Vierde titel Rijpma-De Jong na gevecht voor elke meter

Met tranen van vreugde reed Antoinette Rijpma-De Jong uit na haar spectaculaire strijd tegen Joy Beune op de afsluitende vijf kilometer. Voor de vierde keer op rij was ze Europees kampioen allround. Al jaren schaatst de 29-jarige Friezin mee in de wereldtop. En toch die tranen. „Dit is zo geweldig, ik was zo zenuwachtig, ik wou het zo graag”, sprak ze even later voor de camera van de NOS. „Dit is een hele mooie.”

Met de spannende ontknoping maakten de twee Nederlandse favorieten het EK allround tot een memorabele editie. In de sfeer van 1997, toen Tonny de Jong in Thialf de Duitse favorieten versloeg en voor het eerst sinds jaren zorgde voor Nederlands allroundsucces bij de vrouwen. Of zoals bij het EK van 2007 in Collalbo, waar Martina Sablikova met een geweldige vijf kilometer alsnog te sterk bleek voor Ireen Wüst.

„Ik wou zo graag op die koets”, zei Rijpma-De Jong na afloop lachend, verwijzend naar de traditionele huldiging in de arrenslee, die ze bij haar vorige titel in Thialf moest missen door corona.

De dit seizoen van coach Jac Orie naar Team Reggeborgh overgestapte schaatsster begon het toernooi als underdog, nadat ze twee weken geleden bij de NK allround als derde was geëindigd, op ruime achterstand van Beune. Vooral dankzij een sterke 500 meter (eerste in 38,50) begon ze met 5,77 voorsprong op Beune aan de vijf kilometer. Maar de langste afstand is niet haar favoriete onderdeel. Ronde voor ronde zag ze Beune iets verder wegrijden. Maar nooit te ver. Door in de laatste twee ronden toch nog te versnellen van 34 naar 33 seconden bleef het verlies beperkt tot 4,58 seconden. Genoeg voor de titel. „Ik wilde mijn eigen rit blijven rijden”, sprak ze na afloop. „Ik knokte voor elke meter en het is me gelukt!”

Beune, vorig jaar wereldkampioen allround in Inzell, gaf na haar tweede plaats aan dat het „huilen haar nader stond dan het lachen”. Ze toonde wel respect voor de kampioen Rijpma-De Jong. „Zij is wel een bijter”, zei ze tegen de NOS. „Als ze ergens haar zinnen op heeft gezet, knokt ze er voor vol. Ze was net iets beter dan ik.”

Op de slotafstand kwamen Beune (6.57,55) en Rijpma-De Jong (7.02,13) niet in de buurt van Ragne Wiklund. De Noorse, een dag eerder ook al winnaar van de drie kilometer, kwam tot een tijd van 6.50,81 en werd derde in het eindklassement. Merel Conijn werd tweede op de vijf kilometer (6.52,43) en eindigde als vierde.