Belletjes, klokken en kruidige akkoorden: kerstmuziek zoekt naar instant nostalgie

In 2016 ging de hashtag #chordgate viral op Twitter. In een video van de Amerikaanse nieuwssite Vox werd beweerd dat er in Mariah Carey’s kersthit ‘All I Want For Christmas Is You’ een ‘geheim akkoord’ zit, waardoor het nummer zo kerstig klinkt.

Al snel werd die stelling onderwerp van spot onder componisten en muziektheoretici. Het jazzy akkoord in kwestie – voor de doe-het-zelvers: Dm7b5, dus een halfverminderd septiemakkoord op D – bleek namelijk helemaal niet zo bijzonder: het duikt vaak genoeg op in muziek waarin de kerstsfeer ver te zoeken is, zoals Richard Rodgers’ ‘My Funny Valentine’, maar ook Justin Timberlakes ‘Cry Me a River’.

En toch zit er een kern van waarheid in de stelling van Vox, al moet je er met een omweg naartoe denken.

Beeld Simon Ruis

Hoe zit het dan met dat kerst-akkoord?

Een grote factor in waarom we een bepaalde sound ervaren als ‘typisch voor kerst’ is dat het christmassy by association is. We krijgen een kerstgevoel bij bepaalde muziek, omdat we er alleen in december naar luisteren. Met Kerst luisteren opeens veel meer mensen naar Bing Crosby dan in de rest van het jaar. Naar ‘White Christmas’ bijvoorbeeld. De Amerikaanse songwriter Irving Berlin schreef het in 1942 voor de musicalfilm Holiday Inn. Van veel van deze Tin Pan Alley-stijl songs voor film of theater hebben alleen de kerstnummers zich in het collectieve geheugen genesteld. Ze worden iedere december op de radio gedraaid en zitten nog steeds in onze playlists. Ook al heeft de weelderig jazzy stijl van hun nummers niet inherent met Kerst te maken, je gaat die sound vanzelf associëren met dennenbomen, rendieren en verlichte winkelstraten. In 1994 mengde Mariah Carey wat van die retro harmonieën door ‘All I Want For Christmas Is You’. Het resultaat: instant nostalgie als onmisbaar ingrediënt voor het kerstgevoel.

Muziek die niets met kerst te maken heeft, kan ook kerstmuziek worden door het zo in de markt te zetten. Dat gebeurde bijvoorbeeld met het Oekraïense volksliedje ‘Shchedryk’, dat over de komst van de lente gaat. Zet er een Engelse kerstige tekst op over zoete zilveren belletjes en je hebt een wereldhit: ‘Carol of the Bells’.

Sowieso staan belletjes gelijk aan kerst, toch?

Inmiddels wel. Sleebelletjes zijn het opvallendste signaal van kerstmuziek: Spotify’s playlist ‘Christmas Hits’ loopt ervan over. Maar hoe verder je teruggaat in de tijd, hoe minder belletjes je in kerstnummers tegenkomt. In de vroegst bewaarde opname van ‘Jingle Bells’, uit 1898 door het Edison Male Quartette, zitten ze wel. Maar dat was oorspronkelijk geen kerstlied. Het gaat over een sleerit ergens in het Noord-Oosten van de VS. Laten de Amerikanen nu ook een bebaarde man in een rood pak kennen die in een slee rijdt: één en één is twee. Na de cover door Bing Crosby en de Andrews Sisters in 1943 was ‘Jingle Bells’ niet meer weg te denken uit de kerstcanon.

Leroy Andersons orkeststuk Sleigh Ride uit 1948, ook al niet voor kerst, zit ook boordevol belletjes. De vocale versie door The Ronettes uit 1963 groeide uit tot een decemberklassieker. Door de jaren heen zijn steeds meer kerstnummers belletjes gaan gebruiken en zo werd het vanzelf een herkenningsteken van kerstmuziek. Als je nu een track als kerstnummer in de markt wilt zetten, is er geen duidelijker manier om dat te doen dan met belletjes.

Maar belletjes betekent niet automatisch Kerst. Ze klinken ook in Mahlers Vierde symfonie en Snoop Doggs ‘Gin and Juice’, om maar wat te noemen, maar die muziek heeft niets met Kerst te maken.

Wat voor ingrediënten heb je verder nodig voor een kerstnummer?

In de gemiddelde kersthit gaan de sleebelletjes hand in hand met het ijspegelgetinkel van een glockenspiel of celesta, en bar chimes voor een extra dosis glinsterende magie. Wil je het iets grootser aanpakken, dan haal je de buisklokken erbij, voor die kenmerkende kerkklok-vanuit-de-verte-vibe. Dit alles is als een kruidenmix die je naar hartelust over je nummer kan uitstrooien. Een mespuntje, zoals in Laufey’s ‘Winter Wonderland’, of lekker veel zoals bij ‘Santa, Can’t You Hear Me?’ van Ariana Grande en Kelly Clarkson.

Als je al dit slagwerk wat over the top vindt, kun je de kerkklokken altijd nog nabootsen met een dalend loopje of ‘deurbel’-motief in bijvoorbeeld de piano, zoals bij ‘Please Come Home for Christmas’ van The Eagles. En ben je op zoek naar een klank die je als een wollen dekentje om je heen kan slaan, dan zit je goed met hoorns en trombones. Bonus: ze blinken ook nog als kerstballen. Een (kinder)koortje kan de refreinen extra nostalgisch doen klinken door op de achtergrond gezellig mee te oe-waa’en. Om het helemaal af te maken: kokosnoten voor het geluid van hoeven. Maar dat wordt al snel gimmicky. Gebruik het alleen in een lied over Rudolf.

Welke kerstliedjes zongen mensen vroeger?

Voordat de komst van opname- en afspeeltechnologie ervoor zorgde dat de hele wereld Mariah, Wham! en Brenda Lee mee kon zingen, waren er volksliedjes en religieuze liederen die duizenden kilometers konden overbruggen. Zo was de anonieme hymne ‘Resonet in laudibus’ (‘Laat hij lof zingen’) in de late Middeleeuwen in grote delen van Europa bekend. Hetzelfde geldt voor ‘Verbum caro factum est’ (‘Het Woord is vleesgeworden’). Liep je in het veertiende-eeuwse ‘Duitsland’ over straat, dan hoorde je misschien wel iemand ‘In dulci jubilo’ (‘In zoete vreugde’) neuriën. Twee eeuwen later in Frankrijk: het vrolijke ‘Tous les bourgeois de Châtres’ (‘Alle burgers van Châtres’).

In het middeleeuwse Nederlandse lied ‘Het viel een hemelsch douwe’ hoor je het kerstverhaal niet in de geromantiseerde versie die we nu gewend zijn. Het begint met een hoogzwangere Maria en een Jozef die op het punt staat om ervandoor te gaan – hij is immers de vader niet. Nadat een engel Jozef heeft toegesproken togen de twee alsnog samen naar Bethlehem. Eind goed, al goed.