Alsof er niets aan de hand is, reizen Dani Olmo en Pau Víctor al sinds de jaarwisseling mee met de selectie van FC Barcelona. Ook woensdagavond in het Saoedische Jeddah, bij het treffen tussen Barcelona en Athletic Club uit Bilbao in de halve finale van de Spaanse supercup, zijn de twee zomeraankopen gewoon aanwezig.
Ze zijn fit en hebben hun voetbalspullen bij zich. Het enige probleem: de twee zijn sinds 1 januari niet meer speelgerechtigd. Doordat Barcelona niet zou voldoen aan het in Spanje geldende salarisplafond, schreven de Spaanse voetbalbond RFEF en competitieleiding La Liga Olmo en Víctor uit van deelname aan de tweede seizoenshelft. Dit tot woede van Barcelona, dat nu alles uit de kast haalt om dat besluit ongedaan te maken.
De voetbalsoap wordt door Spaanse media van uur tot uur gevolgd. De meeste aandacht gaat uit naar Dani Olmo. De 26-jarige aanvallende middenvelder met Catalaanse roots doorliep La Masia, de jeugdopleiding van Barcelona, maar verkaste op jonge leeftijd naar het buitenland. Via Dinamo Zagreb en RB Leipzig speelde Olmo zich in het Spaanse nationale elftal, waarmee hij afgelopen zomer Europees kampioen werd.
In augustus werd Olmo voor 55 miljoen euro uit Leipzig teruggehaald naar Catalonië. De transfersom en het bijbehorende salaris – naar verluidt ruim 9 miljoen euro per seizoen – kwam Barcelona-president Joan Laporta meteen op kritiek te staan. In Spanje geldt immers een ‘financial fair play’-systeem met een salarisplafond. Kon Laporta’s club, die al fors in zijn salarishuis moest snijden, zo’n grootverdiener wel volgens de regels vastleggen?
„Nee”, luidde het oordeel van voetbalbond RFEF en La Liga aanvankelijk. Alleen door een langdurige blessure bij Andreas Christensen kreeg Barcelona bij uitzondering toestemming om Olmo en Víctor voor de eerste seizoenshelft in te schrijven. Belangrijke voorwaarde: uiterlijk op 31 december moest zijn aangetoond dat er genoeg geld was om alsnog aan de regels te voldoen.
Geen plan
Dani Olmo ontpopte zich tot vaste waarde in het elftal van de Duitse trainer Hansi Flick, met zes goals en een assist in 15 wedstrijden. Maar terwijl de deadline van Oudejaarsdag naderde, kwam er vanuit Barcelona geen financieel plan waarmee Olmo en Víctor voor de tweede seizoenshelft speelgerechtdigd konden worden. Te elfder ure presenteerde de club een oplossing: het wilde 470 VIP-stoelen in het nieuwe stadion voor een periode van dertig jaar verkopen aan vermogende partijen in de Golfstaten.
Maar omdat Barcelona de verkooppapieren van de VIP-stoelen pas op 3 januari kon aanleveren, waren de bond en La Liga onverbiddelijk: Barcelona voldeed, maar was drie dagen te laat. Olmo en Víctor waren intussen al uitgeschreven. Barcelona verzette zich de afgelopen dagen hevig tegen dit besluit. Zo vroeg de club dinsdag aan de Hoge Sportraad (CSD), een autonoom onderdeel binnen het Spaanse ministerie van Sport, of het de spelers niet tijdelijk mag inschrijven.
De situatie leek kansloos, maar door een onverwachte wending gloort er nu toch hoop voor de Catalanen: het CSD oordeelde woensdagavond dat de twee hangende een uitgebreidere procedure op een voorlopige inschrijving mogen meedoen – al kwam de wedstrijd van woensdag in Jeddah te vroeg.
Van Unicef naar Spotify
De situatie met Olmo en Víctor is exemplarisch voor het financiële beleid onder Barcelona-president Joan Laporta. „Hij is een zeer charmante man. Een optimist, een echte verkoper”, aldus journalist Simon Kuper, die woont en werkt in Barcelona en Laporta sprak voor het boek Het Imperium dat hij over de club schreef. „Hij draagt in alles uit: ‘het komt goed, vertrouw mij, ik regel het’. Maar wat hij niet heeft, is een langetermijnvisie voor zijn plannen.”
Waar Kuper op doelt is het hoge tempo waarmee het ‘merk’ Barcelona in de etalage is gezet door Laporta en zijn voorgangers. In zijn eerste periode als president (2003-2010) bereidde Laporta de conservatieve achterban in Barcelona voor op het ondenkbare: een shirtsponsor. Dat begon nog symbolisch met het Unicef-logo, maar inmiddels prijkt muziekstreamingsplatform Spotify op het blauw-rode shirt. Ook gaat het verbouwde stadion, zodra dat volgend jaar opent, het Spotify Camp Nou heten.
Daarnaast steunt Laporta het omstreden idee om een eigen megacompetitie te beginnen. Met deze Super League zou een handvol Europese topclubs miljarden kunnen opstrijken.
Meermaals nam Laporta de afgelopen jaren een hypotheek op toekomstige successen van de club. Zo telde een Amerikaanse investeerder in 2022 zo’n 665 miljoen euro neer om de komende 25 jaar een kwart van de tv-opbrengsten van Barcelona te verkrijgen.
Toenemende druk
Door beleid waarmee toekomstige winst nu alvast wordt verzilverd, werden de afgelopen jaren topspelers als Robert Lewandowski, Raphinha en Dani Olmo aangetrokken. Maar over twintig jaar, als deze spelers al lang niet meer op het hoogste niveau actief zijn, ondervindt het bestuur van Barcelona nog altijd de gevolgen van Laporta’s besluiten.
De zaak-Olmo is daarbij de druppel voor veel leden van Barcelona, dat als vereniging bestuurd wordt. Hun woede richt zich nu op Laporta. Want waren de waarschuwingen aan het begin van het seizoen niet duidelijk? Waarom heeft de president niet eerder ingegrepen? Meerdere ledencollectieven dreigden deze week met een motie van wantrouwen.
Binnen niet al te lang moet duidelijk worden of Pau Víctor en Dani Olmo het seizoen definitief mogen afmaken. Ook voor de spelers zelf staat er veel op het spel. Als Olmo straks niet mag meespelen, zou hij volgens een clausule in zijn contract transfervrij mogen vertrekken. Dit zou een financiële strop van tientallen miljoenen betekenen voor Barcelona.