Eerst psycholoog, nu opkomend cabaretier. David Linszen wil op het podium delen wat hij écht voelt

Het was natuurlijk „een rare vraag om aan de new guy te stellen”, vertelt David Linszen. In 2018 vroeg cabaretier Daniël Arends of Linszen zijn nieuwe voorstelling wilde regisseren. Arends was „zelf een van de apen bovenop de apenrots” en Linszen op dat moment pas enkele maanden aspirant-lid bij Comedytrain.

Linszen heeft uiteindelijk twee voorstellingen van Arends geregisseerd. Dit was „heel inspirerend” en hij zag dat je altijd moet doen wat je zélf wilt doen. Linszen: „Dingen die eerst heel bizar klonken maar waar Daniël heel erg in geloofde, werden uiteindelijk vaak zijn leukste grappen. Dat werd dan iets dat alleen hij had kunnen vertellen.”

Zelf werkt hij momenteel samen met Raoul Heertje. Linszen: „Comedy maken is een eenzame bezigheid en het is prettig om mensen om je heen te verzamelen met wie je goed kan praten en die je vertrouwt.” Een cabaretregisseur moet iemand zijn die herkent of je op het podium vertelt wat je moet vertellen, aldus Linszen: „Ook als dat iets merkwaardigs is als een grap maken over sperma afvegen aan een hond.”

David Linszen (33) won dit jaar alle prijzen op het Leids Cabaret Festival en werkt op dit moment aan zijn debuutvoorstelling. Wie hem ziet optreden begrijpt dat hij het goed kan vinden met Arends en Heertje. Gemeenschappelijke deler is een bepaalde zuiverheid op het podium. Je voelt dat zijn soms idiote en vaak curieuze gedachten niet geforceerd zijn en ook niet geleend van iemand anders. Oprechtheid is veel interessanter en meestal ook veel grappiger dan iemand die een act uitvoert. Vergelijk het met een feestje: iemand die de getapte jongen uithangt kan de beste grappen van de wereld hebben. Het blijft volstrekt oninteressant, want je voelt: wij hebben geen contact.

In oktober is Linszen deel van een gezamenlijk try-out tourneetje met Vlaming Wim Helsen. Veel van Linszens verhalen gaan over het bestrijden van pijnlijke of ongemakkelijke situaties met wonderlijke hersenspinsels. Tijdens een optreden in het Amsterdamse theater De Richel deelt Linszen fantasieën over een (nogal) andere opzet van de 4 mei-herdenking en over een gewaagd optreden van een cliniclown. Zijn gekte is van hem, maar velen zullen het onderliggende gevoel herkennen: wat nou als ik tijdens deze uitvaart opeens ga lachen, dat idee. Je doet het niet, maar het zijn manieren om gebeurtenissen die eigenlijk nauwelijks te verdragen zijn, draaglijker te maken.

Psycholoog

Op een doordeweekse middag vertelt Linszen dat hij altijd al „rare dingen op een podium” wilde doen. Toch duurde het even voordat het zijn beroep werd. Hij studeerde klinische psychologie en in 2018 werd hij psycholoog in een verslavingskliniek. Ongeveer tegelijkertijd werd hij bij Comedytrain aangenomen als aspirant-lid. Overdag gaf hij groepstherapieën, ’s avonds stond hij op het podium van comedyclub Toomler.

Linszen: „Ik was een vrij introverte psycholoog en op het podium ben ik heel uitbundig. Dat lag ver uit elkaar.” In het bezit van een serieuze baan realiseerde hij zich: „Nu steven ik echt af op een beroep waar ik helemaal niet zo veel voor voel als voor comedy. Vrij fatalistisch besloot ik om te stoppen en vol voor comedy te gaan.”

Wanneer ontstond je interesse in comedy?

„Het is lastig daar een moment op te plakken. Ik herinner me dat ik op de jeugdtheaterschool een keer voor de les Jerry Springer ging naspelen voor de ouders die nog naar binnen sijpelden. Ik weet nog hoe lekker dat voelde. Op de middelbare school keek ik veel comedy en zag ik dat alle goede Nederlandse comedians bij Comedytrain zaten. Het leek me een magisch gezelschap. Daar wilde ik ook bij.”

Maar eerst ging je andere dingen doen.

„Het duurde een tijdje voordat ik alleen op een podium durfde te gaan staan. Ik zong onder meer in bands. Ik had het meeste plezier om tussen de nummers door merkwaardige dingen te doen en zo spanning op te zoeken. Er was dan altijd een vangnet: als het te ongemakkelijk werd, speelde de band weer een liedje. Het was wachten totdat ik mijn eigen vangnet durfde te creëren.”

Foto Andreas Terlaak

Hoe verliepen je eerste comedystappen zonder band?

„Het begon door me in te schrijven voor open podia en dan heel erg bang daarvan te worden, maar ook te weten: dan moet ik er staan. De eerste keer was heel leuk. De tweede een stuk minder.”

Want?

„Ik was als eerste aan de beurt en er was zo weinig publiek dat de presentator zei: het wordt geen comedyshow meer, we maken er een open repetitie van. ‘Hier is David Linszen!’ Wat ik deed werkte niet goed en daarna ging de presentator feedback aan de zaal vragen omdat het opeens een open repetitie was geworden. Dat is natuurlijk echt de hel.”

Lijkt wat je toen deed op wat je nu doet?

„Mijn focus lag toen vooral op het vertellen van grappen en minder op contact met de zaal. Nu probeer ik dat anders te doen. Grappen zijn belangrijk, maar belangrijker is dat wat je tussen de grappen door ziet.”

Waarom is dat belangrijker?

„Dat is vaak grappiger en spannender. Ik kan soms kijken naar het gezicht van een comedian en denken: wat een dolende ziel. Dan blijkt dát ineens het grappige te zijn. Of iemand heel erg zijn best zien doen om je ergens van te overtuigen. Comedy moet grappig worden als bijproduct van iets dat iemand heel graag wil laten zien of vertellen.”

Ik probeer iets te maken dat balanceert op het randje van dat je denkt: ik begrijp dit heel goed en ik begrijp er helemaal geen reet van

David Linszen

Wat wil jij op het podium laten zien?

„Ik probeer iets te maken dat balanceert op het randje van dat je denkt: ik begrijp dit heel goed en ik begrijp er helemaal geen reet van. Dat vind ik de sweet spot. Ik wil niet dat het alleen maar nihilistisch of vervreemdend is. Dan is het een soort performance art waarmee je mensen op afstand houdt. Ik wil dat je als publiek voelt: dit is echt.”

Hoe doe je dat?

„Door fascinaties en ideeën te delen die ik écht zo voel. Een basisvoorwaarde. Het publiek heeft het door als ik een personage zou spelen. Wat ik op het podium zeg is een manier om iets van mezelf te laten zien. Sommige comedians willen vooral dat wat ze zeggen herkenbaar is. Bij zo’n feest der herkenning voel ik me altijd een beetje vervreemd.”

Waarom?

„Dan probeert een comedian je naar de mond te praten in plaats van dat hij verbinding creëert op basis van wat hem als individu onderscheidt. Terwijl dat juist zo tof kan zijn aan goede comedy.”

Heet wat jij maakt absurdisme?

„Ik vind dat altijd een raar label. Je leven opsommen en dat heel belangrijk maken: dat vind ik juist heel absurd. Tegenwoordig wordt autobiografische comedy helaas nogal op een voetstuk geplaatst. Een persoonlijk verhaal hoeft niet autobiografisch te zijn en een autobiografisch verhaal is niet per definitie interessant. Dat soort comedy voelt koket: een opsomming van alles wat er in je leven gebeurt, vind ik niet per se persoonlijk of kwetsbaar.”

Ben jij kwetsbaar op het podium?

„Dat is wel mijn doel. Dat lukt niet altijd, want als het niet goed gaat is het verleidelijk om met je grappen het publiek op afstand te houden. Maar dat zijn niet de geweldige optredens en ik vind het geen inspirerende gedachte. Ik probeer mijn optredens niet helemaal af te kaderen. Zo hoop ik dat het publiek iets van me ziet waar ik geen controle over heb.”

Wat denk je dat het publiek dan ziet?

„Een jongen die met bepaalde persoonlijke gebeurtenissen moet dealen, maar zich in plaats daarvan focust op allemaal rare grappen en ideeën. Dat is iets dat volgens mij in mijn eerste voorstelling aan het sijpelen is.”

Dit jaar heb je het Leids Cabaret Festival gewonnen. Is er veel veranderd voor je?

„In praktische zin wel. Ik kreeg een impresariaat en kan nu mijn eigen show maken. Maar als ik niet zou hebben gewonnen, had ik me waarschijnlijk zo gekrenkt gevoeld dat ik nog harder was gaan werken om me te bewijzen. Uit die gedachte deduceer ik: eigenlijk is dat winnen niet zozeer belangrijk. Comedy maken is vooral heel belangrijk voor me.”

NRC presenteertDe rijzende sterren van 2025


Jazz

Ella Zirina

12 januari

Literatuur

Manik Sarkar

13 januari

Film

Didier Konings

14 januari

theater

Romy Vreden

15 januari

Design

Femke Hoppenbrouwer

16 januari

Beeldende kunst

Faria van Creij-Callender

17 januari

Dans

Courtney May Robertson

17 januari

Fotografie

Hajar Benjida

18 januari