Lieve lezers, het zit erop. Deze krant gaat volgend jaar vernieuwen, en dat houdt onder andere in de afschaffing van mijn columns. Bedankt voor alle mails, ansichtkaarten, boeken, en die zak met walnoten. Van de drie jaar ben ik er bijna twee ziek geweest dus ik heb niet alles even bewust meegemaakt, maar aan jullie schrijven was een van de lijnen naar de buitenwereld. Ook daarvoor bedankt.
Er is natuurlijk nog veel om over te schrijven. Zoals over dat Femke Halsema minister-president moet worden (als ze dat wil), dat Nederland het eerste land moet worden zonder auto’s, waarom vrouwen in hemelsnaam nog hun benen scheren (zelfs feministen!), de tirannie van de voorgevormde beha of gewoon de Nederlandse haat tegen het denken. Maar ik eindig met iets anders.
Er wordt momenteel veel geschreven over protest. Met de genocide in Gaza, ons racistische kabinet, het doorlopende martelen en vermoorden van niet-menselijke dieren in de vee-industrie en laboratoria is dat logisch. Maar we hebben ook andere verhalen nodig over het samenleven, verhalen om naartoe te werken. Als afscheid wil ik daarom een nieuw politiek model schetsen: het meersoortig beraad. Hierover verschijnt nog dit jaar ook een boek van mij, maar dit is vast het idee in een notendop.
De huidige parlementaire democratie is niet geschikt om de grote problemen van deze tijd aan te pakken. Vierjarige verkiezingscycli belemmeren vooruitdenken, wat wel moet in een tijd van klimaatcrisis en grootschalig uitsterven van soorten. Ook regeren momenteel de belangen van de machtigen (de bedrijven, de rijken) en is er in het politieke en publieke debat een nadruk op monoloog en strijd die extreemrechtse en neoconservatieve partijen ten goede komt. Degenen die het meest te verliezen hebben, zoals mensenkinderen en niet-menselijke dieren, worden niet gehoord.
Als oplossing zijn burgerberaden nu populair. Daarin neemt een representatieve selectie burgers politieke besluiten, op basis van informatie en gesprekken met elkaar. Maar beraden zijn al veel ouder, denk aan de oude Grieken. Ook veel niet-westerse gemeenschappen vormen sinds oudsher op deze manier hun bestuur. Bestaande beraden hebben echter een tekortkoming: enkel mensen spreken mee. We weten ondertussen dat mensen niet de enige sprekende en denkende wezens zijn. In de biologie en ethologie is het bewijs voor taal en politiek handelen van niet-menselijke dieren overweldigend. Die studies laten zien dat ingesleten denkbeelden over hen niet kloppen, en ze hebben democratische consequenties. Planten en andere niet-mensen hebben ook belangen. Mensenlevens zijn bovendien verstrengeld met die van allerlei anderen.
We hebben dus meersoortige beraden nodig: een model voor directe democratie dat aan een plaats verbonden is en waarin wezens uit verschillende groepen meespreken, zoals dieren, of worden vertegenwoordigd, zoals planten of toekomstige generaties.
Meersoortige beraden zijn zowel een model voor besluitvorming als een manier om nieuwe politieke kennis te creëren. Momenteel werken veel wetenschappers en politici met ouderwetse vooroordelen over andere wezens, zeker in Nederland, die vooruitgang belemmeren en onrechtvaardigheid intact houden.
Hoe de uiteindelijke meersoortige democratie eruit moet zien is niet aan ons. We moeten de stemmen van anderen centraal stellen en van hen leren, want echt goed gaat het niet. Deze beraden kunnen de transitie begeleiden naar een rechtvaardiger systeem, en misschien de regering vormen in of tussen meersoortige gemeenschappen.
Het kan anders, wil ik dus nog eens zeggen. Het ga jullie goed.
Eva Meijer is schrijver en filosoof. Dit is haar laatste column voor NRC. De hoofdredactie is haar erkentelijk voor haar bijdragen.
Als ze vanaf de andere kant van de wereld contact met hem maakten op zijn privé-eiland in Polynesië, noemde hij, zoals het hoort, eerst zijn call sign, „FO5GJ”, en dan zijn naam, „Marty”. Dat is wie je bent op de korte golf: je roepletters, je voornaam en een plaats. Dan wisten ze niet dat ze even met Marlon Brando hadden gepraat, acteur uit The Godfather en Apocalypse Now, die een parallel leven leidde als zendamateur. „Daarin kan ik mezelf zijn”, zei Brando in 1994.
De vorige koning van Jordanië was JY1 en ‘Hussein’. En Priscilla Presley vond haar liefhebberij „verslavend”, maar liet haar zendmachtiging verlopen wegens een te druk leven. Zij was altijd N6Y0S, nooit de vrouw van.
„Onder radioamateurs is iedereen gelijk”, zeggen de mannen die elke donderdag bijeenkomen in een zaaltje in Sassenheim. De afdeling Hollands Midden van de Vereniging van Radio Zend Amateurs (VRZA), is met 137 leden een van de grootste.
In 1901 verzond Guglielmo Marconi het eerste transatlantische draadloze bericht (de letter ‘s’ in morsecode). Hij had twintig zendmasten nodig. Precies honderd jaar geleden bewees de Poolse ingenieur Joseph Tykocinski-Tykociner dat je op de korte golf even ver of verder kon zenden met één mini-antenne.
De mannen in Sassenheim zijn hun erfgenamen. Ze kennen elkaars call sign beter dan hun echte namen. Ze praten over golflengtes, frequentiebanden, signaalsterkte en storingen, en over van alles en niks, behalve politiek. Wat niet erg verschilt van hoe veel van hen ooit begonnen, met een illegaal ‘27Mc bakkie’.
‘Als je contact legt met, zeg, Australië, daar kun je een week op vooruit’
Daar raakten ze op uitgekeken, gingen studeren voor het zendexamen, soldeerden een zendontvanger in elkaar, zetten een antenne in de tuin of op het dak, en nu zitten ze elk vrij ogenblik achter microfoon of morsesleutel om „te werken” met een zielsverwant in de wereld. In een schuurtje dat ze shack noemen, op zolder of in de huiskamer.
Zoals Gert de Jonge (60), voorzitter van de afdeling en met vroegpensioen, omdat hij na een leven op de ambulance „genoeg heeft gezien”. „CQDX”, zegt hij in de microfoon, thuis in Hillegom. „This is PD0CT from the Netherlands.” CQ is ‘seek you’. En DX is ‘lange afstand’. Radiosignalen kunnen via de ionosfeer rond de wereld stuiteren, maar de ionosfeer is al dagen van kaas. „Drama”, zegt hij.
Maar als je dan contact hebt gelegd met, zeg, Australië, liefst met zo min mogelijk vermogen op de antenne, want dat is de sport, „ja, daar kun je een week op vooruit, dan ben je het ventje”. Maar je weet het nooit. Opeens gaat een band open, alsof wolken voor de zon wegschuiven. Of je hebt een prachtige DX en, pats, klapt-ie dicht. „Dat zijn de grillen van de korte golf.”
Er zijn ook vrouwen bij zijn afdeling en twintigers, maar die zijn er die avond in Sassenheim niet bij. De verenigingswebsite heeft een bladzijde die ‘silent key’ heet, naar de morsesleutel die niet meer bediend wordt.
„Ik roep niet vaak zelf, want dan moet je de hele tijd antwoorden”, zegt hij. Gert is iemand die zelf liever reageert, liefst intercontinentaal. En natuurlijk kun je ook bellen of mailen, maar, „het gaat om de ether, dat hij je hoort en dat je dat kunt loggen.”
Hans Steketee doet elke maandag ergens vanuit Nederland verslag.
Het witgepleisterde kerkje aan de voet van de Golden Gate-brug in San Francisco completeert een perfect Amerikaans plaatje. Links de erebegraafplaats met eindeloze rijen witte kruizen, waar dertigduizend soldaten en hun familieleden begraven liggen. Rechts de gemanicuurde grasvelden van het paradeveld van de voormalige legerbasis, waar gezinnen picknicken en frisbeeën. Het Presidio heet het ruim zeshonderd hectare grote Nationale Park – de Spanjaarden bouwden hier eind achttiende eeuw een gelijknamige militaire buitenpost.
Maar binnen in de Presidio Chapel overheersen de zorgen. „We moeten dit gebied verdedigen tegen de grijpgrage handen van projectontwikkelaars”, zegt Peg DiGiammarino, voordat ze een benefietconcert van een blues- en folktrio in de kapel aankondigt. DiGiammarino is bestuurslid van het historisch genootschap van het Presidio, dat al zeventig jaar strijdt voor het behoud van het gebied – inmiddels een van de drukst bezochte en meest geliefde parken van Californië.
De aanval op het Presidio kwam krap een maand na de inauguratie van president Donald Trump. Op 19 februari tekende de Amerikaanse president een decreet waarin hij het Presidio, in één adem met drie organisaties die vrede in Afrika en Latijns-Amerika propageren, als „overbodig” bestempelde. Trump schreef dat hij de organisatie die het park beheert, wil ontdoen van „alle overbodige taken” en zoveel mogelijk personeelsleden wil ontslaan.
Protestlied
„We weten niet wat ons overkomt”, zegt secretaris Samantha Davis van het historisch genootschap nadat de circa vijftig aanwezigen in het kerkje – de meesten wit en op leeftijd – ter afsluiting gezamenlijk ‘This land is your land’ hebben gezongen, een hit uit de jaren veertig over de ongelijkheid van inkomen en grondbezit in de VS. Sinds artiesten als Bob Dylan en Bruce Springsteen eigen versies van het nummer opnamen geldt het protestlied als een alternatief volkslied – voor progressief Amerika wel te verstaan.
De strijd om het Presidio is geen politieke strijd, zegt Davis, in het dagelijks leven vastgoedadviseur, terwijl ze na afloop de concertbezoekers taartjes en limonade serveert. „Het is een symbolische aanval, het gaat over iets groters”. Bovendien, zegt ze: het Presidio bedruipt zichzelf, door de oude barakken en militaire gebouwen op het terrein te verhuren. Van de opbrengsten worden het groenonderhoud en de salarissen van de parkwachten (rangers) betaald.
Betogers lopen op 1 maart in een protestmars in het Presidio in San Francisco, tegen de achtergrond van de Golden Gate Bridge. Foto Dan Hernandez / San Francisco Chronicle / Polaris
Al even wonderlijk, zegt zij, is dat Trump aanstuurt op een botsing met de Presidio Trust, de door het Congres in het leven geroepen stichting die het gebied beheert. In het bestuur daarvan zit een aantal Republikeinse kopstukken en zeer vermogende inwoners van San Francisco die Trump tijdens zijn eerste termijn als president nota bene zelf heeft benoemd.
Haar analyse: „Het is een gevaarlijk spel. Als Trump de Presidio Trust weet te kraken, dan kan hij bij wijze van spreken alle nationale parken van de VS opheffen en de grond aan de hoogste bieder verkopen. Want de meeste parken hebben helemaal geen geld of een sterk bestuur, zoals hier.”
Democratisch bolwerk
Ook schrijver en docent aan Columbia University Lincoln Mitchell zegt dat de aanval op het Presidio meer is dan pesterij door Trump, die zijn afkeer van het Democratische bolwerk San Francisco nooit onder stoelen of banken heeft gestoken. Mitchell groeide op vlakbij het Presidio, toen nog militair terrein. Nadat het Amerikaanse leger in 1989 de legerbasis verliet, speelde hij op de grasvelden honkbal en American football met zijn kinderen.
De eerste reden voor de aanval, zegt Mitchell, is een persoonlijke. Dat het Presidio een Nationaal Park werd, is de verdienste van het Democratische kopstuk Nancy Pelosi – met wie Trump hevig overhoop ligt. Pelosi ijverde vanaf de jaren negentig met succes voor een publieke bestemming van het militaire terrein. Als extraatje regelde zij in 2023 een injectie van 200 miljoen dollar in het Presidio.
Als dank daarvoor is de rotonde naast het bezoekerscentrum omgedoopt in het ‘Speaker Nancy Pelosi Plaza’. Daar herinnert een plaquette bezoekers eraan dat de voormalige Huis-voorzitter „het Amerikaanse Congres en de buurt verenigde om het Presidio te redden als nationaal park”. En dat „haar leiderschap” ervoor heeft gezorgd dat het park „vandaag, morgen en voor altijd mooi en open zal zijn voor iedereen”.
Dat het Presidio een Nationaal Park werd, is de verdienste van het Democratische kopstuk Nancy Pelosi
Politicoloog Mitchell zegt dat zelfs de meest uitgesproken tegenstanders van de inmiddels 85-jarige Pelosi – en dat zijn er nog al wat – haar roemen om haar bemoeienis met het gebied. Maar dat geldt niet voor een aantal haviken uit de zakelijke achterban van Trump. Die hebben hele andere ideeën, zegt hij. „En Trump laat ze hun gang gaan.”
De plannen van die haviken werden medio januari uit de doeken gedaan in Palladium, een conservatieve glossy uit San Francisco. In het blad bepleitten twee prominente libertaire activisten voor het volbouwen van het park, dat zou moeten plaatsmaken voor de zogeheten ‘Presidio Freedom City’ – een vrijhaven voor vastgoedontwikkelaars en techondernemers, met eigen wetten en regels en zo laag mogelijke belastingen.
Wandelaar in het Presidio-park in San Francisco. Foto Adam C Bartlett
Zo’n nieuwe wijk is de gedroomde leefomgeving voor gezinnen en bedrijven, onder meer vanwege een „hogere dichtheid” aan gebouwen, „effectiever politie-optreden” en een betere „handhaving van de openbare orde”, betuigen de auteurs. Hun voorbeeld: China, waar grootschalige bouwprojecten zonder noemenswaardige inspraak van de bewoners worden gerealiseerd.
Trump zelf sympathiseert met deze ideologie. In het voorjaar van 2023 schaarde hij zich achter een plan om tien van zulke ‘vrijheidssteden’ te stichten, door de hele VS. De aanhangers van Freedom Cities hebben ook sterke morele ideeën: binnen de grenzen van deze economische vrijhavens is geen plek voor lastige buren, daklozen of progressieve Amerikanen die de libertaire toekomstdromen in de weg staan.
„Ik heb vaak gehoord dat ik overdrijf”, zegt Lincoln Mitchell. „Maar we moeten dit soort wilde plannen helaas uiterst serieus nemen. Stuk voor stuk lijken het wellicht losse flodders, maar alles bij elkaar opgeteld staat er niets minder dan de toekomst van de democratie op het spel.”
Techbro’s
Aan de andere kant van de baai van San Francisco maakt ook Jeremy Mack zich zorgen. De stedenbouwkundige zit in de achtertuin van Xochi the Dog – een alternatieve koffiebar in Oakland, waar hondenbezitters hun havermelk-latte komen halen en een vrouw haar kind borstvoeding geeft.
Mack is een van de drijvende krachten achter het in 2023 opgerichte Phoenix Project, een organisatie die de lobby van de vastgoed- en techbedrijven in San Francisco probeert bloot te leggen. Dat is een flinke klus, zegt hij. Rechtse lobbyorganisaties in de regio zijn volgens hem de voorgaande jaren onder de radar sterk in aantal gegroeid en naar elkaar toe gekropen.
Hun krachtenbundeling begon volgens Mack als een reactie op het strenge ruimtelijke ordeningsbeleid dat ontstond nadat progressieve politieke kandidaten tussen 2015 en 2020 veel lokale verkiezingen wonnen. Vooral vastgoedpartijen hadden last van alle extra regelgeving die daarna werd geïntroduceerd. Gaandeweg sloten diverse techondernemers die fortuin hadden gemaakt in de nabij gelegen Silicon Valley – Elon Musk van Tesla en X, de libertaire durfinvesteerder Pieter Thiel – zich bij hen aan.
Zij bestrijden het progressieve stadsbestuur niet openlijk, zegt Mack, maar via maatschappelijke organisaties met onschuldig klinkende namen zoals ‘Buren voor een beter San Francisco’, ‘SF verbonden’, ‘Stop Misdaad in SF’ en de ‘SF Coalitie van ouders’. En via tijdschriften zoals Palladium, waarin de plannen voor de vrijheidsstad Presidio uit de doeken werden gedaan. „Als je de financiële en bestuurlijke achtergronden van deze organisaties in kaart brengt, ontdek je dat ze worden gerund door professionele lobbyisten en worden betaald door vastgoedmannen en techbro’s op zoek naar politieke invloed”, zegt Mack.
Progressieve buurtinitiatieven
De naar rechts neigende organisaties zijn succesvoller dan veel progressieve buurtinitiatieven, zegt hij. „Traditionele, links georiënteerde clubs zijn vaak onderling verdeeld en hebben weinig budget.” Bovendien hameren de conservatieve organisaties op thema’s die veel inwoners aanspreken. Mack: „Zij hebben het narratief veroverd.”
Want inderdaad: de stad kampt met een aantal in het oog springende problemen, zoals grote aantallen verslaafde daklozen. In het centrum van San Francisco zijn ze niet te missen, de tientallen junkies die onder invloed van onder meer fentanyl als zombies op straat staan te trippen, hun knieën gebogen en hun broek op hun knieën. Ook de daklozencampings onder de spoorbaan aan de rand van de stad zijn onontkoombaar.
Een ander probleem: het wegkwijnende downtown, waar de huren van kantoren torenhoog hoog zijn, terwijl de meeste werknemers sinds corona het liefst vanuit huis werken. Het gevolg: uitgestorven straten, lege wolkenkrabbers en horeca zonder gasten.
De discussie in San Francisco had moeten gaan over de kwaliteit van leven en het revitaliseren van de binnenstad, zegt Mack. Maar in plaats daarvan werd het één grote klaagzang over drugs, daklozen en huisvesting, breed uitgemeten in de conservatieve media. Mack: „De rechtse zender Fox News besteedt elke week aandacht aan de problemen in San Francisco. Hun boodschap: dit is wat je krijgt als een stad jarenlang door de progressieven wordt bestuurd.”
Parken zijn helemaal niet links of rechts – iedereen houdt van ze
Mack probeert met zijn Phoenix Project aan te tonen dat deze verhaallijn geregisseerd is – en dat de conservatieven in de lobbyclubs en burgerinitiatieven in werkelijkheid een hele andere agenda hebben, zoals het volbouwen van het Presidiopark. „Onze gulste donors zijn progressieve mensen uit de techhoek”, zegt hij. „Die vinden het verschrikkelijk dat hun bedrijfstak zich zo identificeert met de conservatieve agenda.”
De onderzoeken van het Phoenix Project slaan aan, zegt hij. „Veel mensen vroegen zich al af waar al die maatschappelijke organisaties zoals ‘Buren voor een beter San Francisco’ vandaan kwamen? Nu ze weten dat die in het leven zijn geroepen door rechtse stichtingen en ondernemers, kijken ze op een hele andere manier tegen hun pleidooien aan.”
Alcatraz
Terug in het bezoekerscentrum houdt parkwachter John Osborne, die al vrijwel zijn hele leven in het Presidio werkt, de moed erin. Achter hem worden documentaires vertoond over de benarde positie van Japans-Amerikanen in de Tweede Wereldoorlog. Hij deelt buttons en kaarten van het gebied uit.
De aanval van Trump op het park is de afgelopen weken ingehaald door nieuwe decreten en proefballonnetjes. Onder meer over de voormalige gevangenis Alcatraz – een eilandje vlak voor de kust van San Francisco, dat net als het Presidio de status van nationaal park heeft. Trump wil de gevangenis heropenen, liet hij begin mei weten via sociale media. Alcatraz zou opnieuw „een symbool moeten worden van wet, orde en rechtvaardigheid”.
„Als ambtenaar hoor ik me bescheiden op te stellen”, zegt park ranger Osborne. Toch mogen nationale parken zoals het Presidio en Alcatraz geen speelbal van politieke belangen worden, vindt hij. „Rechts houdt nou eenmaal niet van regulering en de beschermende status van parken. En Trump is ook een beetje een pestkop. Maar kijk om je heen, naar alle bezoekers hier. Parken zijn helemaal niet links of rechts – iedereen houdt van ze.”
Eindelijk is er weer eens een nieuwe naam tussen de grote pop- en rockveteranen die Pinkpop al zo lang afsluiten en bezoekers de nacht insturen. De 22-jarige Olivia Rodrigo komt maar net kijken, maar wringt zich naadloos tussen de Bruce’s, Eddie’s, Mick’s, Billie Joe’s en Dave’s in deze categorie acts. Rodrigo’s balanceeroefening tussen volvette pop en springerige punkrock kwam geen moment over als vreemde eend of wild experiment, maar als logische en sterke headliner.
En dat terwijl ze nog maar net komt kijken. Ze stond ineens op één met de onweerstaanbaar goeie hit ‘Driver’s License’, ging snel door naar de Afas Live in 2022, verkocht vorig jaar twee keer de Ziggo Dome uit. Nu speelde ze haar eerste show van haar eerste Europese festivaltour met de energie, passie en het enthousiasme van iemand die héél erg blij is dat ze daar mag staan – ze zei het meerdere keren zaterdagavond. Maar wel zelfverzekerd, geloofwaardig, volledig live én met een verzameling nummers waar veel van de geijkte rockheadliners jaloers op zouden moeten zijn: ‘So American’, ‘Traitor’, ‘Bad Idea Right?’, ‘All-American Bitch’, ‘Good 4 U’, nogal een oogst met slechts twee albums.
Ze rende heen en weer tussen rock en pop. Soms kon ze zoet en klein ballads brengen, zoals die superhit ‘Driver’s License’, het aansluitende ‘Traitor’ of later het door haarzelf op piano begeleide ‘Happier’. Vaak liet ze die dan mooi opbollen tot knallende rocksongs die een groot deel van het publiek uitstekend kon meebrullen, tot ver op het veld. Olivia werd met open armen ontvangen.
Tate McRae en The Last Dinner Party.
Foto Andreas Terlaak
Toekomst
Zonder meer een dappere boeking van Pinkpop, dat afgelopen jaar veel kritiek te verduren kreeg. Onder meer van mij, in een essay in deze krant („De vinex-wijk onder de festivals”), maar ook intern waren ze niet blij. Dat blijkt wel, want het management is op de schop en de directeur van Down the Rabbit Hole, Ide Koffeman, is nieuw in de Pinkpop-directie. Het terrein is een beetje onder handen genomen (de fastfoodketen met de grote gele M is alweer vertrokken) met betere looproutes en minder foodtrucks, en bij de boekingen lijkt er dus ook iets in beweging te zijn.
En ja, met Olivia Rodrigo zul je wat minder tickets verkopen dan met Bruce Springsteen of Eddie Vedder. Misschien was het inderdaad wat rustiger op het terrein. Maar inhoudelijk is dit wel de toekomst, en dat zag je vrijdag en zaterdag helder terug: ontzettend veel jonge meiden. Vaders met meiden, moeders met meiden, grote zussen en broers met meiden en meiden met meiden. En dan ook nog veel jongens. Ze kwamen niet alleen voor Rodrigo, maar ook voor Tate McRae, The Last Dinner Party, Hannah Mae, Girl in Red, Hiqpy, Joost en Ronnie Flex, en konden en passant kennis maken met Weezer, Amyl & the Sniffers en oudgediende Sticks, die allemaal met sterke concerten ongetwijfeld nieuwe fans hebben gemaakt.
De meegereisde ouders konden op vrijdagavond wegdromen bij de fijne, zwoele show van Justin Timberlake. „Nog een liedje? Ik weet niet of ik er wel zoveel heb hoor!” Ha, in tegendeel: indrukwekkend om weer even te beseffen hoeveel hits die gozer in anderhalf uur uit z’n koffer kan trekken, en ook hoe achteloos en relaxt hij zo’n showtje geeft. Nee, de 44-jarige Amerikaan is niet de meest vloeiende danser meer, en hij liet het zware werk soms over aan zijn band. Maar dat was niet zo erg want die was geweldig: de extra lagen die ze met de blazers en vier stemmen toevoegden aan nummers als ‘Sexy Ladies’ en ‘Sexyback’ was buitengewoon, nou ja, sexy. Je zou ’m alleen kunnen kwalijk nemen dat er in het begin van de set wel erg veel hits uitvlogen, waardoor het midden een beetje inzakte. Maar dan aan het einde stuurt hij met ‘Until the End of Time’ toch iedereen zwijmelend de tentjes in.
De meegereisde ouders konden op vrijdagavond wegdromen bij de fijne, zwoele show van Justin Timberlake.
Foto’s Andreas Terlaak
Een paar uur eerder stonden veel jonge fans al lang klaar voor Tate McRae, het vanilleijsje van het moment. Sterker nog, omdat ze bij het opengaan van het terrein om elf uur in de ochtend al naar dat podium waren gerend, stonden ze eerst ook nog vooran bij Pommelien Thijs, het heerlijk eigenzinnige Weezer en de meeslepende show van Mika met z’n enorme blauwe vogelvleugels. Het waren fans die niets wilden missen van de indrukwekkende choreografie van de 21-jarige Canadese McRae die in veel doet denken aan Britney Spears. „Haar muziek is misschien niet geweldig, maar kijk gewoon naar de show, ok?”, bezweert een van de jonge fans haar vader. Een heel redelijke inschatting: de dans is goed, muziek en zang minder spannend. En dat terwijl ze soms zelfs zónder microfoon bleek te kunnen zingen…
Veel jong publiek ook bij de Britse barokpopgroep The Last Dinner Party op zaterdag, die tegelijk intellectueel en frivool klinken, uitdagend en catchy – zo’n beetje tussen Black Country, New Road en Wet Leg in. Een band, zou je denken, die veel beter past op een connaisseursfestival als Best Kept Secret, maar dat kon dus ook in Landgraaf, waar het veld vol bleef meewiegen met deze intrigerende groep. Óók zonder meer een dappere boeking, en dat uit de koker van de mensen die Radiohead vorig jaar in Oor nog ‘te moeilijk’ zeiden te vinden voor Pinkpop.
Bezoekers van Pinkpop 2025 zoeken schaduw.
Foto’s Andreas Terlaak
Hitte
Maar wacht, er is best wat te zeuren. Vrij veel veilige, beetje gezapige ‘Mannen Met Gevoelens’ bijvoorbeeld: Nick Mulvey, Tom Odell, Mark Ambor, Inhaler van Bono-zoon Elijah Hewson en Matt Hansen. Veel rimpelloze folkrock, gaap. We hoopten meer van de terugkeer van Faithless, maar die viel volledig in het water. De band die in 1998 nog de videoclip voor monsterhit ‘God is a DJ’ deels in Landgraaf opnam, kwam veel te laat op (Sister Bliss: „Because of Brexit, which is shit!”) en hun verwaaiende kabbelhouse steeg vervolgens totaal niet op. Het helpt niet dat frontman Maxi Jazz in 2022 overleed, en zijn gezicht op groot scherm met invalstemmen echt geen (vol)waardige vervanger is. De leuke Noorse zangeres Sigrid moest haar zondagsshow helemaal afzeggen vanwege een geannuleerde vlucht. En ook technische problemen bij het begin van de show van Cypress Hill („When the shit goes down, better be ready!”), om vervolgens een lekker doorrollende hiphopshow te geven, met DJ Lord van Public Enemy achter de draaitafels.
De echte publieke vijand was de hitte: 32 graden werd het zaterdag. Pinkpop had wat schaduwplekken gemaakt met een aantal tarps, gespannen doeken die beschutting boden, in het veld, maar dat was niet genoeg en de EHBO had het druk. Er waren wel genoeg (gratis) drinkwaterplekken, maar nergens zonnebrandcrème terwijl smeerpalen tegenwoordig zo alomtegenwoordig zijn bij stranden en parken. Volgens nieuwe directeur Ide Koffeman is de „Pinkpopbezoeker een beetje een bikkel”, zo zei hij in de Volkskrant. Maar hoeveel bikkels blijven er over als ze ook door de bomen en langs het water van Best Kept Secret en Down the Rabbit Hole kunnen wandelen, of vlinderend tussen de film- theater- en danstenten van Lowlands?
MIKA op Pinkpop 2025.
Foto Andreas Terlaak
Nou ja er is nog wat te winnen. Maar toch, je moet het Pinkpop nageven: er is echt wel wat veranderd. Het oudste, onafgebroken gehouden festival van de wereld kan de toekomst optimistisch tegemoet zien. Wie op zondag wakker werd met de stervormige confetti van Olivia nog in het haar weet: deze frisse douche had het festival echt even nodig.