Wie deze dagen uit de trein stapt op Berlijn Hauptbahnhof wordt verwelkomd door een weinig opbeurende boodschap. ‘SOS’, staat op twee enorme banners aan weerszijden van de overkapping. ‘De Duitse economie is in gevaar.’ De campagne, geïnitieerd door een lobbyvereniging van de staalindustrie, is groots uitgerold en het ‘SOS’ wordt meestal vergezeld door beelden van brandende auto’s en dito fabrieken.
Het mayday-gevoel is dit najaar wijdverbreid in Duitsland. Dat komt voor een deel door de economische onheilstijdingen die de afgelopen maanden het nieuws beheersten: de derde economie ter wereld krimpt voor het tweede jaar op rij, in de drie belangrijkste industrieën (auto’s, chemie en staal) is het crisis en worden iedere paar dagen nieuwe ontslagrondes aangekondigd, en het door Donald Trump aangekondigde protectionisme noopt economen ertoe te waarschuwen voor de „moeilijkste periode” in de naoorlogse Duitse economie.
Maar ook andere crises baren Duitse burgers zorgen. Tweederde is bezorgd over de oorlog in Oekraïne en over de mogelijkheid dat die oorlog zich verder westwaarts verplaatst. Zestig procent vreest dat ook een nieuwe regering, die in het voorjaar eerst gekozen en vervolgens gevormd moet worden, instabiel is – het vertrouwen in de geklapte regering van Olaf Scholz (SPD) daalde de afgelopen maanden tot een dieptepunt.
Dat alles leidt er volgens verschillende studies toe dat in Duitsland de angst voor sociale en materiële neergang toeneemt. De socioloog Andreas Reckwitz – wiens boeken op de nachtkastjes van iedere zichzelf respecterende politicus liggen, aldus weekblad Die Zeit – publiceerde onlangs een boek getiteld Verlust (‘verlies’). Volgens Reckwitz behelsde de moderniteit de belofte dat alles gestaag steeds beter zou worden, met misschien een tijdelijke terugval hier en daar. De klimaatcrisis, de pandemie, de oorlog en de vergrijzing in Europa zijn maar een paar factoren die die belofte van vooruitgang breken en de 21e-eeuwse burger gedesillusioneerd achterlaten.
Verliesondernemerschap
Met een verkiezingsjaar voor de boeg is het de vraag hoe politici omspringen met dat gevoel van verlies, of tenminste de angst ervoor. Volgens Reckwitz en veel collega-sociologen spinnen met name populistische partijen garen bij angsten over de toekomst. Populisme is volgens Reckwitz „politiek verliesondernemerschap”. Maar ook andere partijen laten hun oren hangen naar de pessimistische stemming.
Lijsttrekker Alice Weidel van de radicaal-rechtse Alternative für Deutschland (AfD) zette half december in de Bondsdag de toon voor de AfD-campagne. De toestand in Duitsland schetste Weidel als volgt: „De auto-industrie in een vrije val, […] de chemische industrie op de vlucht voor exploderende energiekosten. De stroomvoorziening is geruïneerd, [we struikelen] van dunkelflaute naar dunkelflaute, steeds op de drempel van een blackout. Het land wordt overlopen door veeleisende migranten, die verachten wat ze aantreffen. De binnenlandse veiligheid stort in.”
Betoging bij Volkswagen in Wolfsburg, begin december. Bij de drie belangrijkste industrieën van Duitsland – auto’s, chemie en staal – is het crisis.
Foto’s: Foto Martin Meissner / EPA
Enkele dagen later doodde een aanslagpleger vijf mensen op een kerstmarkt in Maagdenburg. Met hoeveel succes de AfD de aanslag voor haar campagne zal weten te gebruiken is onduidelijk: anders dan bij de aanslag op de Breitscheidplatz in Berlijn in 2016, waarbij dertien mensen om het leven kwamen, was de dader geen islamist, maar een uitgesproken islam-criticus en AfD-aanhanger afkomstig uit Saoedi-Arabië.
„De AfD gebruikt de zorgen van mensen over mogelijk statusverlies. En het maakt niet uit of ze zeggen, uw werk zal door een migrant worden overgenomen, of uw kinderen zullen opgroeien in een kaal landschap vol met windmolens. Het gaat er om die neergangsangst van mensen te activeren”, zegt politicologe Julia Reuschenbach van de Freie Universität Berlin.
Voor de angsten die politici zoals Weidel nu onder hun electoraat aanwakkeren bestaat een goede voedingsbodem, volgens Reuschenbach. „Duitsers staan er wereldwijd niet om bekend dat we zo moedig en vrolijk en optimistisch door het leven gaan. We zijn naar verluidt de ingenieurs en de uitvinders en de machers, maar we zijn ook vaak angstig en weifelachtig.”
Lees ook
Duits topeconoom: ‘De relatie tussen politiek en economie in Duitsland is ongezond
Reuschenbach verwijst naar de ‘German Angst’, een angstigheid die volgens onderzoekers de kop opstak na 1945 en die inmiddels als een soort onderdeel van de volksaard wordt gezien. „De jaren vijftig worden nu vaak gezien als een vredige periode van opbouw”, zegt veiligheidsdeskundige Florence Gaub, die onlangs in Der Spiegel een essay publiceerde over het Duitse pessimisme. „Maar in de jaren na WOII was er in Duitsland ook een enorme angst voor vergelding, zowel van de geallieerden als ook van binnenuit, door communisten of Joden. En die angst geeft Duitsers absurd genoeg een gevoel van veiligheid. Want als je voor alles bang bent, dan ben je theoretisch natuurlijk op alles voorbereid.”
Veiligheid en controle
De populariteit van Angela Merkel, zestien jaar lang aan de macht, is voor een deel te verklaren door het gevoel van veiligheid en controle dat Merkel in vrijwel iedere situatie wist over te brengen. Niet alleen over een groot aantal aankomende vluchtelingen in 2015 zei Merkel ‘Wir schaffen das’, het was haar onderliggende boodschap in veel andere crises. Anders dan in 2015 was het meestal alleen geen appèl aan de burgers, maar bezwoer ze hen rustig verder te gaan met hun leven terwijl de regering in Berlijn ervoor zou zorgen dat alles op zijn pootjes terecht zou komen.
Het vertrouwen in het functioneren van de democratische instituties is in de afgelopen vier jaar gedaald. Dat is een trend die terug te zien is in veel westerse democratieën. Toch is de regering-Scholz daar in Duitsland zelf ook debet aan, volgens politicologe Reuschenbach. „Het grootste probleem is dat de regering naar buiten toe niet betrouwbaar was. Als er na wekenlange onderhandelingen een compromis was gevonden, werd zo’n compromis steeds weer binnen de kortste keren door een van de coalitiepartijen in twijfel werd getrokken. Daardoor hadden mensen het gevoel: van wat deze ministers vertellen kan ik niet op aan.”
Om vertrouwen terug te winnen – in de regering en in de toekomst – zouden politici duidelijk hun visie voor de komende jaren moeten schetsen, benadrukken zowel Reuschenbach als Gaub, en niet moeten blijven hangen in onderlinge strubbelingen. Maar met minder dan twee maanden te gaan voor de verkiezingen op 23 februari hebben de partijen nog niet de draai naar voren gemaakt, volgens Gaub.
„Ik ben ontzet. De verkiezingsprogramma’s die ik tot nu toe van de partijen heb gezien, lijken meer op to-do-lijsten dan dat ze blijk geven van politieke visie”, zegt Gaub, die hoofd onderzoek is van de NAVO-academie in Rome. „Het is allemaal zeer naar binnen gericht. Het is eigenlijk een soort uitstelgedrag: grote problemen en thema’s worden uit de weg gegaan door het aankaarten van veel kleine problemen. Ik vind het dramatisch, want het is zo’n beslissende tijd – geopolitiek, economisch, maatschappelijk – en er is geen tijd om de problemen uit de weg te gaan.”
Iets soortgelijks speelt in de industrie, volgens de voorzitter van de overkoepelende vakbondsorganisatie DGB, Yasmin Fahimi. Ook in de industrie ontbreekt het veel bedrijven aan een helder toekomstplan, en kiezen ze daarom de makkelijke weg van bezuinigingen. „Natuurlijk worden veel bedrijven getroffen door de structurele problemen van de Duitse economie”, zegt Fahimi. „Maar daarnaast zijn er ook bedrijven die van de crisis en de bijzonder negatieve stemming in Duitsland gebruikmaken. Er zijn veel bedrijven die aankondigen banen te schrappen of fabrieken te sluiten terwijl de economische toestand van het bedrijf dat niet vereist. De onzekerheid is groot: niemand weet waar het heengaat, niet in Europa, niet in de VS, niet in Latijns-Amerika, laat staan Afrika. En zo kun je het jezelf makkelijk te maken: ‘we minimaliseren het risico, en sluiten fabrieken, en bekijken daarna welke koers we gaan varen en waar we investeren’.”
Vergrijzend land
Ook de verkiezingsprogramma’s van de grote partijen lijken tot nu toe op safe te spelen en presenteren geen grote hervormingen. De christen-democraten onder leiding van Friedrich Merz, bijvoorbeeld, willen volgens het programma, anders dan voorheen verkondigd, niets grondig veranderen aan het pensioenstelsel en de pensioenleeftijd niet verhogen. Voor de SPD geldt hetzelfde, hoewel economen er al jaren op wijzen dat het huidige stelsel in een vergrijzend land niet houdbaar is.
Lees ook
Het Duitse businessmodel is in groot gevaar, de problemen zijn talrijk
Wat betreft de Duitse hulp aan Oekraïne vermijdt de CDU/CSU ook heldere toezeggingen: waar Merz eerst de langeafstandsraket Taurus onder bepaalde voorwaarden wilde leveren, rept het programma daar niet over. Dat heeft ook te maken met een schijnbaar effectieve aanvalstactiek van concurrent Scholz, die in zijn campagne Merz het verwijt maakt dat hij de Duitse veiligheid op het spel zet met zijn plan voor de Taurusleveranties. Daarop lijkt Merz te zijn teruggekrabbeld. Historicus Timothy Garton Ash noemde de manier waarop Scholz de „angst voor een atoomoorlog exploiteert voor electoraal gewin” in een stuk in The Guardian onlangs „schaamteloos”.
Duitsland is onder kanselier Olaf Scholz de belangrijkste steunpilaar van Oekraïne na de VS, maar tegelijkertijd is Duitsland een stuk terughoudender dan Europese partners als Polen en Frankrijk in het doen van toezeggingen aan Oekraïne. De angst voor oorlog is in Duitsland groot, en daar wil Scholz (die zichzelf in de Europese Verkiezingen als ‘vredeskanselier’ ensceneerde) graag gehoor aan geven. De nieuwe, links-populistische partij Bündnis Sahra Wagenknecht (BSW) en ook de AfD doen daar nog een flinke schep bovenop en doen alsof SPD en CDU Duitsland in een kernoorlog zullen manoeuvreren.
Florence Gaub: „Ik denk dat de sterke Duitse economie ook altijd een gevoel van zelfredzaamheid gaf dat de zorgen over de toekomst enigszins in bedwang hield. Maar op dit moment ontbreekt het veel Duitsers juist aan het gevoel dat er genoeg kennis en kunde is om de economische situatie ten goede te keren. Dat maakt de onzekerheid in alle opzichten groter, en daarmee ook de mogelijkheden voor populisten om daar in de komende verkiezingen munt uit te slaan.”
Zelensky in gesprek met CDU-leider Merz, op 9 december in Kyiv. Net als de SPD doet ook de CDU geen heldere toezeggingen over steun aan Oekraïne.
Foto’s: Presidential Press Service / EPA, Genya SAVILOV / AFP