Wat vindt NRC | Veiligheid vraagt naast meer geld ook om weerbaarheid burger

Dat een secretaris-generaal van de NAVO vraagt om een verhoging van de defensie-uitgaven, mag geen verrassing heten. Toch was de speech die Mark Rutte afgelopen donderdag in Brussel hield bijzonder. In zijn eerste grote toespraak als leider van de verdragsorganisatie koos hij er namelijk voor zich rechtstreeks te richten tot de burgers van de lidstaten. „Ik spreek tot u. Het is uw steun die ik nodig heb. Het zijn uw stemmen en acties die onze toekomstige veiligheid zullen bepalen.”

Om zijn gehoor te overtuigen van de ernst van zijn woorden, zei Rutte dat de huidige veiligheidssituatie „zonder twijfel de slechtste van zijn leven” was. Hij wees op Poetins oorlog in Oekraïne, maar benadrukte ook het gevaar dat China, Iran en Noord-Korea vormen voor „onze vrijheid en manier van leven”.

Mark Rutte is van het jaar 1967. Hij heeft momenten van de Koude Oorlog meegemaakt waarop de wereld langs de rand van een atoomoorlog scheerde, dus wellicht hanteerde hij hier het stijlmiddel van de hyperbool. Feit is echter wel dat de NAVO sinds de ineenstorting van het Warschaupact niet meer met zo’n ernstige dreiging in Europa te maken heeft gehad als nu.

Dit betekent niet alleen dat politici op zoek moeten naar meer geld voor defensie, het vraagt ook iets van burgers. Want niet alleen de overheid heeft de afgelopen decennia genoten van het vredesdividend; het idee dat de veiligheid van Nederland nog eens serieus in het geding zou kunnen komen, was ook voor veel burgers moeilijk voorstelbaar. Dat voor het waarborgen van die veiligheid soms offers gebracht moeten worden – financieel en anderszins – is dan een onwelkome gewaarwording.

Daarom is het goed dat burgers langzaam aan dat idee wennen. Zonder paniek overigens, want het is niet zo dat Poetin ieder moment een aanval op NAVO-grondgebied zal ontketenen, benadrukte Rutte terecht in zijn toespraak. De overheid kan af en toe een aanzet geven tot reflectie op de veranderde veiligheidssituatie, zoals sinds kort gebeurt in de dienstplichtbrief die elke zeventienjarige ontvangt. Daarin staat de opkomstplicht nog steeds is opgeschort, maar wordt de ontvanger ook gevraagd een jaar vrijwillige dienst bij Defensie te overwegen.

Niet iedereen zal op dit verzoek ingaan, maar wat elke burger wel zou kunnen doen, is een kijkje nemen op denkvooruit.nl. Op deze website staat nuttige informatie over hoe Nederlanders zich kunnen voorbereiden op risico’s en calamiteiten: wat moet er in een voedselpakket zitten, hoeveel water heeft een gezin nodig, hoe leef je zonder internet? Wat dat laatste betreft, was het goed dat de banken vorige week waarschuwden dat het verstandig is om contant geld in huis te hebben. Altijd en overal kunnen pinnen is niet vanzelfsprekend.

De dertigjarige vakantie van de wereldgeschiedenis die Nederland genoten heeft, is sinds Poetins invasie van Oekraïne voorbij. Oorlog blijkt zich dus tóch ook nog op ons werelddeel te kunnen afspelen. Voor wie zich het nummer De Bom van Doe Maar kan herinneren, is dat een onprettige reis terug in de tijd. Voor wie zo’n gevoel van dreiging niet eerder ervaren heeft, zal het onwerkelijk zijn.

De overheid staat de komende jaren voor belangrijke keuzes: als er meer geld naar defensie moet, waar gaat dan minder geld heen? Op zulke beslissingen kan een burger invloed uitoefenen bij de verkiezingen. Met het vergroten van de eigen weerbaarheid hoeft daarop niet te worden gewacht.