Eerste Kamer keurt minimumloon per uur goed, stijging voor honderdduizenden

Salarisstijging Het minimumloon per uur betekent een salarisverhoging voor honderdduizenden Nederlanders; 5 procent voor wie 38 uur werkt, 10 procent voor een 40-urige werkweek.

Actievoerders voor het minimumuurloon op de Hofplaats in Den Haag.
Actievoerders voor het minimumuurloon op de Hofplaats in Den Haag.

Foto Martijn Beekmana/ANP

De Eerste Kamer stemde dinsdag in met de invoering van het minimumloon per uur. Nu geldt nog een vast minimumloon per maand, waarbij het niet uitmaakt of een werknemer 36 uur per week werkt of 40 uur. Door de nieuwe maatregel, die op 1 januari 2024 ingaat, wordt het uurloon bij een 36-urige werkweek als uitgangspunt genomen, waardoor Nederlanders met een minimumloon die 38 of 40 uur werken er fors op vooruitgaan. Eerder was het wetsvoorstel al door de Tweede Kamer goedgekeurd.

De wet is onderdeel van plannen om mensen met de laagste inkomens meer bestaanszekerheid te bieden. Naar verwachting zullen honderdduizenden mensen ervan profiteren. Wie 38 uur werkt, zal 5 procent meer verdienen, wie 40 uur werkt 10 procent. De invoering leidt volgens de initiatiefnemers, GroenLinks en PvdA, tot een eerlijker en transparanter minimumloon. De hoogte van het minimumloon per uur wordt namelijk voor iedereen gelijk. Volgens de initiatiefnemers kunnen bijvoorbeeld horecamedewerkers, uitzendkrachten, schoonmakers en winkelpersoneel er daardoor volgend jaar tot 200 euro per maand op vooruitgaan.

Nu de wet een feit is hopen de initiatiefnemers in de woorden van PvdA-Kamerlid Barbara Kathmann, „recht te trekken wat krom is”, aldus ANP. Volgens GroenLinks-Kamerlid Senna Maatoug is het minimumloon „de bodem die we met elkaar afspreken voor werk in Nederland”. Met de nieuwe wet bestaat nu „geen enkele onduidelijkheid meer” over wat iemand minimaal per uur hoort te krijgen.