Libië stuurt ruim 600 migranten terug naar Niger

Het is de grootste deportatie van Nigerezen vanuit Libië terug naar hun land: afgelopen weekend kwamen 613 Nigerezen aan in Dirkou, een woestijndorp in het noorden het Afrikaanse land. Dat meldt de Britse krant The Guardian op basis van cijfers van hulporganisatie Alarm Phone Sahara (APS).

Vermoedelijk heeft de uitzetting te maken met afspraken die Libië heeft met de Europese Unie om te voorkomen dat migranten vanuit Afrikaanse landen de oversteek over de Middellandse Zee richting Europa maken. Volgens internationale deskundigen is er geen sprake van officieel beleid, maar gaat het om lokale autoriteiten die mensen oppakken en uitzetten. Vergelijkbare uitzettingen van Nigerezen zou al gebeuren sinds de tijd van de Libische dictator Khadaffi in 2011.

De Nigerezen zijn vorige week op een „gevaarlijke en traumatiserende” manier in een vrachtwagenkonvooi door de Sahara gestuurd, zegt een vertegenwoordiger van APS tegen de krant. Volgens APS waren onder de gedeporteerde migranten 63 minderjarigen, vier migranten kwamen in een „zieke toestand” aan in Dirkou.

De deportatie is een gevolg van een reeks arrestaties in Libische steden als Tripoli en Gatrone. De Nigerezen „werden gearresteerd in moskeeën, op straat en op hun werkplekken. Al hun bezittingen, waaronder mobiele telefoons en geld, zijn geconfisqueerd door de Libische autoriteiten”, zegt APS, dat samen met het Rode Kruis en IOM voedselpakketten uitdeelde aan de Nigerezen.

Schending mensenrechten

Het is niet de eerste keer dat Libië migranten de grens over stuurt. In juli gebeurde dat ook. Toen zette het Noord-Afrikaanse land ruim 400 migranten het land uit, zonder daarbij rekening te houden met mensenrechten. Die uitzettingen worden gevoed door afspraken, gemaakt met Europese landen zoals Italië, over het terugdringen van het aantal migranten dat via de Middellandse Zee de Europese Unie binnenkomt. En die landen houden op hun beurt weinig rekening met mensenrechten die met de uitzettingen worden geschonden, zo blijkt uit onderzoek van UN Human Rights in 2022.

In 2023 ontdekte ngo Oxfam Novib dat de EU het hulpbudget voor economische programma’s in Noord- en West-Afrika gebruikt voor het tegenhouden van migranten uit Libië, Tunesië en Niger. Uit het Oxfam-rapport bleek dat de EU betrokken is bij het „kopen van schepen voor de Libische kustwacht en het trainen van douanepersoneel, dat wordt ingezet om migranten op zee te onderscheppen en terug te sturen”.

De Europese Unie probeert via deals met landen buiten Europa de komst van migranten te beperken. Libië kreeg bijvoorbeeld al sinds 2017 60 miljoen euro per jaar voor een betere kustwacht en het terugsturen van bootvluchtelingen. Dit bedrag is in 2023 verhoogd naar 105 miljoen euro. Sinds 2022 tekende of hernieuwde de EU soortgelijke overeenkomsten met onder meer Marokko, Mauritanië, Turkije, Niger, Egypte, Nigeria en Libië.


Lees ook

Aan de buitengrenzen van Europa: minder migranten en dat heeft een schaduwzijde

Een houten boot die door meer dan 120 vluchtelingen is gebruikt om de Middellandse Zee over te steken vanuit Libië.