Net als bij andere inzamelingsacties is er iets vreemds aan de hand met Serious Request. Dit jaarlijkse kerstprogramma van radiozender 3FM ging dinsdagavond van start, op televisie ingeluid met een gelegenheidstalkshow met Amber Kortzorg. De opzet: drie radio-dj’s sluiten zich een week op in een Glazen Huis op een plein en maken van daaruit een permanente radioshow om geld in te zamelen voor een goed doel. Zonder eten, weinig slaap.
Vreemd eraan is de uitgelaten feestelijke stemming die scherp contrasteert met het doel. Zeker in dit geval, want in de studio zaten allemaal ouders van kinderen met een ongeneeslijke metabole ziekte. Door een genetische fout in hun stofwisseling takelen de kinderen snel af en sterven doorgaans jong. Zo’n tienduizend gezinnen kampen hier mee. Boegbeeld van de actie is de vierjarige Jelte, die vermoedelijk geen zes jaar zal worden. Geen reden tot feest. Toch zaten aan tafel twee mensen te stralen: de hoogleraar die zoekt naar een remedie en de directeur van Metakids naar wie het ingezamelde geld gaat.
Hetzelfde contrast zit in de documentaire Voor de volgende Jelte die donderdagavond wordt uitgezonden. De film, waarin het goede doel van Serious Request wordt uitgelegd, is gemaakt door Suzan Hilhorst, die zelf twee kinderen aan een metabole ziekte verloor.
Zij volgt drie sporen: dat van het gezin van Jelte, dat geheel in het teken staat van de zorg voor het doodzieke kind. Omdat Jelte maar zo kort leeft, vieren zijn ouders iedere maand zijn verjaardag. Verder zie je ze alvast de begrafenis regelen van het jongetje. Ook zie je beelden van een jaar geleden toen Jelte nog een levendige peuter was die leerde praten en lopen. Moeilijk om zijn achteruitgang te zien, zo onnatuurlijk voor een opgroeiend kind.
In het rijtje bekende ziektes
De andere twee verhalen zijn juist opgewekt. Jan-Matthijs van Eendenburg, directeur van Metakids, is een energieke marketingman die druk doende is om zijn stichting in de markt te zetten. Geld aandacht en erkenning voor metabole ziektes is zijn missie. Zijn hoofddoel in de documentaire is om het goede doel van Serious Request te worden. Iedereen juicht en omhelst elkaar als dat lukt. Van Eendenburg praat in ondernemerstaal: „Als ik onrecht voel dan komt er een energie in mij los en denk ik van: dit gaan we fixen!” En: We hebben handjes in het land nodig.”
In de derde verhaallijn, die van hoogleraar Fuchs, zit eenzelfde opgeruimd gevoel. Haar onderzoeksteam groeit, ze wordt onthaald op congressen, de vooruitzichten op het vinden van een remedie binnen tien jaar zijn hoopvol. Ze wil graag dat metabole ziektes terechtkomen in het rijtje bekende ziektes, naast kanker en hartaandoeningen. Metabole ziektes in de top-3! Kom op Nederland, wir schaffen das!
Vooralsnog is Jeltes ziekte ongeneeslijk en gaat hij overlijden. Hoeveel geld Serious Request ook ophaalt. En dat is wrang. Maar ik snap het wel, je hebt die daadkrachtige sfeer van hoop en ‘gaat lukken’ nodig om iets ten goede te keren. En het geeft de gevers een goed gevoel voor Kerstmis. Of zoals Van Eendenburg zegt: „Ik ga zo lekker op hoop.”
Net als bij andere inzamelingsacties is er iets vreemds aan de hand met Serious Request. Dit jaarlijkse kerstprogramma van radiozender 3FM ging dinsdagavond van start, op televisie ingeluid met een gelegenheidstalkshow met Amber Kortzorg. De opzet: drie radio-dj’s sluiten zich een week op in een Glazen Huis op een plein en maken van daaruit een permanente radioshow om geld in te zamelen voor een goed doel. Zonder eten, weinig slaap.
Vreemd eraan is de uitgelaten feestelijke stemming die scherp contrasteert met het doel. Zeker in dit geval, want in de studio zaten allemaal ouders van kinderen met een ongeneeslijke metabole ziekte. Door een genetische fout in hun stofwisseling takelen de kinderen snel af en sterven doorgaans jong. Zo’n tienduizend gezinnen kampen hier mee. Boegbeeld van de actie is de vierjarige Jelte, die vermoedelijk geen zes jaar zal worden. Geen reden tot feest. Toch zaten aan tafel twee mensen te stralen: de hoogleraar die zoekt naar een remedie en de directeur van Metakids naar wie het ingezamelde geld gaat.
Hetzelfde contrast zit in de documentaire Voor de volgende Jelte die donderdagavond wordt uitgezonden. De film, waarin het goede doel van Serious Request wordt uitgelegd, is gemaakt door Suzan Hilhorst, die zelf twee kinderen aan een metabole ziekte verloor.
Zij volgt drie sporen: dat van het gezin van Jelte, dat geheel in het teken staat van de zorg voor het doodzieke kind. Omdat Jelte maar zo kort leeft, vieren zijn ouders iedere maand zijn verjaardag. Verder zie je ze alvast de begrafenis regelen van het jongetje. Ook zie je beelden van een jaar geleden toen Jelte nog een levendige peuter was die leerde praten en lopen. Moeilijk om zijn achteruitgang te zien, zo onnatuurlijk voor een opgroeiend kind.
In het rijtje bekende ziektes
De andere twee verhalen zijn juist opgewekt. Jan-Matthijs van Eendenburg, directeur van Metakids, is een energieke marketingman die druk doende is om zijn stichting in de markt te zetten. Geld aandacht en erkenning voor metabole ziektes is zijn missie. Zijn hoofddoel in de documentaire is om het goede doel van Serious Request te worden. Iedereen juicht en omhelst elkaar als dat lukt. Van Eendenburg praat in ondernemerstaal: „Als ik onrecht voel dan komt er een energie in mij los en denk ik van: dit gaan we fixen!” En: We hebben handjes in het land nodig.”
In de derde verhaallijn, die van hoogleraar Fuchs, zit eenzelfde opgeruimd gevoel. Haar onderzoeksteam groeit, ze wordt onthaald op congressen, de vooruitzichten op het vinden van een remedie binnen tien jaar zijn hoopvol. Ze wil graag dat metabole ziektes terechtkomen in het rijtje bekende ziektes, naast kanker en hartaandoeningen. Metabole ziektes in de top-3! Kom op Nederland, wir schaffen das!
Vooralsnog is Jeltes ziekte ongeneeslijk en gaat hij overlijden. Hoeveel geld Serious Request ook ophaalt. En dat is wrang. Maar ik snap het wel, je hebt die daadkrachtige sfeer van hoop en ‘gaat lukken’ nodig om iets ten goede te keren. En het geeft de gevers een goed gevoel voor Kerstmis. Of zoals Van Eendenburg zegt: „Ik ga zo lekker op hoop.”
Ja, oorlog. Dus de man die als premier jarenlang het ‘gave landje’ bezong waar alles kon, wil dat nu een oorlogshouding aanpraten? Veel succes. Een gaaf land waar urgentie over wat enkele uren oostwaarts gebeurt diep lijkt weggezakt en waar oorlog vaak wordt versmald tot een historisch enkelvoud (‘de’ oorlog, die waarin we allemaal goed grijs waren, of slachtoffer). Waar traditionele neutraliteitsverslaving – met behoud van moralisme – is overdekt door allengs decadentere welvaart. Geniet ervan!
Maar waarvan? Aan de overkant, in het land dat hier cultureel graag wordt gekopieerd en politiek verketterd, in de Verenigde Staten van Amerika dus, gonst het intussen van een heel andere strijd, een klassieke klassenoorlog. De moord op de topman van een verzekeringsbedrijf, op straat in New York, heeft er een golf van sociale wraakzucht aangeblazen. Met de dader, de 26-jarige Luigi Mangione, wordt online gedweept als een social bandit van popster-allure, een strijder tegen onrecht.
Zou het? De ironie is dat de sociale rollen in die zaak juist omgekeerd lijken. De 50-jarige geliquideerde verzekeringsman was een noeste sociale stijger, afkomstig uit een arbeidersgezin (zijn vader werkte in een graansilo), zijn weduwe is fysiotherapeut. De hardvochtige praktijken van Amerikaans verzekeraars, ook die van hem, zijn berucht, maar tegelijk geeft een meerderheid van de Amerikanen aan ‘redelijk tevreden’ te zijn met hun dekking.
Dan Luigi. De man die als een vigilante in het Wilde Westen het recht in eigen handen nam is een telg uit een steenrijke ondernemersfamilie uit Baltimore. Hij ging naar elite-scholen, werkte in de tech-industrie, woonde in Hawaii en reisde met rugzak door Japan. Zijn motief: een potpourri van ziektepijn, zelfbeklag en eclectische maatschappijkritiek. Hij noch zijn moeder – voor wie hij zei op te komen – was verzekerd bij het bedrijf van het beoogde slachtoffer.
Het is een bekend verschijnsel: geprivilegieerde kinderen die zich, al dan niet na een bekeringsmoment, omscholen tot revolutionair („begaafde families degenereren vaak tot maniakken”, aldus Aristoteles in zijn Retorica). Maar Mangione’s wraakzucht mag dan doen denken aan de RAF die bankiers op de korrel nam, hij lijkt toch meer op de man die het huis van Nancy Pelosi binnensloop en haar man met een hamer de hersens insloeg. Vergelding voor ervaren onrecht.
Zijn eigenrichting past, kortom, goed in de ruigere, Hobbesiaanse wereld van ‘ieder voor zich’ en ‘allen tegen vreemdelingen’ die met de nieuwe termijn van Trump is aangebroken.
Past Nederland daar ook in? Het ‘ieder voor zich’ hebben we na een halve eeuw zelfontplooiing goed onder de knie. ‘Met zijn allen tegen vreemden’ ligt ook aardig op stoom, helaas. Een morele gids om je weg te vinden in een ruigere buitenwereld is dat niet. Integendeel. Die wereld is niet te genieten.
Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een column.
januariSubsidieer je het Concertgebouw of het bloemencorso?
Bij de verkiezingen is de PVV met 37 zetels veruit de grootste geworden. Als ze optrekken met VVD (24), NSC (20) en BBB (7) ontstaat een ruime meerderheid in de Tweede Kamer. Wat betekent dat voor de cultuursubsidies? Met die zorg in het achterhoofd leggen culturele instellingen net nu ook de laatste hand aan hun aanvragen voor de meerjarige rijkssubsidie voor de periode 2025-2028.
Tijdens Schönbergs Gurre-Lieder door het Concertgebouworkest onder leiding van Riccardo Chailly – meer dan driehonderd musici op het podium – schiet de uitspraak (2018) van VVD-kamerlid Thierry Aartsen door mijn hoofd. Waarom krijgt het Concertgebouworkest miljoenen subsidie en volkscultuur als het bloemencorso niks? Dikke kans dat die discussie weer oplaait. „Wij gaan naar het graf als een glimlach die wegsterft in een zalige kus!”, bulder-zingt Koning Waldemar. Mijn vader (83) kijkt gelukzalig. „Geweldig, hè!”
februariWat zegt kunst mij over wie ik ben?
In 2023 werd kunst al steeds politieker. Dit jaar voelt het alsof ook het persoonlijke politiek is geworden. Smaak is een statement geworden. Wat zegt de kunst die mij grijpt over wie ik ben, wat mij boeit, wat ik de wereld toewens?
In de Parijse Opéra Comique reiken twee muzikale helden elkaar de hand: componist Franz Schubert en Raphael Pichon – een van de origineelste musici van het moment. In L’Autre Voyage smeedt hij operafragmenten, liederen en kamermuziek van Schubert tot één patchwork-voorstelling. Een man reist in gedachten terug in de tijd. We zien een huiselijk dinertje, een zingend kind dat zichzelf begeleidt achter de piano. „Wie ben ik?”, zingt de man – en met hem stel je ook jezelf die vraag. Dat kunst vragen en gedachten oproept, is één van de vele antwoorden op de vraag van Thierry Aartsen.
maart/aprilStilstaan bij schoonheid
Internationaal Theater Amsterdam speelt De Wetten, naar de roman van Connie Palmen. Het boek vond ik destijds eerder indrukwekkend en herkenbaar dan grimmig of intens. Nu zie ik het – dankzij de regie van Eline Arbo – anders. Studente Marie gebruikt en wordt gebruikt. Haar omgang met een carrousel aan geliefden heeft in die zin ook iets treurigs. Maar Arbo roept treffend vragen op over afhankelijkheid van geliefden, vrouw zijn, kunstenaarschap. Mijn oudste dochter (18), zelf student, vindt de seksscènes onwenselijk intens, terwijl ze op Netflix alles prima vindt. Maar dit is anders, zegt ze, dit leeft.
Na afloop, thuis, zie ik video’s van de aanslag in de Russische Crocus City Hall. Een zaal bedoeld voor vervoering, een zaal als die waar wij net nog zelf zaten.
Met een special op de site en in het Cultureel Supplement zetten we in een speciale editie negen ‘Grand Dames’ in de spotlights: vrouwelijke kunstenaars ouder dan 75. Ik interview daarvoor schrijfster Anna Enquist. „Sta meer stil bij de schoonheid van het gewone leven”, is een van haar adviezen aan haarzelf – en daaraan moet ik denken op de expositie van Matthew Wong (1984-2019) in het Van Gogh Museum. Onder de veelkleurige pracht van zijn landschappen broeit een diepe eenzaamheid. Wongs vlucht in de schoonheid van het alledaagse, de natuur in dit geval, heeft hem niet kunnen redden: hij pleegde zelfmoord. Maar wat zijn die kleuren intens en omarmend.
MeiOntsnappen aan de wereld, of niet?
PVV, VVD, NSC en BBB zijn het eens over een hoofdlijnenakkoord met als motto hoop, lef en trots. Maar trots waarop? De voorgenomen btw-verhoging van 9 naar 21 procent op cultuur maakt musea en voorstellingen duurder en ontoegankelijker. En als theaters vrezen dat de drempel hoger wordt, loop je het risico dat ze met minder lef gaan programmeren. Dus hoop en trots? Niet per se op de cultuursector.
De oorlogen in Gaza en Oekraïne kloppen steeds vaker aan bij musea, theaters en concertzalen. Op de Biënnale in Venetië blijft het paviljoen van Israël gesloten. Op de deur hangt een briefje: de expositie opent als een staakt-het-vuren is bereikt, en een akkoord over de vrijlating van de gijzelaars.
Een concert van zangeres Lenny Kuhr, wier kleinzoon en -dochter dienstplichtig zijn in het Israëlische leger, wordt opgeschud door pro-Palestina demonstranten. Concerten door het Jerusalem Quartet worden uit veiligheidsoverwegingen uitgesteld – en gaan dan tóch door na felle kritiek.
„Muziek is een van de weinige plekken waar je aan de wereld kan ontsnappen”, zegt een van de bezoekers. Nooit eerder voerde ik zo vaak gesprekken over precies die kwestie. Mág je ontsnappen in schoonheid? Schoonheid voedt ontvankelijkheid en empathie, denk ik – daar wordt de wereld niet slechter van. Een vriend spreekt me scherp tegen. De tijd van onbezorgdheid is voorbij, toon burgermoed, kies partij. Escapisme, besluit hij, is anno 2024 niet te verdedigen.
Op het Eurovisie Songfestival is de deelname van Israël hot topic totdat de diskwalificatie van nationale knuffelgabber Joost Klein de aandacht kaapt. Zijn emo-gabberhit ‘Europapa’ blijft ongeschonden rechtovereind: dat beiert vrolijk door op vele stadscarillons.
Ik bezoek de Biënnale in Venetië zelf in het najaar. Het Israëlisch paviljoen is dan nog steeds dicht. Bijna alles wat hier wordt getoond is politiek, het ene statement sterker dan het andere. Een lange nagalm hebben de beelden van Berlinde De Bruyckere in de expo ‘City of Refuge III’ – glorieus opgesteld in de abdij van San Giorgio Maggiore. De Bruyckeres engelen, wasachtige lichamen en stapels vilten dekens bezie je anders nadat je de vitrine met de knipsels die haar inspireerden hebt bekeken. Ze tonen het leed van vluchtelingen, al dan niet dood aangespoeld, en het bloederige gezicht van oorlog en van natuurgeweld. De Bruyckere heeft haar ontvankelijkheid in haar geladen beelden gesublimeerd. Engagement en schoonheid sluiten elkaar niet uit, maar versterken elkaar juist.
juniSchuilen onder een vlag helpt niet
Het Holland Festival en De Nationale Opera brengen Beethovens Fidelio. Wie de opera niet kent, zal vandaag niks snappen. En wie het verhaal wél kent, begrijpt al snel dat hier weinig te snappen vált. Regisseur Andriy Zholdak heeft expres een emmer symbolen omgestoten. Het gebrek aan ideeënsamenhang schuurt nog extra omdat de dure juni-productie van De Nationale Opera, begeleid door het Concertgebouworkest, doorgaans juist een hoogtepunt van het operaseizoen is. Had de Oekraïener Zholdak – júíst hij, júíst nu – van deze plot over liefde en vrijheid echt niets relevanters en rakers kunnen maken?
Helaas. De hem toegejoelde donderstorm aan boe’s zwaait Zholdak melig weg met een Oekraïense vlag. Later beschrijft Het Parool hoe hij tijdens de repetities een „palet van impulsief, onredelijk, autoritair en grensoverschrijdend gedrag” vertoonde. Wie de voorstelling zag, leest het met rode oren – maar zonder verbazing.
juliTalentontwikkeling de dupe
Mark Rutte heeft zijn afscheidsspeech gehouden, het kabinet-Schoof is beëdigd. Onafhankelijk daarvan staat de cultuursector op scherp: de Raad voor Cultuur en het Fonds Podiumkunsten maken hun meerjarige subsidies bekend. Orkater, ITA, Holland Baroque, Opera Zuid, Holland Opera: op veel plaatsen vallen klappen. Door de gehanteerde criteria – artistieke kwaliteit van vooral toekomstplannen, publieksfunctie, betekenis voor de Nederlandse podiumkunst en regiospreiding – vallen Randstedelijke publiekslievelingen buiten de boot.
Bizar is het brede gebrek aan steun voor talentontwikkeling in de klassieke muziek. Bij een concert door het Jeugdorkest Nederland hekelt Concertgebouwdirecteur Simon Reinink in een woord vooraf woedend de dreigende (en later weer herziene) subsidiestop: „Een land waar ruimte is voor muziek, waar muzikaal talent – íéder talent – de kans krijgt om te ontwikkelen. Dát is wat een land een mooi land maakt.”
Het concert is overigens geweldig. „Sjostakovitsj is duister, maar satisfying”, zegt mijn jongste dochter (14). Ze wil over een paar jaar misschien óók auditie doen voor het Jeugdorkest Nederland, „als het dan nog bestaat”.
AugustusSociale veiligheid geschonden bij ITA
Nog een verliezer bij de rijkssubsidieronde is ITA. De Raad voor Cultuur is kritisch: ze had meer verwacht van de ideeën van de nieuwe artistiek directeur Eline Arbo en adresseert verbeterpunten op het gebied van sociale veiligheid.
Intussen werken regisseur Van Hove en zijn partner, decorontwerper Jan Versweyveld, aan hun volgende voorstelling voor de Ruhrtriënnale. Ook bij de Brusselse Muntopera staan ze onveranderd op de rol voor de kerstproductie van dit jaar, Fanny en Alexander. Het is niet dat je niet snapt waarom: Van Hove is een groot regisseur. Je hoopt alleen vurig dat hij en Versweyveld hun rücksichtslose werkwijze net zo rücksichtslos hebben herzien.
septemberHoe het wel moet
Een nieuw cultuurseizoen. Met de cultuurredactie reflecteren we op wat we maken, en wat niet. Brengen we te veel licht en luchtigs? Maken we voldoende duidelijk dat kunst overal mee verweven is – ook met oorlog, politiek, sociaal-maatschappelijke misstanden? Ik hoop het van harte. Maar, overdenk ik, kunst is voor mij niet alléén engagement. Dat sommige kunst losgezongen is van een expliciete politieke lading, wil niet zeggen dat die niet óók waarde heeft, en urgentie.
Ik zie het geweldige balletPersephone van choreografe Rena Butler. Terwijl dansers Floor Eimers, Joseph Massarelli en Giorgi Potskhishvili elkaar uitdagen óp het podium, valt mijn blik – even – op het orkest daaronder. Twee altviolisten van het Balletorkest poken stiekem elkaars spel op in een intiem één-tweetje. De interactie ontroert me – waarschijnlijk omdat ze raakt aan onze eerdere discussie over engagement en aan wat er misging bij ITA.
Dit is hoe het wél moet. Het ballet reflecteert op macht en kwetsbaarheid, en het beneemt je de adem doordat het wordt uitgevoerd door dansers en musici die zich met hart en ziel inzetten, zonder dat de medemenselijkheid is geofferd. Integendeel, het sublieme zit hem hier juist in de kwetsbare interactie tussen de dansers en tussen de musici. Maar het ambachtelijke, het meesterschap dat je ziet en hoort en waarvan je weet dat ervoor is betaald met jaren aan liefde en zweet, maakt voor mij óók onderdeel uit van de grootheid.
OktoberDe Taylor Swift van de literatuur
De discussie over escapisme heeft ook de literaire wereld bereikt en geleid tot een schrijversfittie tussen Rob van Essen en Ilja Leonard Pfeijffer. Van Essen vindt dat boeken escapisme bieden, Pfeijffer leest juist om de wereld beter te begrijpen.
In mijn eigen leesclub wisselen we het af. Vanavond bespreken we Kairos van Jenny Erpenbeck, winnaar van de International Booker Prize. Is er sprake van ongewenste DDR-nostalgie, zoals sommige critici stellen? Misschien wel een beetje, besluiten we. De DDR was een dictatuur, laten we dat onder het glazuur van stille straten, cafés en gesprekken-op-niveau niet vergeten. En moeten wij, hier en nu, bang zijn voor de terugkeer van een totalitaire staat? „Niets staat de opmars daarvan in de weg, ook de intelligentsia niet”, sombert leesvriend één. „Er zijn acutere zorgen. Nucleaire confrontaties. Een nieuw virus”, pareert leesvriend twee. Als volgend boek kiezen we de nieuwe Sally Rooney, Intermezzo. „Even wat luchtigers”, zegt leesvriend drie. „De Taylor Swift van de literatuur. Net wat we nodig hebben.”
novemberHet niet kunnen aanzien
Op de bewogen dag na de herverkiezing van Donald Trump speelt Maccabi Tel Aviv FC tegen Ajax. In De Nationale Opera – een steenworp verwijderd van waar diezelfde avond twee Maccabi-supporters worden mishandeld – speelt Lacrime de Eros: 400 jaar oude muziek over liefde en dood. Regisseur Romeo Castellucci heeft er een duistere, gewelddadige voorstelling van gemaakt. Wie zelf slachtoffer was, wordt daarna dader – en veroorzaakt zo zelf het volgende slachtoffer, de volgende dader, enzovoort. Die gesuggereerde causaliteit zet je aan het denken over onze tijd, over de rellen, over de context daarvan. Maar Castellucci’s revue aan martelwerktuigen kan ik niet aanzien. In plaats van naar het waterboarden, elektrocuteren en het uitrekken van lichamen, kijk ik naar de andere toeschouwers. Ze gaan ongemakkelijk verzitten, of friemelen aan hun gezicht. Ik moet denken aan wat een vriend – musicus – ooit zei over grafisch geweld op tv of sociale media. „Ik kijk niet, ik wil mijn gevoeligheid beschermen.”
decemberWalsen heb je nodig
Jammer dat VVD-kamerlid Bente Becker na haar motie tot meer onderzoek naar de normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond niet in de zaal zit bij de laatste voorstelling van Stepping Stones door Orkater en Het Bijlmer Parktheater. Door een zaal vol in alle opzichten divers publiek wordt gelachen en meegeleefd, de muziek swingt en na afloop kun je niet anders dan samen napraten over het thema: hoe beïnvloedt afkomst je lot en de keuzes die je maakt? Hoe verhoudt de omarming van je roots zich tot integratie?
De eerdere twee delen van het Suriname-drieluik gingen over vroeger, dit slotstuk gaat over nu. Doodzonde, memoreert actrice Manoushka Zeegelaar Breeveld na afloop, dat door de subsidiekorting van Orkater het drieluik in 2025 niet als marathon kan worden opgevoerd. Terwijl net dan een halve eeuw Surinaamse onafhankelijkheid wordt herdacht, en het dus juist zo zinvol zou zijn.
Mijn laatste voorstelling van het jaar is Die Fledermaus, operette, een in champagne gemarineerd paradepaardje van escapisme. „Glücklich ist, wer vergisst, was nicht mehr zu ändern ist”, zingen ze – terwijl net vandaag Mark Rutte heeft gezegd dat we ons „mentaal moeten voorbereiden op oorlog”.
Het lukt toch een avond lang vooral te denken aan violen, verkleden en verleiden. Zo sterk en onweerstaanbaar ís de levenslust van Johann Strauss (1825-1899): André Rieu bouwde er niet zomaar een imperium mee. Mag het ook, met onbezwaard gemoed, nu we juist meer ‘weerbaar’ moeten zijn? Weinigen voorzien een luchthartig nieuw jaar, maar vooruit: 2025 is óók een Strauss-jaar. En soms even samen walsen, al is het maar overdrachtelijk, heb je óók nodig.