Strafrechtadvocaat Gerald Roethof is bij nader inzien onterecht geschorst geweest. Zo oordeelt het Hof van Discipline, de hoogste tuchtrechter voor de advocatuur. Het Hof heeft de eerdere beslissing van de disciplinaire Raad, die stamt uit februari vorig jaar, vernietigd, meldt het ANP vrijdagmiddag.
De Raad van Discipline in Amsterdam legde Roethof in maart van afgelopen jaar een onvoorwaardelijke schorsing van zes weken op. De strafrechtadvocaat werd ervan verdacht in 2020 informatie uit een strafdossier te hebben gelekt terwijl hij zwijgplicht had over de zaak waarvan het onderzoek nog lopende was.
De advocaat kwam onder verdenking te staan toen vier anonieme gebruikers van de versleutelde berichtendienst Encrochat geheime informatie bleken te bezitten uit een strafdossier waarover Roethof en zijn cliënt niets mochten delen met de buitenwereld. In hun berichten verwezen ze meermaals naar Roethof.
De Amsterdamse Orde van Advocaten (OvA) diende daarop een zogenaamd ‘dekenbezwaar’ in bij de Raad. Zo’n bezwaar is bedoeld voor overtredingen die het vertrouwen in de advocatuur kunnen schaden. Het is niet bekend op basis waarvan het Hof de klacht later ongegrond heeft verklaard.
‘ZING! Hoe zingen mensen samenbrengt’ is de veelbelovende titel van een tentoonstelling over 500 jaar lutherse liederen in het Luther Museum in Amsterdam. Maar wie afkomt op de spannende beschrijving op hun website, staat toch wat verweesd te kijken naar het rijtje van zes tafeltjes waarop wat oude boeken met prenten en liederen van Luther liggen. Via een QR-code kun je één lied op je telefoon luisteren, maar die ligt dan weer net niet opengeslagen.
Wie al wist dat Luther ook componeerde en dat liederen in de volkstaal ook protestliederen kunnen zijn, leert niet veel. Wie dat nog niet wist, weet nu alleen dat. Bijna de helft van de tentoonstelling gaat over het ‘lijflied van de reformatie’, ‘Ein feste Burg ist unser Gott’, dat je in het origineel en vier bewerkingen wordt afgespeeld op tablets (waaronder een hysterisch vals gespeeld stukje uit de Vijfde symfonie ‘Reformatie’ van Mendelssohn) en dat het gevoel van 500 jaar moet overbrengen; wat het niet doet. Binnen een kwartier ben je erdoorheen. Op de gang kun je nog luisteren naar wat fragmentjes van zingende mensen wereldwijd; sympathiek, maar niet genoeg. Nee, voor deze tentoonstelling loop je niet om.
Dus nogal beteuterd sta je zo weer buiten, ware het niet dat een vriendelijke vrijwilliger je op een deur aan de andere kant van de gang wijst. Daar kun je verder. Verder? Er blijkt nog een tentoonstelling te zijn, die als bijzin op de poster staat: ‘I Wish This Was A Song’. Door het eigenlijke museum heen klinken ineens overal getik, gezang, stemmen, heel incongruent met de oude inrichting van de vertrekken. Tussen de schilderijen en oude boeken en voorwerpen blijken elf hedendaagse kunstwerken geplaatst. Hier is het te doen!
‘You Don’t Love Me’ (2007) van Pavel Büchler.
Foto Victor Wennekes
Ontroerende bandrecorder
Zo blijkt de zang uit 1937 te komen: het is het liedje ‘Someday My Prince Will Come’ uit Disneys Sneeuwwitje, maar dan bewerkt door Laurent Fiévet tot de video Water Bucket (2015). Daarin zingt Sneeuwwitje voortdurend voor- en achteruit: twee maten naar voren, ééntje achteruit, drie maten naar voren, vier achteruit, een halve maat naar voren, twee achteruit, enzovoort. Een onnavolgbare sequentie die niet eens zo vervelend klinkt, maar wel onbevredigend blijft en uiteindelijk tot een soort trance leidt.
De stemmen komen uit Speeches from the Factory Floor (2020) van kunstenaar Becket MWN: een mini-sculptuurtje met een kaarsje, waaruit kritische VMA-toespraken klinken van Nirvana, Fiona Apple en Kanye West met daarachter industriële geluiden gemonteerd. Maar ook uit een vreemd ontroerende bandrecorder van Pavel Büchler: een loop van een tape schuurt langs twee plekken: de afleeskop en de hals van een whiskeyfles. Tussen een hoop gepiep en gekraak in de stilte klinkt elke twaalf seconden dezelfde zin, in de jaren 70 uitgesproken door een onbekende artiest die met zwakke stem een liedje aankondigt: „This one eh… called: You Don’t Love Me.”
Zo liggen, staan en hangen er nog een paar dingen, waaronder een schilderij met daarop de tekst ‘I wish this was a song’ (2024) van Tim Ayres, waar je langer op kan blijven kauwen dan op de hele ‘hoofdtentoonstelling’ samen. Moet je ervoor naar Amsterdam? Nee dat niet. Maar ben je er toevallig al, dan is deze bijzin op de poster wél een omloopje waard.
Honderd jaar geleden werd hij geboren, in januari zal het tien jaar geleden zijn dat hij overleed: componist en dirigent Pierre Boulez. De grote vernieuwer met het kleine oeuvre bepaalde het aangezicht van de naoorlogse muziek op een manier die inmiddels bijna onvoorstelbaar lijkt. Was hij echt zo invloedrijk? Ja, dat was hij. Begin dit jaar stelde muziekjournalist Bas van Putten in deze krant de terechte vraag wat er nog van modernistische monumenten als Boulez overblijft na hun jubilea. Een laatste opleving en dan stilte? Missen we iets, als Boulez en de zijnen na hun eeuwfeest definitief in vergetelheid raken?
Ja met hoera en een huppeltje. Boulez’ naam is al bij leven verworden tot synoniem voor totemisch radicaal en niet om aan te horen piepknorkabaal – onterecht. Zelfs als liefhebber van zijn werk vergeet je soms hoe vitaal en vervoerend deze muziek is, om de simpele reden dat ze bijna nooit wordt uitgevoerd. Daarom is het zo heuglijk dat Asko|Schönberg en I SOLISTI deze dagen een kleine tour maken met een van Boulez’ meesterwerken, Répons voor ensemble, zes solisten en live elektronica, voortreffelijk geleid door dirigent Bas Wiegers.
Lees ook
Wie was Pierre Boulez? ‘Pierre Boulez wilde altijd radicaal het nieuwe’
Veelkoppige glittervulkaan
Er valt eindeloos veel te zeggen over de constructie van Répons, maar belangrijker is dat het werk zich laat ervaren als een zinnelijk, dynamisch, hypervirtuoos en volstrekt uniek klankbad. Het stuk zit onnavolgbaar ingewikkeld in elkaar (Boulez is inderdaad complex), maar in de kern is het een vraag-antwoordspel tussen ensemble, solisten en elektronica. Live elektronische geluidsbewerking is tegenwoordig eenvoudig beschikbaar als gratis apps, maar toen Boulez Répons componeerde – de voltooide versie ging in 1985 in première – was het een baanbrekend concept: na een akoestisch begin zetten solisten en elektronica in met een tintelende geste die in surround door de zaal wervelt. Het geluid verplaatst zich stotterend en vlagend, in concentrische cirkels gekruist met de wetten van het kubisme. Het is ongrijpbaar en meeslepend. Répons doet zich voor als een continue metamorfose: het is een veelkoppige glittervulkaan, een kwikzilveren draak, een vuurspuwende droom, de legende van het betoverde glockenspiel.
Tien jaar geleden was Répons te horen in de galmende Gashouder van de Westergasfabriek in Amsterdam, in het kader van het Holland Festival, door Boulez’ eigen Ensemble Intercontemporain. Dat was een evenement van jewelste, maar de uitvoering zondagavond in De Doelen in Rotterdam deed er niet voor onder. Sterker nog, de drogere zaalakoestiek verschafte het bomvolle, ingenieus in de ruimte geplaatste werk een schitterende transparantie. Met het ensemble op het podium, de zes solisten (harpist Miriam Overlach, pianisten Pauline Post en Jan Michiels, cimbalomspeler Jan Rokyta en slagwerkers Joey Marijs en Tom De Cock) eromheen op de balkons en rondom een kring van luidsprekers was de uitvoering tot in ieder verrukkelijk detail kraakhelder.
Een muziekcultuur zou wel knettergek zijn om zo’n spektakel uit het oog te verliezen. Nu Boulez net zo dood is als Mahler en Beethoven komt het erop aan.
Lees ook
Asko|Schönberg heet binnenkort ‘Het Muziek’: Waarom veranderen klassieke ensembles en festivals zo graag hun naam?
Nederland, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Zweden en Noorwegen gaan intensiever samenwerken om het ronselen van jongeren voor de zware criminaliteit tegen te gaan. Opsporingsdiensten in die Europese landen zullen meer inlichtingen met elkaar uitwisselen en gerichter internationaal onderzoek uitvoeren om deze vorm van criminaliteit aan te pakken. Dat staat in een dinsdag gepresenteerd plan van Europol, dat al langer zorgen uit over de betrokkenheid van jongeren bij zware misdaad.
De werving van tieners, soms zijn ze nog maar veertien of vijftien jaar oud, gebeurt volgens Europol vooral via sociale media. Criminele kopstukken leggen contact en geven vervolgens (betaald) opdracht voor zware delicten, zoals moord, afpersing, ontvoering of overvallen. De jonge ‘uitvoerders’ zijn zich vaak niet bewust van de risico’s of kennen niet de identiteit van hun opdrachtgevers, die zelf vaak buiten beeld van de opsporingsdiensten blijven.
De jongeren „krijgen zelden het geld dat hen is beloofd” en lopen het risico op gewelddadige repercussies of chantage, zei de Nederlandse Europol-chef Andy Kraag hierover onlangs tegen NRC. Op basis van eigen onderzoek stelde Europol al dat het rekruteren en uitbuiten van jongeren een nieuwe „belangrijke dreiging van de georganiseerde misdaad voor Europese burgers” vormt. De criminele trend is in Zweden, dat de leiding heeft in de dinsdag gelanceerde internationale aanpak, begonnen en is daarna overgeslagen op andere Europese landen.
Techbedrijven
Criminelen gebruiken onder tieners populaire netwerken zoals Snapchat, Telegram of Discord om de jonge uitvoerders te benaderen en te werven. Met video’s waarin ze een luxueus en geromantiseerd leven krijgen voorgeschoteld, worden ze verleid tot het criminele circuit.
In Nederland is bekend dat plegers van aanslagen met vuurwerkbommen vaak op die manier zijn gerekruteerd. Voor handlangers die cocaïne uit containers halen in de haven van Rotterdam geldt vaak dezelfde wervingstactiek. Zij krijgen filmpjes te zien die inhoudelijk en qua taalgebruik passen in hun belevingswereld. Vervolgens leggen de criminelen contact via privéberichten, waarna de opdracht en (financiële) beloning wordt besproken. Het is voor de jongeren daarna vrijwel onmogelijk om nog uit die omgeving te stappen.
De nieuwe Europol-aanpak richt zich onder meer op samenwerking met de verantwoordelijke techbedrijven, zodat werving op de platformen wordt gesignaleerd en voorkomen. De betrokken landen zullen daarnaast meer data met elkaar delen. Ten slotte heeft Europol een ‘waarschuwingsgids’ voor ouders gepubliceerd, waarin staat welke signalen mogelijk duiden op criminele samenzwering van jongeren.
Lees ook
‘Ik heb zo veel vragen’, zegt de moeder van de dertienjarige jongen die werd doodgestoken in Schiedam