Een nieuw kandidaat-vaccin voor mensen tegen het vogelgriepvirus laat goede eerste resultaten zien bij fretten. Het vaccin, gemaakt met mrna-technologie, wekt neutraliserende antistoffen op tegen het virus dat nu rondgaat in Amerikaans melkvee. Het beschermt geïnfecteerde fretten tegen overlijden en het tempert het aantal virusdeeltjes in hun luchtwegen. Het bloed van de gevaccineerde fretten neutraliseerde ook een variant van het virus die afkomstig was van een persoon die dit jaar in Texas geïnfecteerd was geraakt bij een uitbraak onder melkvee.
Dit schrijft een groep onderzoekers van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) deze week in het wetenschappelijke tijdschrift Science Translational Medicine.
Wetenschappers haasten zich om een vaccin voor mensen te maken tegen het vogelgriepvirus H5N1. De angst is dat het virus zó zal veranderen dat het makkelijk tussen mensen kan worden doorgegeven. Dat is nu nog niet zo. Maar als dat gebeurt, kan het een nieuwe pandemie ontketenen.
Het voor vogels zeer ziekmakende H5N1-griepvirus gaat sinds 2020 wereldwijd rond in wilde vogels en pluimvee. Het infecteert inmiddels ook allerlei soorten zoogdieren, waaronder melkkoeien in Amerika. Daar zijn dieren op al meer dan 845 melkveehouderijen positief getest op het vogelgriepvirus. En sinds 1 april van dit jaar is in de VS al bij 60 mensen vastgesteld dat ze zijn geïnfecteerd, 37 van hen door melkvee – zij werkten met melkkoeien of dronken rauwe melk van besmette dieren. De sprong van melkkoeien naar mensen kan het virus makkelijker maken dan eerder gedacht, bleek vorige week uit een studie.
Voor vogels en voor veel zoogdieren is deze vogelgriep vaak fataal. Bij geïnfecteerde mensen bleven de gevolgen tot nu toe meestal beperkt tot verkoudheidsklachten en rode ogen, maar mensen kunnen van sommige typen vogelgriep ernstig ziek worden. Een Canadese tiener werd in november ernstig ziek na een infectie met een virusvariant die dankzij bepaalde mutaties dieper de luchtwegen in kon komen. Er is tot nu toe geen besmetting van mens tot mens gemeld.
In Nederland liggen sinds deze zomer 51.000 doses klaar van een al goedgekeurd vaccin. Dat vaccin is gemaakt van een geïnactiveerd vogelgriepvirus van een ander type, H5N8. Het H5-gedeelte van dat virus lijkt op dat van het huidige vogelgriepvirus, maar het N8-gedeelte dus niet. Het nieuwe kandidaat-vaccin is gericht tegen het H5-gedeelte van H5N1 (specifieker: de virusvariant A(H5N1) 2.3.4.4b die de uitbraak sinds 2020 veroorzaakt). Dat zal naar verwachting betere bescherming bieden tegen deze variant. Een mrna-vaccin kan bovendien snel worden geproduceerd en aangepast aan de dan heersende variant.
De Amerikaanse onderzoekers maakten verschillende kandidaat-vaccins op basis van het H5-gedeelte met de technologie van vaccinfabrikant Moderna. Uit hun onderzoek bleek dat twee doses van het simpelste vaccin bij fretten beschermende antistoffen opwekten tegen virusvarianten uit zowel 2022 als 2024. Gevaccineerde fretten stierven niet meer aan de ziekte en het aantal virusdeeltjes in hun bovenste en onderste luchtwegen was lager dan bij ongevaccineerde fretten. Studies naar het effect van het kandidaat-vaccin bij mensen zijn gaande.
Oekraïense eenheden zijn zondagochtend in de Russische regio Koersk een verrassend tegenoffensief begonnen. Dat melden zowel het Russische ministerie van Defensie als verschillende Russische en Oekraïense militaire bloggers.
Volgens Moskou werd de Oekraïense tegenaanval rond 9 uur lokale tijd ingezet „om de opmars van Russische troepen in Koersk te stoppen”. Twee Oekraïense aanvallen zouden zijn afgeslagen, aldus het Kremlin. Ook de stafchef van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky, Andri Jermak, maakte melding van het Oekraïense offensief. „Regio Koersk, goed nieuws”, schreef hij op Telegram. „Rusland krijgt wat het verdient.”
Het is het eerste Oekraïense offensief sinds de strijdkrachten begin augustus de Russische grens overstaken in de regio Koersk. Volgens Russische berichten zouden Oekraïense eenheden vanuit het bezette stadje Soedzja met tanks en infanteriegevechtsvoertuigen proberen op te rukken naar het oosten en noordoosten, onder meer in de richting van Bolsjoje Soldatskoje. Dat plaatsje ligt een kleine zeventig kilometer ten zuidwesten van de stad Koersk.
Bij hun operatie zouden Oekraïense troepen door middel van uitvoerige elektronische oorlogsvoering de meeste Russische drones boven het slagveld onbruikbaar hebben gemaakt. De gevechten vonden volgens Russische oorlogsbloggers zondag vooral plaats in de buurt van het dorpje Berdin, niet ver van de hoofdweg die leidt naar de regionale hoofdstad Koersk.
‘Significante verliezen’
Zaterdag zei president Zelensky in zijn dagelijkse toespraak tot de bevolking dat Russische en Noord-Koreaanse eenheden zware verliezen hadden geleden bij het Russische dorp Machnovka, in de regio Koersk. „Dit is significant.” Hij gaf daarbij geen verdere uitleg.
Eerder op de dag had het Russische ministerie van Defensie melding gemaakt van Oekraïense aanvallen met Amerikaanse ATACMS op Russische bodem. Volgens Moskou onderschepte de Russische luchtverdediging acht van deze raketten, die een maximaal bereik hebben van driehonderd kilometer. Verdere details over de Oekraïense aanvallen werden niet bekend gemaakt. Het is evenmin bekend of er een verband bestaat met het Oekraïense offensief dat zondagochtend begon.
Wat het precieze doel is van de jongste Oekraïense operatie, valt moeilijk vast te stellen. En of het offensief daadwerkelijk tot nieuwe terreinwinst in Koersk leidt zal de komende dagen moeten blijken. Het moment van de Oekraïense tegenaanval is in elk geval verrassend, nu Moskou en Kyiv zich voorbereiden op de wisseling van de wacht in het Witte Huis in Washington, waar Donald Trump op 20 januari Joe Biden opvolgt als Amerikaans president. Net als in augustus lijkt Rusland nu opnieuw te zijn verrast door het Oekraïense offensief.
Een van de redenen waarom de Oekraïense regering afgelopen zomer besloot tot de invasie in Koersk zou zijn geweest dat Kyiv met de bezetting van Russisch grondgebied een sterkere positie zou hebben zodra het tot onderhandelingen komt met Moskou. Het lijkt aannemelijk dat dit argument nu opnieuw een rol speelt voor Kyiv.
Zeldzaam Oekraïens offensief
De operatie in Koersk was afgelopen zomer een van de zeldzame offensieve bewegingen van de Oekraïense krijgsmacht op de grond. Maar sinds de Oekraïense inval in Koersk, waar Moskou in het najaar duizenden Noord-Koreaanse soldaten inschakelde om te helpen de Oekraïense bezettingsmacht te verdrijven, heroverde Rusland bijna de helft van het gebied dat Oekraïne aanvankelijk bezet hield. Op het hoogtepunt zou de oppervlakte van dat bezette terrein 1.376 vierkante kilometer zijn geweest.
Aangenomen wordt dat zowel Moskou als Kyiv met de meest recente offensieve operaties een zo gunstig mogelijke uitgangspositie wil creëren voordat dat Donald Trump terugkeert in het Witte Huis. Trump heeft steeds gezegd dat hij de oorlog tussen Rusland en Oekraïne zo snel mogelijk wil beëindigen, al lichtte hij nooit toe hoe hij dat denkt te gaan doen.
Een van de somberste scenario’s voor president Zelensky zou zijn dat de VS hun militaire steun aan Oekraïne zouden beëindigen. Washington is de afgelopen jaren veruit de belangrijkste leverancier van wapens en munitie voor Oekraïne. Maar Zelensky heeft de afgelopen weken in het openbaar vooral onderstreept dat de terugkeer van Trump op het internationale toneel kansen biedt voor Oekraïne.
Trump benoemde eind vorig jaar oud-generaal Keith Kellogg tot speciale gezant voor de oorlog in Oekraïne. Kellogg zou begin deze maand al naar Kyiv reizen om zich op de hoogte te stellen van de situatie in Oekraïne.
Trage Russische opmars
Voor Oekraïne zou een nieuw offensief, mocht het plan in militair opzicht slagen, een eerste lichtpuntje zijn na een lange periode van slecht nieuws. Vrijwel het hele jaar 2024 waren de Oekraïense strijdkrachten in het defensief gedrongen langs de ruim duizend kilometer lange frontlijn.
Lees ook
‘Rusland is helemaal niet in de positie om concessies te eisen van Oekraïne of het Westen’
De eerste maanden van het jaar kampte Oekraïne met grote tekorten aan wapens en munitie, in de tweede helft van 2024 speelde het personeelsgebrek het Oekraïense leger steeds meer op. Dat leidde in Oekraïne zelf ook tot kritiek op de eigen regering en de legertop: de inval in Koersk zou volgens critici zoveel mankracht hebben gekost dat de verdedigingslinies in de Donbas steeds meer scheuren gingen vertonen.
In de regio Donetsk verschoven de Russen de frontlijn in de loop van het jaar tientallen kilometers in westelijke richting, ook al verliep die opmars traag en betaalden de Russen met zware personele en materiële verliezen een enorme prijs. Volgens de laatste Oekraïense cijfers verloren de Russen sinds hun grootscheepse inval bijna achthonderdduizend soldaten – doden, gewonden en vermisten. Onafhankelijke journalisten wisten bijna 85.000 Russische doden te identificeren.
Het werken aan haar proefschrift is nu even wat lastig. Pure pech. Bij een skydive, een verjaardagcadeautje van haar gezin, brak Nikki de la Rie in de windtunnel de pols van haar linkerhand. „Met één hand tikken is moeilijk met hoofdletters en van alles”, zegt ze. „Dus ik schrijf nu gewoon ouderwets met de hand.”
Haar werkkamer thuis in Nieuwegein staat vol archiefdozen en mappen die een tijdsbeeld neerzetten: coffeeshops, hippies, krakers, dozen met opschriften als ‘razzia’s’ en ‘huisdealer’. Heel de alternatieve jeugdcultuur in posters, mappen, cassettes, knipsels en boeken.
De la Rie (60) doet aan de Open Universiteit (OU) onderzoek naar Nederlandse drugs-subculturen, op basis van oral history, gesprekken met betrokkenen en die dozen met bronnen die haar werkkamer vullen. Haar onderzoek bestrijkt de periode tussen twee Summers of Love: die van 1967, het begin van het hippietijdperk, en 1988, toen housemuziek het uitgaansleven veroverde en de nieuwe drug xtc populariseerde. Historisch onderzoek naar drugsgebruik en de subculturen die erbij horen is een klein maar groeiend academisch veld. Inzet van De la Rie’s promotie is de vraag hoe in twintig jaar tijd de ‘democratisering’ van ‘alternatief’ drugsgebruik op gang kwam.
Behalve cultuurwetenschapper is De la Rie ervaringsdeskundige. Vanaf haar veertiende was ze „eerst een halve hippie”, later speelde ze („nauwelijks”) gitaar in een punkbandje en belandde ze in de gothic industrial scene. „Ik ben nog steeds wel van de harde muziek.” In het proefschrift neemt ze ook haar eigen drugsverleden mee, van cannabis tot lsd en xtc. „Er was een stripwinkel waar je naar een bepaald stripboek moest vragen en dan kreeg je een prijslijst met paddenstoelen voor je neus.” Ze is „gelukkig niet verslavingsgevoelig” maar heeft wel „van alles geprobeerd, zoals veel mensen van mijn generatie”. Na jaren in de kinderopvang te hebben gewerkt haalde ze een master cultuurwetenschappen aan de OU met een scriptie over gothic jeugdcultuur in Utrecht. Haar begeleider spoorde haar aan op het onderwerp te promoveren.
In haar onderzoek gaat de La Rie nu na hoe de verstrengeling van drugsgebruik met een ‘alternatieve’ leefstijl is ontstaan. „We zijn allemaal drugsgebruikers, of we nu roken, drinken of slikken. Wat mij interesseert is de stigmatisering van bepaalde middelen die ooit legaal zijn geweest maar ‘tot drugs zijn gemaakt’, waarvan de gebruikers als asociaal of crimineel konden worden gebrandmerkt. Omgekeerd zie je een bepaalde romantisering ervan in de subculturen waar ze worden gebruikt.”
Een erfenis van de jaren zestig…
„Een relatie tussen drugs en non-conformisme is er altijd wel geweest. Je ziet het in Nederland in de jaren vijftig opkomen bij kunstenaars en muzikanten die hasj en lsd ontdekken. Die verwevenheid van drugsgebruik met een antiburgerlijke leefstijl heeft zich in de jaren zestig en zeventig vastgezet, al zie je tussen subculturen ook al snel grote verschillen ontstaan. Krakers wilden in mijn onderzoek liever alleen praten over kraken, of hooguit anoniem over drugs. Terwijl bepaalde groepen krakers toch echt onderdeel waren van die leefstijl.” Ze lacht: „Soms werd er bij vergaderingen afgesproken wie er na afloop speed zou gaan halen, dat was een agendapunt.”
Slecht voor hun imago?
„Het wrong met hun maatschappelijke zelfbeeld: strijden tegen woningnood. Ook drugsculturen kennen een web aan onuitgesproken regels en hiërarchieën. Lsd-adepten keken op een oude, elitaire manier neer op niet-ingewijden, de bierdrinkers. Zij hadden ‘psychedelisch kapitaal’, met een verwijzing naar het ‘cultureel kapitaal’ van [de Franse socioloog Pierre] Bourdieu. Gebruikers die heroïne spoten keken op hun beurt neer op ordinaire blowers, zij ‘durfden meer’ en markeerden met dat ‘spuitkapitaal’ hun positie binnen de eigen in-groep.”
Maar kapitaal en stigma liggen bij drugs in elkaars verlengde. De la Rie merkte dat bij het zoeken naar interview-kandidaten. „Mensen willen er vaak niet echt over praten. Uiteindelijk lukte het omdat ik zelf ook uit die wereld kom, mijn oude netwerk aansprak en de bal ging rollen toen mensen van elkaar hoorden dat ze me wel konden vertrouwen.”
Als je nu verhalen hoort over de jaren zeventig, vraag je je soms af hoe het mogelijk was
Wat is de grootste verschuiving?
„De democratisering van drugsgebruik. Er kleeft nog wel iets alternatiefs aan, maar ook voor heel andere groepen is recreatief gebruik de norm geworden. De schotten tussen subculturen zijn ook veel poreuzer geworden. In de jaren zeventig was het not done om van blues naar disco te gaan of andersom. Nu kun je gerust een avondje gothic zijn en dan weer naar een psy-trance-feest of iets anders. Subculturen en identiteiten zijn veel vloeibaarder geworden. Dat zie je terug in het drugsgebruik, er is nu veel meer polygebruik: mensen gebruiken van alles, wanneer en waar ze er zin in hebben. Maar toch, een relatie met non-conformisme of niet ‘gewoon’ willen zijn is er wel gebleven. Dat zie je al bij coke snuivende Zuidas-advocates die neerkijken op de doorsnee vinexburger.”
Het is een paradox van de huidige tijd, zegt De la Rie. „Jongeren kunnen drugs tegenwoordig doodeenvoudig krijgen, ook de uitgaansindustrie is enorm gegroeid. Tegelijk heb ik de indruk dat jongeren veel minder vrij zijn dan toen ik opgroeide. De druk om het te maken in het leven is enorm. Als je nu verhalen hoort over de jaren zeventig, vraag je je soms af hoe het mogelijk was. Een meisje dat in de klas in tranen uitbarst: sorry meester, ik heb lsd geslikt. Beetje mee oppassen meisje, was dan de reactie. Het was écht een andere tijd. Veel van die leraren waren natuurlijk ook nog maar twintigers.”
Zijn de geïnterviewden veranderd?
„De meesten zijn niet anti-drugs geworden, maar waarschuwen wel dat je ermee moet oppassen. Degenen die kinderen hebben doen dat het meest, inderdaad.”
Als het onderzoek klaar is bent u 62. Geen academische carrière meer?
Strijdbaar: „Nou, dat was ik wel van plan. Dan kan ik me nog zeker vijf jaar inzetten om studenten over te dragen wat ik heb geleerd. Ook zo’n vooroordeel., dat je na je dertigste geen carrière meer kan maken.”
De Zwitserse bank Credit Suisse hield informatie achter over bankrekeningen die aan nazi’s waren gelinkt. Dat schreef de Begrotingscommissie van de Amerikaanse Senaat zaterdag in een persbericht, nadat de Amerikaanse ombudsman Neil Barofsky een tussentijdse update gaf over de staat van het onderzoek naar de bank, dat in 2021 van start ging. Credit Suisse werd in 2023 overgenomen door het Zwitserse UBS.
“Ons onderzoek heeft meer opgeleverd dan alleen stenen – we hebben rotsblokken gevonden. Credit Suisse verborg jarenlang aanvullend bewijs over banden met nazi’s en probeerde zelfs informatie te verbergen voor ons congresonderzoek”, stelt de Amerikaanse senator Chuck Grassley in het bericht.
Bankmedewerkers zouden de belastende archiefstukken al in de jaren ’90 hebben aangetroffen, toen er eveneens onderzoek werd gedaan naar de relatie tussen de bank en het naziregime. Daarop zou de bank hebben besloten om de archiefstukken niet over te dragen aan de onderzoekers.
Ook zonder de betreffende archiefstukken, concludeerden de onderzoekers in de jaren ’90 dat de Zwitserse bank diefstal van Joodse bezittingen door nazi’s toeliet. Ook werden oorlogsoverlevenden, die hun bezittingen terug wilden, tegengewerkt. In 1998 schikte de bank voor 1,3 miljard dollar met Holocaustoverlevenden die een rechtszaak hadden aangespannen, meldt het persbureau ANP.
Van onderzoek afgehaald
Credit Suisse gaf in 2021 de opdracht aan ombudsman Barofsky om een nieuw onafhankelijk onderzoek uit te voeren, nadat het Simon Wiesenthal Center, een Joodse mensenrechtenorganisatie, op heimelijke informatie was gestuit over rekeninghouders die actief waren binnen Hitlers partij.
Na interviews met medewerkers die in de jaren ’90 bij Credit Suisse werkten, concludeerde Barofsky dat de bank informatie had achtergehouden. Vervolgens werd de Amerikaan van het onderzoek afgehaald, omdat de bankbestuurders de onderzoeksresultaten weinig vonden voorstellen en Barofsky afspraken zou hebben geschonden, schrijft The Wall Street Journal. Daaropvolgend bemoeide de Begrotingscommissie zich met de zaak.
Nadat Credit Suisse in 2023 werd gered van een faillissement door UBS, werd de naam van Barofsky gezuiverd. De Amerikaan mocht het onderzoek voortzetten. Recentelijk troffen onderzoekers voor het eerst klantenbestanden aan in het archief van de bank met de stempel ‘Amerikaanse zwarte lijst’ erop, aldus de krant.
„Het onderzoek heeft tal van personen en rechtspersonen geïdentificeerd die in verband worden gebracht met nazi-wreedheden en van wie de relaties met Credit Suisse niet eerder waren geïdentificeerd, of van wie de relatie gedeeltelijk was geïdentificeerd […]”, stelt Barofsky. In 2026 verwacht hij met een eindrapport te komen. UBS geeft aan volledige medewerking te verlenen.