Opinie | Nederland maakt me bang opnieuw verjaagd te worden

De afgelopen weken voel ik een vreemde onrust in mijn lijf. Het is een onheilspellend gevoel dat ik herken, maar niet meteen kan plaatsen. Een gejaagdheid die vertrouwd lijkt, maar daarmee nog niet prettig is.

Ik ben geboren in een land dat niet meer bestaat. Het viel uit elkaar toen ik op de basisschool zat. Afgelopen december was het 32 jaar geleden dat ons gezin, na vele omzwervingen en een route die gaat via verschillende concentratiekampen, op uitnodiging van de Nederlandse staat naar Nederland kwam.

Wij vluchtten in 1992 uit een brandend huis. Ons huis, en dat van onze Bosnische islamitische buren, was in brand gestoken terwijl wij in de schuilkelder schuilden voor het zoveelste bombardement. De agressor stak het huis in brand omdat er een wit laken aan hing, waarmee hij ons als Bosnische moslims kon herkennen.

Als 7-jarige werd ik verdreven uit mijn huis, stad en land omdat ik als moslima geboren ben en een islamitische naam draag. En met mij nog 2,2 miljoen Bosnische moslims en Bosnische Kroaten (katholieken). Ongeveer veertigduizend mensen van diezelfde origine hadden minder geluk en werden vermoord en in massagraven opgeruimd.

Dankbaar

In de periode voorafgaand aan deze zuivering werd in Joegoslavië democratisch een regering gekozen die steeds actiever anti-moslimpropaganda verspreidde. Dat ging zover dat wij zelfs volgens sommige buren en bekenden niet langer welkom waren in ons eigen land. Buren met wie wij tot dan toe samen Ramadan, het Offerfeest, Kerst en Pasen hadden gevierd.

In Nederland begon ik na onze vlucht in groep 5, leerde ik de taal, ging ik naar het gymnasium en deed ik eindexamen in dertien vakken. Ik ging studeren en terwijl ik in de verpleeghuiszorg werkte, deed ik twee masteropleidingen en een postmasteropleiding. Ik werk, betaal belasting, ben maatschappelijk betrokken en doe vrijwilligerswerk.

Ik ben enorm dankbaar voor het Nederland van toen. Het land dat mij opnam, de waardevolle mensen die ons op weg hielpen, de kansen die ik kreeg om me te ontplooien. Ik houd van mijn Bosnische roots én van mijn Nederlandse thuis.. Ik houd van mijn vrienden en familie uit alle windstreken: Amira, Ali, Mirjam, Willemijn, Lianne, ome Jan, tante Jannie, Mo, John, Tilly, Rachid, ze zijn me even dierbaar. Bij ons thuis is iedereen welkom die bereid is ons met hetzelfde fatsoen te behandelen als wij hen.

En toch voel ik me de afgelopen weken steeds minder welkom. Ik vraag me af wanneer ik ‘Nederlands’ genoeg ben. Want hoe hard ik ook werk, ik blijf een moslima met migratieachtergrond, mijn kinderen zijn moslims met een migratieachtergrond en hun kinderen waarschijnlijk ook. En dankzij stemmingmakerij en eenzijdige berichtgeving worden mensen zoals ik blijkbaar beschouwd als gevaarlijk en in aanleg antisemitisch. Allebei ben ik niet!

Ook mijn land

Ineens kan ik het unheimliche, onrustige gevoel plaatsen. Ik heb dit eerder gevoeld, het zit in mijn lijf. In het voormalig Joegoslavië van begin jaren 90 klonken geluiden vergelijkbaar met de geluiden nu en hier. Ook daar zei de genuanceerde, gematigde mens: het zal zo’n vaart niet lopen, de soep wordt minder heet gegeten dan hij geserveerd wordt. Niets bleek minder waar. Ik ben al eens verjaagd en ongewenst verklaard vanwege mijn ‘verkeerde’ naam en religieuze achtergrond. Mijn lijf voelt de angst dat dat opnieuw kan gebeuren, ondanks dat mijn ratio zegt: het zal zo’n vaart niet lopen.

De retoriek die vanuit onze kabinetspartijen klinkt, lijkt gevaarlijk veel op de retoriek zoals die begin jaren 90 gevoerd is door de Servische Nationalistische Partij.

Ik ben verdrietig. Ik zet de radio aan en hoor ‘Het lied van Ruth’ van Stef Bos. Het lied waarin hij vanuit het Bijbelse verhaal, in haar taal, de liefde voor zijn Zuid Afrikaanse geliefde bezingt.

Ik voel het weer. Dit is ook mijn land. Dit zijn ook mijn mensen. Dit is ook mijn volk. Dit is mijn thuis. En ik geloof dat in het stille midden vooral mensen zijn zoals ik, die het samen willen doen.

Daarom wil ik het volgende zeggen tegen alle mensen die ons ‘Nederlandse moslims met een migratieachtergrond’ toch een beetje spannend blijven vinden: u bent van harte welkom om bij ons thuis eens aan te schuiven. Hier zullen we u ontvangen als familie en met u delen. En u zult weten en voelen: we zijn veel meer hetzelfde, dan we anders zijn.


Lees ook

De VVD-motie over Nederlanders met een migratie-achtergrond toont nieuwe harde lijn, maar is ook intern omstreden

Tweede Kamerlid  Bente Becker (VVD), die de motie over normen en waarden bij Nederlanders met een migratie-achtergrond indiende, deze week in de Kamer. Foto Bart Maat


Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’