N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Toekomst eurozone De Tweede Kamer hoorde experts over de euro. Oud-minister Hoogervorst meent dat euro-uittreding geen taboe mag zijn.
Terug van nooit weggeweest: gemor in Nederland over de euro. Terwijl amper iemand in Europa het nu heeft over de eenheidsmunt – er is oorlog in Europa, er is een energiecrisis, maar er is géén eurocrisis – liet de Tweede Kamer maandag een hele waslijst met experts aan het woord over de toekomst van de euro.
De eurozone kreeg er op 1 januari een twintigste lid bij: Kroatië. Maar niet helemaal uitgesloten is dat de muntunie op termijn ook weer een land verliest, namelijk Nederland, zo viel te horen in de zaal in Den Haag.
Aanleiding voor de bijeenkomst vormde een opinieartikel van oud-minister van Financiën Hans Hoogervorst (VVD), vorig jaar februari in weekblad EW. Hoogervorst schreef dat de Nederlandse politiek er niet aan zal kunnen „ontsnappen” om „de mogelijkheid tot uittreding uit de eurozone als allerlaatste middel onder ogen te zien”. Dit omdat de „torenhoge” staatsschulden van Zuid-Europese landen als Italië inmiddels „onhoudbaar” zouden zijn. Begrotingsdiscipline in deze landen wordt niet gerespecteerd, terwijl ze miljardenbetalingen uit onder meer het EU-coronaherstelfonds ontvangen, schreef Hoogervorst. Intussen zou de Europese Centrale Bank – die de voorbije jaren veel staatsschulden opkocht – de druk op Zuid-Europese landen hebben weggenomen om te hervormen – wat tot hoge inflatie zou hebben geleid. Als hervormen van de eurozone niet lukt, mag euro-exit geen taboe zijn, aldus de VVD’er.
Kamerlid Pieter Omtzigt – al langer kritisch over het functioneren van de euro – nam samen met Laurens Dassen (Volt) – fervent voorstander van de euro – het initiatief tot het rondetafelgesprek. In maart wil de Tweede Kamer over het thema debatteren.
Hoogervorst, die digitaal deelnam aan de bijeenkomst, benadrukte nog eens dat hervorming van de muntunie zijn voorkeur verdient. Maar als hij nú minister was, zou hij zijn ambtenaren wel „scenario’s in kaart laten brengen voor als Nederland de euro zelfstandig zou verlaten: wat zouden we moeten doen en wat kost dat allemaal?” Hij denkt zelf dat de economische prijs „wel mee zou kunnen vallen”. Er zullen „transitiekosten” zijn naar herinvoering van de gulden „waar niemand op zit te wachten”. Maar baten zouden er ook zijn, zei hij: de gulden zal in koers stijgen ten opzichte van de euro, omdat de Nederlandse economie sterker is dan het gemiddelde van de eurozone. Dat is ook „welvaartswinst”, meent hij. Import uit de eurozone wordt dan goedkoper.
Het leidde tot verbazing van Kamerlid Henk Nijboer (PvdA), die stelde dat Hoogervorst „zomaar even een balletje opgooit om uit de euro te stappen”. Hij vroeg CPB-directeur Pieter Hasekamp naar diens opvatting over de prijs van euro-uittreding. Daar heeft het CPB geen onderzoek naar gedaan, antwoordde Hasekamp, maar hij wilde er wel wat over zeggen. Vooral is de vraag van belang of Nederland bij euro-uittreding wel in de EU, met haar interne markt, kan blijven. Juridisch is dit waarschijnlijk zeer lastig, zo niet onmogelijk. Zou Nederland tegelijk uit de interne markt moeten, dan zou Nederland als exportland jaarlijks 30 miljard euro mislopen, zei hij.
Oud-minister Dijsselbloem wees op het geopolitieke belang van de euro
Een exit uit de euro alleen zal de Nederlandse export eveneens schaden, zei Hasekamp: een heringevoerde gulden zou in waarde stijgen ten opzichte van de euro, zei hij net als Hoogervorst. Dat betekent: een slechtere concurrentiepositie voor Nederlandse exportbedrijven, en een „massieve afwaardering” van Nederlandse beleggingen in euro’s (gemeten in de nieuwe, sterkere gulden). „Niet per se goed nieuws voor pensioenfondsen”, aldus Hasekamp.
Investeringen in euro’s
Wim Boonstra, econoom bij Rabobank en aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, wilde het wel wat scherper zeggen: mensen die zeggen dat je relatief kosteloos uit de euro kunt stappen, „praten ver buiten hun kennisdomein”. Hij schat dat de schade voor Nederlandse pensioenfondsen en andere investeerders in euro’s „eerder bij 100 procent van het Nederlandse bbp komt dan bij 50 procent”. Het Nederlandse bbp bedraagt zo’n 850 miljard euro.
Andere sprekers, zoals oud-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) en de Tilburgse hoogleraar Harald Benink wezen op het grote geopolitieke belang van de euro. De Verenigde Staten, zo klonk het enkele keren, worden steeds assertiever in het uitoefenen van hun economische macht via de dollar en ook de Chinezen zetten hun renminbi politiek in. Dijsselbloem: „Als Europa zich daaraan wil onttrekken, zal het de euro moeten versterken.”
Onbehagen over de euro leeft in de Tweede Kamer tamelijk breed. PVV en FVD willen een ‘Nexit’ uit de hele EU (inclusief de euro), de SP wil „alternatieven voor de euro onderzoeken”, JA21 wil een „een referendum over de houdbaarheid en toekomst van de euro”, BBB heeft „een voorkeur voor een Noordelijke euro”.
Lees ook dit opinieartikel: We moeten het over de euro hebben