Het Israëlische leger heeft woensdag op meerdere plaatsen in de Gazastrook aanvallen uitgevoerd waarbij Palestijnen zijn gedood. In de afgelopen 24 uur gaat het om zeker 28 gedode inwoners van Gaza. Dat melden internationale persbureaus op basis van het ministerie van Gezondheid in Gaza.
In het zuidelijk gelegen Khan Younis heeft Israël woensdag een aanval op het gebouw van het ministerie van Binnenlandse Zaken uitgevoerd. Daarbij zijn zes Palestijnen gedood. Het door Hamas geleide ministerie bevindt zich in een ‘humanitaire zone’. Het Israëlische leger beweert dat het overheidsgebouw een commandocentrum was van Hamas „om terroristische daden te plannen en uit te voeren”. Deze bewering is voor NRC niet te verifiëren.
Ook heeft een Israëlische aanval in het midden van de Gazastrook acht Palestijnen gedood. Dat meldt persbureau AP. De mannen die zijn gedood hielpen bij het veiligstellen van hulpkonvooien. Dat beweren werknemers van het Al-Aqsa Martyrs ziekenhuis, waar de lichamen zijn binnengebracht.
De woordvoerder van de civiele bescherming van Gaza zegt dat Israëlische troepen „zuiverings- en vernietigingsoperaties uitvoeren in de hele Gazastrook”. Sinds 7 oktober zijn er minstens 45.581 Palestijnen gedood en 108.438 gewond geraakt, zei het ministerie van Volksgezondheid van Hamas in Gaza donderdag.
Liveblog crisis in het midden-oosten
Meerdere aanvallen verspreid over gehele Gazastrook: ’28 Palestijnen gedood in afgelopen 24 uur’
PostNL gaat de meeste brievenbussen vanaf februari eerder dan 17.00 uur al legen om zo kosten te besparen. Dat meldt persbureau ANP. De betaalbaarheid van PostNL komt „steeds verder onder druk” te staan en met de maatregel hoopt de postdienstverlening „miljoenen euro’s” te besparen.
Het overdag legen van brievenbussen zou efficiënter zijn omdat chauffeurs die pakketten bezorgen in de loop van de dag dan al post mee kunnen nemen. „Nu wordt de post in alle brievenbussen opgehaald na 17.00 uur, wat betekent dat duizenden brievenbussen binnen een kort tijdsbestek worden geleegd”, legt directeur Maurice Unck van de Nederlandse postdivisie van PostNL uit aan ANP. „Dit vraagt om veel inzet van busjes, chauffeurs en kilometers, wat kostbaar, inefficiënt en niet duurzaam is.”
75 procent van alle brievenbussen, circa 10.000, moeten vanaf volgende maand overdag geleegd gaan worden. Voor brievenbussen op drukbezochte locaties, zoals stations en winkelcentra, geldt dit niet. Ook bussen waar rouwpost en medische post in kan zullen pas na 17.00 uur geleegd worden.
Verliezen
PostNL kampt met verschillende problemen. Het bedrijf leed vorig jaar fors meer verlies dan in 2023. Over de eerste drie kwartalen van 2024 verloor PostNL 19 miljoen euro; in 2023 stond de teller na negen maanden op een verlies van 4 miljoen euro.
De oplopende verliezen worden volgens PostNL veroorzaakt door het „onhoudbare” bedrijfsmodel voor postbezorging in Nederland. Zo worden er minder brieven verstuurd en zijn de arbeidskosten hoog. Ook heeft het bedrijf moeite om voldoende bezorgers te vinden.
Om het verlies te beperken, wil het bedrijf zijn standaard bezorgtermijn voor brieven en brievenbuspakketten in Nederland oprekken van 24 uur naar twee dagen.
Dit kan niet zomaar, want die termijn is een wettelijke plicht. Een voorstel van minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts (PVV) om de wet aan te passen stuitte op grote weerstand van de Tweede Kamer, waarna de minister het plan introk.
Wat maakt een cartoon controversieel? De vraag kwam deze week weer even op bij het herdenken van de aanslag op de redactie van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo, tien jaar geleden. Of de tekeningen nu smakelijk of smakeloos waren, de vrijheid van het beeld is evident. Dat was tien jaar geleden al zo, en dat is anno 2025 nog steeds het geval. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat alles wat geplaatst kan worden ook móét worden gepubliceerd. Zo was er discussie over een spotprent van oud D66-leider Sigrid Kaag op een bezemsteel of in een kookpotje, en over stigmatiserende cartoons van Marokkanen of Mohammed met een bom op zijn hoofd. Waar het om gaat is dat cartoons er zijn om opmerkingen of stereotypen in een ander licht te plaatsen.
Dat was ook wat een cartoon van Ann Telnaes voor The Washington Post deed. Op haar spotprent gaven miljardairs zakken geld aan Donald Trump, terwijl Mickey Mouse zich aan de voeten van de toekomstige Amerikaanse president wierp, om de man die al meermaals de pers tot vijand van het volk heeft uitgeroepen te vriend te houden. Het was een scherpe en pijnlijke tekening met Mickey Mouse die namens het Disney-concern, moederbedrijf van tv-zender ABC, al een schikking had getroffen met Trump om een rechtszaak wegens smaad af te wenden. En met Jeff Bezos (ook eigenaar van The Washington Post), Sam Altman (OpenAI) en Mark Zuckerberg (Meta) die de nieuwe leider niet in de weg willen zitten. Dat de vierde smekeling de censor moest voorstellen die een steunbetuiging aan en een stemadvies voor Kamala Harris uit respectievelijk The Washington Post en The Los Angeles Times wist te weren, maakt het tegenhouden van de cartoon door de opinieredactie van The Post extra pijnlijk.
Cartoons geven de werkelijkheid niet altijd helemaal precies weer, en dat kan ook niet. Soms klinkt er kritiek wanneer de machtelozen in de maatschappij worden beledigd, maar in het geval van Telnaes waren het de allermachtigsten die belachelijk werden gemaakt. Dat maakt de cartoon niet controversieel, de beslissing de cartoon niet te plaatsen is dat des te meer. De reactie van de opinieredactie van The Washington Post (dat er al een stuk en een column over de rol van miljardairs in het Trump-tijdperk gepubliceerd waren), klinkt als een farce die de zelfcensuur in het toekomstige Trump-tijdperk nu al pijnlijk inzichtelijk maakt.
Het is de plicht van de democratie en daarmee van kranten om spotprenten te beschermen. Politieke spotprenten gaan over macht, en de beste cartoonisten zijn de luizen in de pels die de samenleving nodig heeft. Telnaes’ cartoon waarschuwt niet alleen voor miljardairs die in een goed blaadje willen komen bij Trump, maar ook voor de gevolgen. En dit was daags voordat Mark Zuckerberg de prominente Republikeinse politicus Joel Kaplan als bestuurder van Meta aanstelde en aangaf voortaan net als X af te zien van de factchecks door experts. Zo krijgen berichten met nepnieuws ook op Facebook of Instagram nu meer de kans zich ongebreideld te verspreiden.
Vrijheid van beeld – en van meningsuiting – wordt nu gestuurd door een perverse combinatie van politieke en financiële macht, zien we bij The Washington Post waarvan Jeff Bezos sinds 2013 eigenaar is. In zo’n wereld wordt geld en misbruik van algoritmes bepalend voor wat er wel en niet gezegd en getekend mag worden. Er is geen cartoon voor nodig om te weten dat een verhaal waar miljardairs het medialandschap bepalen slecht afloopt.
De drempel van het nieuwe jaar geeft politieke leiders de unieke gelegenheid om voor hun nationaal gehoor verleden, heden en toekomst te verbinden. Dan brengen ze méér dan een zakelijke terug- en vooruitblik, maar bieden ze een betekenisvolle plek in de historische tijd.
De tijdshorizon die vorige week oprees uit de nieuwjaarsredes vanuit heel Europa is die van een continent in oorlog. Het verleden? Europa’s oude oorlogen. Het heden? Oekraïne, het Midden-Oosten. De toekomst daarentegen is bij alle sprekers, ook Poetin, een pad naar vrede.
Als leider van een natie in oorlog prees president Volodymyr Zelensky de Oekraïners voor de in 2024 betoonde moed en eenheid. Hij beloofde voor 2025 een „rechtvaardige vrede […] bereikt door de sterken”. Hij dankte partners, bondgenoten en vrienden voor hun steun en schetste het perspectief van een „Europees Oekraïne”, dat in de Europese Unie en „op een dag” in de NAVO zal zijn.
Toch overheerst het nu van de oorlog de Oekraïense tijdsbeleving. Zelensky vertelde de anekdote van een oudere Oekraïense heer aan wie Russische soldaten vragen hoe laat het is. Het antwoord van de oude man, geciteerd door de president: „Tijd om uit ons land te vertrekken.”
Vanuit Moskou, in een korte tv-rede luttele minuten voor middernacht, poogde president Vladimir Poetin optimisme uit te stralen: „We zijn er zeker van dat alles goed komt, dat we vooruit zullen gaan.” De Russische president zocht een temporeel anker in de grote overwinning van 1945, noemde 2025 „het jaar van de verdediger van het vaderland” en zei: „Wij zijn de kinderen en kleinkinderen van degenen die het nazisme versloegen.” Oekraïne bleef onvermeld.
De schaduw van de Tweede Wereldoorlog hangt over Europa’s geschiedsbesef, ook buiten Rusland. De groots gevierde 80ste verjaardag van D-day, de geallieerde landing in Normandië, werd gememoreerd door zowel de Britse koning Charles III als Frankrijks president Macron. Zoals de Deense premier Mette Frederiksen zei: „Dit jaar markeert de 80ste verjaardag van de Bevrijding. Europa staat voor grotere uitdagingen dan ooit sinds die vijf vervloekte jaren. En wanneer Europa onder druk staat, dan ook Denemarken.”
Opmerkelijk was de korte tijdsspanne waarin bondskanselier Olaf Scholz zich in zijn rede bewoog: Duitslands heden kwam pregnant binnen, met de schok van de recente aanslag op de kerstmarkt in Maagdenburg – veel woorden van troost voor slachtoffers en nabestaanden, dank aan hulpverleners en het publiek. Qua verleden keek Scholz niet verder terug dan 1989, het jaar van de val van de Berlijnse Muur, terwijl de toekomst er ook bekaaid vanaf kwam: „Hoe het met Duitsland verder gaat, dat beslist u.” Met de Bondsdagverkiezingen op 23 februari voor de deur hoedde de kanselier zich voor toekomstplannen, wellicht om niet van campagnevoeren te worden beschuldigd.
Zulke schroom had de Poolse president Duda, wiens mandaat eveneens komende maanden afloopt, niet. Op nationale zender TVP beschuldigde hij de regering van premier Donald Tusk ervan „chaos” en „tweedracht” te veroorzaken. Tusk van zijn kant benutte de volgende dag het theatergala ter opening van het Poolse EU-voorzitterschap om voor internationaal gehoor te onderstrepen: „Als Europa machteloos is, zal het niet overleven.”
Eenzelfde geluid vertolkte Emmanuel Macron in Parijs. Hoewel het grote binnenlandse nieuws uit zijn rede was dat de president excuses aanbood voor zijn overhaaste ontbinding van het Franse parlement, in juni, had hij ook een boodschap voor de rest van Europa. Zonder de Verenigde Staten te noemen zei Macron dat ons continent „zijn veiligheid en defensie niet langer aan andere machten kan uitbesteden”. Daarom zal Frankrijk doorgaan „in herbewapening te investeren”, terwijl Europa op dat vlak „moet versnellen”.
In al deze speeches noemde geen leider duidelijker dan Zelensky de naam van Donald Trump. De aankomende machtswisseling in Washington is voor Oekraïeners van levensbelang; ze beslist over oorlog of vrede.
Voor andere Europese naties voelt het minder acuut, maar is de inzet niet minder hoog. Het tijdperk van Amerikaanse bescherming – dat met die Normandische landing van 1944 begon en zich na de Berlijnse Mauerfall van 1989 voortzette – loopt wellicht ten einde.
Om te anticiperen op wat komt, moeten de Europese leiders verder vooruitkijken dan één of twee jaar, of de volgende verkiezingen, maar weer leren en handelen in termen van decennia. Op naar 2050.
Luuk van Middelaar is politiek filosoof en historicus.