooit terugkeerde naar New Orleans.
De zorg dat de aloude bewoners door deze ramp uit hun wijk gedreven kunnen worden, leeft ook bij anderen. Zelfs Shaw, die net haar broer verloor sombert hierover. „Wat iedereen nu bezighoudt is: kunnen we onze charmante, hechte wijk behouden?”
Lees ook
Terwijl LA de verwoesting probeert te bevatten, razen de branden door