Meer dan vierhonderd mensen zijn inmiddels uit het puin gehaald in de Tibetaanse regio Tingri, die dinsdag werd getroffen door een zware aardbeving. Bij de beving kwamen eerder zeker 126 mensen om het leven. Dat melden Chinese autoriteiten woensdag, terwijl de reddingsacties in het hooggelegen Himalayagebied doorgaan.
De kans op het vinden van overlevenden wordt steeds kleiner door de vrieskou in Tibet. Overlevenden die nog vastzitten onder brokstukken lopen risico op onderkoeling in ijskoude temperaturen die kunnen dalen tot 16 graden onder nul. De getroffen regio ligt op gemiddeld 4.200 meter hoogte, en is daardoor erg afgelegen en slecht bereikbaar voor hulptroepen.
Reddingswerkers zijn woensdag begonnen met het uitdelen van hulpgoederen zoals tenten en dekens aan overlevenden van wie huizen onbewoonbaar of onveilig zijn geworden. Hoeveel mensen nog worden vermist is vooralsnog niet bekend. Naar schatting zouden zeker zevenduizend mensen gedupeerd zijn geraakt.
De beving verwoestte meer dan drieduizend huizen en zorgde voor nog veel naschokken. Met een kracht van 6,8 is het een van de krachtigste bevingen van de afgelopen jaren in het gebied, dat vaker getroffen wordt door aardbevingen. Dit keer vond de beving plaats in de buurt van een heilige stad voor Tibetaanse boeddhisten. De getroffen regio ligt niet ver van de Mount Everest, de hoogste berg ter wereld en een toeristische attractie. Het is een autonome Tibetaanse regio in het zuidwesten van China.